100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Leereenheid 1 Minor Kind en Jeugd $6.43   Add to cart

Summary

Samenvatting Leereenheid 1 Minor Kind en Jeugd

 66 views  7 purchases
  • Course
  • Institution

Dit document is een samenvatting van de colleges, werkgroepen en literatuur van leereenheid 1 van de minor kind en jeugd. Tijdens deze leereenheid moest heel veel literatuur gelezen worden. Dat heb ik gedaan, spaar tijd, koop deze uitgebreide samenvatting en hou wat tijd over!

Preview 4 out of 72  pages

  • February 12, 2021
  • 72
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Leereenheid 1A: Fysiologie rondom de zwangerschap, baring en kraambed.
Leerdoelen leereenheid 1A
Embryologie (Hoorcollege online)
Je kunt;
• De onderdelen van de eicel en zaadcel te benoemen:




- Beredeneren hoe de samensmeltingen van ei en zaadcel plaatsvindt:
Als de sperma cel bij de eicel komt, zijn er al heel veel spermacellen verloren gegaan. Er kan slecht één
zaadcel in een eicel. Daarna wordt de wand van de eicel verhard. Vervolgens gaan deze cellen samen
en delen zich weer, mitose.
- Beschrijven welke weg de bevruchte eicel aflegt:
Elke maand komt er een rijpe eicel uit de eierstok in de eileider terecht. Als hier een zaadcel in zit, kan
er een bevruchting plaatsvinden en word je zwanger. De vrucht beweegt dan door de eileider naar de
baarmoeder. Als er binnen 48 uur geen bevruchting plaatsvindt, sterft de eicel. Zie plaatje hierboven.
- Beschrijven welke celdelingen plaatsvinden:
Na de bevruchting vinden de eerste celdelingen plaats, waarbij de vrucht ongeveer dertig uur na de
bevruchting het tweecellig stadium bereikt. Door verdere celdelingen ontstaat een 12 of 16 cellen
groot vruchtje, dat de morula wordt genoemd. De morula bereikt de baarmoederholte via de eileiders
ongeveer 60 uur na de bevruchting. Het slijmvlies in de baarmoeder is in de tijd voor de bevruchting
onder invloed van hormonen op de innesteling van de morula voorbereid. Van morula gaat het over
naar blastula. Hierin kunnen twee cellagen worden onderscheiden: binnenste, centraal gelegen cellaag
en een buitenste cellaag.
Uit de binnenste cellaag, embryoblast, ontstaat het embryo.
Uit de buitenste cellaag, trofoblast, ontwikkelt zich tot placenta.

• Beredeneren hoe de innesteling plaatsvindt

,Dit vind plaats in de embryogenetische fase. Innesteling of nidatie van het embryo vindt plaats in het
endometrium, dit gebeurt ongeveer naar 6 dagen, ondertussen gaat de celdelingen door, waardoor
het embryo steeds groter wordt.

• De klievingsdelen benoemen:
Na ongeveer 24 uur na de bevruchting ondergaat de zygoot de eerste mitose. Hierbij ontstaan twee
cellen, die elk half zo groot zijn als de moedercel. De dochtercellen blijven zo klein doordat er na de
kerndeling geen cytoplasmagroei plaatsvindt. Mitose zonder plasmagroei wordt klievingsdeling
genoemd. Ongeveer 40 uur delen de twee cellen weer en er ontstaan vier, elk weer half zo kleine
cellen. Na nog twee klievingsdelingen is er een bolletje cellen ontstaan dat nog het meest lijkt op een
braam. Dit embryonale stadium wordt dan ook aangeduid als morula. Het embryo is nog steeds
omgeven door de zona pellucida en is ondertussen vanuit de eileider in de buurt van de uterus
aangeland.
• Klievingsdelingen: Celdelingen na de bevruchting van de eicel door een zaadcel waarbij geen
groei van de bevruchte eicel plaatsvindt. Klievingsdelingen vinden plaats zolang de bevruchte
eicel zich in de eileider bevindt.
• Cellen vermeerderen zich door deling. De bevruchte eicel deelt zich dertig uur na
de bevruchting voor het eerst in tweeën. De nieuwe cellen zijn half zo groot, doordat er
geen plasmagroei optreedt. Omdat de cellen bij deze eerste delingen van het organisme niet
groeien, maar juist kleiner worden (telkens halveren), worden deze
delingen klievingsdelingen genoemd. Dat gaat zo nog een aantal delingen door, tot de eicel is
opgedeeld in cellen die ongeveer de afmeting van lichaamscellen hebben. Je spreekt nu van
het morula-stadium (Latijn voor 'moerbei', een braamachtige vrucht): er is dan een bolletje
cellen ontstaan dat wat lijkt op een braam of framboos.

• De termen zygoot, morula, blastula en gastrulatie uitleggen:
• Zygoot: wanneer een zaadcel en een eicel elkaar ontmoeten in de eileider. Daarna ontstaat
snel een celdeling en vormt dan een blastocyste.
• Morula: Stadium in de embryonale ontwikkeling, waarbij het embryo bestaat uit een klompje
cellen. Als resultaat van de elkaar snel opvolgende klievingsdelingen ontstaat er een
bolvormige tros van kleine bolvomige blastomeren, dat is de morula.
• Blastula: Stadium in de vroege embryonale ontwikkeling bestaande uit een holle blaas van
cellen, ontstaan uit een morula. Uit het morula-stadium (een massief klompje cellen dat zich
via klievingen vormt uit de bevruchte eicel) ontstaat na enkele dagen een blaasje doordat de
cellen zich aan de rand oriënteren en in het midden een met vocht gevulde holte vrij laten. De
cellen breken daarbij uit het glasvlies, dat om de morula zat. Bij de mens wordt de blastula
gevormd nadat de morula van de oviduct naar de uterus (baarmoeder) is gemigreerd.
• Gastrulatie: de vorming van het mesoderm. Het eerste proces dat in de derde week plaats
vindt, is de gastrulatie (gaster = maag). Betekende gastrulatie bij eenvoudige dieren
maagvorming en ontstond in dat proces het mesoderm samen met het spijsverteringskanaal,
bij de mens is gastrulatie het proces waarbij alleen het mesoderm ontstaat. Het
spijsverteringskanaal ontstaat later in een proces, waarbij het amnion is betrokken.

Aan het begin van de derde week ontstaat er caudaal (cauda = staart; caudaal = aan het
staarteinde; omdat het om de mens gaat, gebruik ik liever stuit) in de embryonale schijf bij de
hechtsteel een verdikking van de epiblast en een kleine indeuking (afb. 20 en 21A). Dit wordt
de primitiefstreep genoemd. De primitiefstreep groeit naar het hoofdeinde. Tegelijk groeit het
embryo snel in de lengte, waarbij het sneller aan de craniale zijde (= de hoofdzijde) groeit dan
aan de caudale zijde. Vanuit de primitiefstreep worden mesodermcellen afgesnoerd die naar
de ruimte tussen epi- en hypoblast migreren. Ook worden de cellen van de hypoblast door
deze cellen vervangen.

,• Uitleggen wat kiemschijven zijn en uitleggen uit welke delen deze bestaan:
In de derde week van de groei van het embryo wordt een derde kiemblad, het mesoderm, gevormd,
tussen het ecto- en entoderm in. Uit elk van de drie bladen zullen zich specifieke orgaanstelsels gaan
ontwikkelen.
Uit het ectoderm ontstaat: huid, sensorische stelsel, zenuwstelsel, delen van het hormoonstelsel.
Uit het mesoderm ontwikkelen zich: motorische, urineweg, circulatie, voortplantingsstelsel en delen
van het hormoonstelsel.
Van het entodermale oorsprong zijn: het spijsverteringsstelsel, ademhalingsstelsel en delen van het
hormoonstelsel. De kiemschijf wordt steeds langwerpiger van vorm en het ectoderm vertoont in het
midden over de hele lengte een groeve, doordat de cellen daar naar binnen stulpen. Dit de neurale
groeve, waarin het ruggenmerg zal worden aangelegd.

• Beredeneren hoe de placenta en de navelstreng zich ontwikkelen:
Ongeveer de 8ste dag, wanneer de blastocyste zich gedeeltelijk in het endometrium heeft ingenesteld,
beginnen embryoblast en trofoblast zich ieder op een specifieke manier te ontwikkelen. De trofoblast,
wordt later de chorion genoemd, door middel van uitstulpingen, de chorionvilli, steeds verder het
endometrium in. Tussen de chorinvilli bevinden zich veel holtes met vocht. In het endometrium liggen
de spiraalarteriën: kleine, spiraalvormige bloedvaten van de moeder die zuurstof- en voedselrijk bloed
aanvoeren. Zuurstof en voedselstoffen sijpelen vanuit het moederlijke bloed, via de trofoblastcellen
en het vocht tussen de chorionvilli naar de inmiddels gevormde chorionholte. Via deze holte gaat
zuurstof en voedingstoffen de kiemschijf in, daar vormt zich een hechtsteel, waaruit later de
navelstreng ontstaat.

In de vierde week voert het embryo, hangend aan de hechtsteel, een draaiing van 180 graden uit.
tegelijkertijd vinden er belangrijke ontwikkelingen in de kiembladen plaats. De hechtsteel gaat zich
ontwikkelen tot navelstreng, met de uit het mesoderm gevormde navelstrengbloedvaten. Uiteindelijk
zullen dat er drie zijn: 1 v. umbilicalis(navelstrengaders) en twee arteriae
umbilicales(navelstrengslagaders). De navelstreng bloedvaten staan in verbinding met de eerste
bloedvaten van het embryo. Een van de bloedvaten heeft op een bepaalde plaats een verwijding, die
snel ritmische contracties gaat vertonen. Dit is het embryonale hart, dat bij een echoscopie omstreeks
deze tijd van de zwangerschap al duidelijk klopt en goed te zien is.

• Uitleggen hoe de neurale buis ontstaat
Aan weerszijden van de neurale groeve zijn inmiddels, over de groeve heen, extodermale plooien met
elkaar vergroeid. De neurale groeve is op deze manier veranderd in een buis, met aan beide einden
een opening, de neurale buis. Hieruit ontwikkeld zich het ruggenmerg. Craniaal vormt het ectoderm
een sterke opzwelling: hier worden de hersenen aangelegd.

• Beredeneren hoe de vliezen en de amnionholte ontstaan
De chorionholte en de amnionholte zijn elk omgeven door een vlies, respectievelijk chorion en amnion
genoemd. Dit zijn de eivliezen, beter bekend als de vruchtvliezen. Tijdens de draaiing van 18 graden
van het embryo wordt de chorionholte meer en meer ingenomen door de steeds uitdijende
amnionholte. De eivliezen komen tegen elkaar aan te liggen en vergroeien met elkaar. De binnenkant
van het amnion produceert continue vruchtwater, waarin het embryo vrij rondzweeft.

• Beredeneren wanneer het hart, de longen, het spijsverteringstelsel, de nieren en de hersenen zich
gaat ontwikkelen en gaan functioneren.
• Immuunsysteem: wordt in de 5e week aangelegd, in het keelgebied en zakt later op het hart.
• Circulatie: Het circulatiestelsel ontwikkelt zich uit het mesoderm. In de 12de week zijn de
placenta en de navelstrengvaten aangelegd. Op drie plaatsen vindt vermenging van bloed dat
een hoger zuurstof en voedingsstofgehalte heeft met meer ‘afgewerkt’ bloed:
• In de lever, met bloed uit de portale systeem

, • In de vena cava inferior, met bloed uit de onderste extremiteiten, bekken en nieren
• In de aorta descendens, bij de uitmonding van de ductus arteriosus, met bloed uit de vena
cava posterioir.
Wanneer hel bloed van de placenta naar de verschillende foetale organen stroomt, neemt het
hoge zuurstof en voedingsgehalte langzamer hand af, doordat het zich op meerdere plaatsen
vermengt met bloed van dat een lager zuurstof- en voedingsgehalte heeft. Het meest
zuurstofrijke en voedingsrijke bloed gaat vanuit de aorta ascendens direct naar de hartspier
zelf en naar de hersenen. Deze organen hebben voor hun functie en ontwikkeling ook veel
zuurstof nodig. Een eigenschap van foetaal bloed is dat het in verhouding veel erytrocyten
bevat, waardoor het hemoglobinegehalte hoog is. In tegenstelling tot de bloedcirculatie na de
geboorte pompen beide harthelften dus bloed in de lichaamscirculatie. Zowel de bloeddruk
als de contractiekracht is in beide ventrikels gelijk.
• Thymus: wordt in de 5e week aangelegd en is zeer belangrijk voor het immuunsysteem van de
mens, hij daalt tot op het hart. De thymus voorkomt dat de embryonale lymfocyten
antilichamen gaan produceren tegen lichaamseigen antigenen.
• Spijsverteringstelsel: ontwikkeld zich uit de oerdarm, een open buis waar de dooierzak in is
opgenomen en die bij het embryo nog van het kop- naar het staartgebied loopt. Vanuit de
oerdarm ontstaat de
• Voordarm: slokdarm, maag en twaalfvingerige darm
• Middendarm: dunne darm en ongeveer de helft van de dikke darm
• Einddarm: overige delen dikke darm
• Lever: ontwikkeld zich in een rap tempo uit een uitstulping van de voordarm. De lever is
erg groot omdat deze de hemopoëtische (bloedvormende) functie die de lever gedurende
deze fase van de foetale ontwikkeling heeft.
De embryonale darm is omgeven door het peritoneum.
• Ademhalingsstelsel
o Het ademhalingsstelsel ontwikkelt zich uit het entoderm. In de 4de week zijn 6
kieuwbogen ontstaan; uit de vierde en de zesde kieuwboog ontwikkelen zich de
keelholte en het strottenhoofd. De aanleg van luchtpijp en longen gebeurt vanuit
uitstulpingen van de oerdarm, de longknoppen. Ze groeien en vertakken steeds meer,
tot rond het begin van de 7de maand ook de longblaasjes verschijnen. Tegelijk met
het zich ontwikkelende longweefsel groeien de bijbehorende bloedvaten en de
longvliezen mee.
• Urinewegstelsel:
Het urinewegstelsel ontwikkelt zich uit het mesoderm. De aanleg gebeurt in drie stadia:
o Rond de 3de week wordt per segment een voornier aangelegd.
o Deze wordt binnen enkele weken opgevolgd door de oernier, caudaal van de voornier
(die verdwijnt). Tegelijkertijd ontstaat de gang van Woff, in dit stadium oerniergang
genoemd.
o Rond de 6de week verdwijnt de oernier en ontstaan de definitieve nieren en ureters.
Bij het vrouwelijke embryo verdwijnt de gang van Wolff; bij het mannelijke embryo
ontwikkelt deze zich tot zaadleider.
• Uitleggen hoe en in welk semester de organen in de zwangerschap zich ontwikkelen:
In de embryogenetische periode vinden de belangrijkste processen van de aanleg van organen
plaats.

• Uitleggen hoe het geslacht van de baby wordt bepaald voortplantingsstelsel:
Het voorplantingsstelsel ontwikkelt zich uit het mesoderm. Na ongeveer 4 weken ontstaan de
stamcellen van de geslachtstscellen, in de toekomstige geslachtsklieren. Tot ongeveer de 7de
week is er geen verschil tussen jongetjes en meisjes. Daarna treedt differentiatie op. Bij meisjes
ontwikkelen zich de eierstokken, de eileiders, de baarmoeder en de vagina. Bij jongetjes ontstaan

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jklootwijk97. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.43  7x  sold
  • (0)
  Add to cart