2.1 vpk-mk week 1 samenvatting
___________________________
- Gewone hoofdpijn ___________________________
Oorzaken: een te hoge spierspanning of een ontsteking in hoofd, hals en
___________________________
schouders.
Verwijding of vernauwing van de hersenvaten, allergie, schadelijke ___________________________
dampen, extreme temperaturen, obstipatie of een hersentumor. ___________________________
Drukverhoging door hoesten en lachen. ___________________________
Gaat gepaard met: misselijkheid, braken en overgevoeligheid voor geluid ___________________________
en licht.
___________________________
Paracetamol, rust en NSAID’s (acetylsalicylzuur en ibuprofen). Kunnen
helpen bij hoofdpijn. ___________________________
Mensen met hoofdpijn vinden het fijn om in donkere, rustige ruimtes te ___________________________
zitten en koude kompressen. ___________________________
___________________________
- Clusterhoofdpijn ___________________________
Plotselinge eenzijdige scherpte, stekende pijn, vaak rondom ogen of
slapen.
___________________________
Oorzaak niet bekend. Mogelijk te maken met drukverschillen in de ___________________________
hersenvaten. ___________________________
Treedt op in aanvallen, in clusters. Soms weken, maanden of jaren ___________________________
klachtenvrij zijn. Vooral ‘s nachts en duren 15 min tot enkele uren. Pijn is ___________________________
heel hevig. Licht, geluid of geuren wekken geen misselijkheid of braken
___________________________
op.
Kan genetisch zijn. Alcohol en roken kunnen een aanval uitlokken. ___________________________
Behandeling bestaat uit: sumatriptan subcutaan of per neusspray, of ___________________________
inhalatie van 100 procent zuurstof. ___________________________
___________________________
- Migraine ___________________________
Vaker bij vrouwen dan bij mannen
Symptomen: enkelzijdige bonzende hoofdpijn, misselijkheid, braken en ___________________________
overgevoeligheid voor licht, geluid en bepaalde geuren. Een aanval wordt ___________________________
soms voorafgegaan door een aura of een prodroom. Een aanval duurt ___________________________
enkele uren tot enkele dagen en kan bijvoorbeeld maandelijks of eens in ___________________________
de paar jaar terugkeren. ___________________________
Diagnostiek: anamnese is belangrijk. Hoofdpijndagboek met tijdstip
___________________________
waarop aanval begint, de symptomen en het medicijngebruik geeft inzicht
in de aard en de ernst van de hoofdpijn en de omstandigheden die de ___________________________
aanval kunnen uitlokken. Oorzaak: niet bekend. Stoppen met de pil of in ___________________________
de overgang gaan kan voor vermindering zorgen. ___________________________
___________________________
De concentratie van de neurotransmitter serotonine speelt mogelijk een
___________________________
rol bij de pathogenese van migraine, evenals stikstofmonoxide (NO), een
vaatverwijder. Als stikstofmonoxide of serotonine afremt, neemt de ___________________________
hoofdpijn af. Recent is ontdekt dat patiënten met migraine relatief vaak ___________________________
een open foramen ovale hebben. Dit is een aangeboren hartdefect, ___________________________
waarbij de open verbinding tussen de boezems na de geboorte niet sluit. ___________________________
De migraine verdween vaak als het atriumseptumdefect chirurgisch werd ___________________________
gesloten.
___________________________
Gevoeligheid voor migraine kan ook genetisch zijn, waarbij genen op de ___________________________
chromosomen 1, 8 en 19 een rol spelen. Mensen met migraine vingen ___________________________
donker en rust fijn. ___________________________
De behandeling is gericht op het verlichten van de symptomen. Bij een ____________
aanval kunnen anti-emetica zoals metoclopramide of domperidon worden
gegeven, in combinatie met paracetamol, carbasalaatcalcium of een
NSAID. Bij onvoldoende effect kan een triptaan, zoals sumatriptan, of
ergotamine worden toegediend.
- Pijn
Pijn is subjectief en een individuele ervaring. De pijnbeleving en -tolerantie
worden onder andere bepaald door eerdere ervaringen, de emotionele
toestand van de patiënt en sociaal-culturele factoren. De pijntolerantie is
, de mate waarin de pijn verdragen wordt en bepaalt hoe iemand met de pijn
omgaat.
Volgens het neurofysiologische model is pijn een uiting van
weefselbeschadiging.
Deze simpele definitie houdt geen rekening met emotionele pijn en pijn als
gevolg van functiestoornissen. Als er een duidelijke lichamelijke afwijking
is, is het vaak gemakkelijker om eventuele pijn te duiden.
Ook psychogene pijn wordt meestal wel (h)erkend en behandeld.
Functionele pijn is lastiger, het is lichamelijke pijn waarbij geen
afwijkingen worden gevonden.
Pijn wordt veroorzaakt door een schadelijke prikkel. Pijn heeft een
belangrijke functie. Pijn is een waarschuwing dat er een abnormale
toestand bestaat, zoals een ontsteking, infectie of beschadiging. Door het
lichaam een halt toe te roepen, wordt het genezingsproces bevorderd.
_______________________________
Er bestaat een zeldzame aangeboren ongevoeligheid voor pijn. _______________________________
Deze mensen ervaren geen pijn. Het zenuwstelsel kan dan ook niet _______________________________
waarschuwen voor letsel, zodat bijvoorbeeld een gebroken been of
_______________________________
een uitgebreide infectie niet worden opgemerkt.
_______________________________
- Categorieën en kenmerken van pijn _______________________________
De oorsprong kan worden aangeduid met _______________________________
- somatisch (lichaam), pijn gaat uit van huid, bindweefsel, _______________________________
spierweefsel of bot. Is vaak duidelijk gelokaliseerd en scherp. _______________________________
- visceraal (organen), pijn gaat uit van de inwendige organen in de
_______________________________
buik- en borstholte en is meestal diffuus
- neuropathisch (zenuwen) , wordt niet door lokale _______________________________
weefselbeschadiging veroorzaakt, maar door druk op of _______________________________
beschadiging van de zenuw zelf. Bij zenuwpijn is de _______________________________
pijngewaarwording vaak vertraagd en de pijn is vaak brandend of _______________________________
stekend, zoals de pijn die sommige diabetici in enkels en voeten _______________________________
hebben
_______________________________
- gerefereerd (geprojecteerd vanuit een andere plaats). pijn is de
pijn die optreedt bij appendicitis; de pijn wordt gevoeld in de _______________________________
rechter onderbuik, ook al ligt het probleem dieper _______________________________
____________________________
Op basis van duur kan onderscheid worden gemaakt tussen acute of
chronische pijn. ________________________
Acute pijn ontstaat vrij plotseling en gaat relatief snel weer over ________________________
(binnen zes maanden),
Chronische pijn duurt langer dan zes maanden of zelfs jaren. ________________________
________________________
In tegenstelling tot de tast- en de koude- en warmtereceptoren
bevinden pijnreceptoren zich verspreid door het hele lichaam en __________
dragen zo bij aan de bescherming van ons lichaam.
Nociceptoren zijn de vrije (dat wil zeggen, niet omgeven door een
kapsel) zenuwuiteinden van de sensibele (sensorische) vezels.
Pijnreceptoren bevinden zich ook in spieren en gewrichten, en in de
inwendige organen (de viscerale nociceptoren); deze laatste worden onder
andere geprikkeld door gasophopingen in de darmen en maagzuur.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller loïsvandenbosch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.