100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Histologiepracticum preparaten 6-8 (Beeldmateriaal + beschrijving) $5.22   Add to cart

Other

Histologiepracticum preparaten 6-8 (Beeldmateriaal + beschrijving)

 32 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In dit document staat alles wat je moet weten van de histologiepractica voor het vak OW. Ik heb dit vak zelf met een 8.9 afgerond en dit heeft me heel erg geholpen omdat er aardig wat vragen op het tentamen over histologie kwamen, daar kan je dus al behoorlijk wat punten mee halen. In dit document ...

[Show more]

Preview 4 out of 49  pages

  • February 13, 2021
  • 49
  • 2020/2021
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
PREPARATEN
Van Organisme tot Weefsel (OW)
Practicum 6 Harde bindweefsels
De harde bindweefsels kraakbeen en been zijn gespecialiseerde vormen van bindweefsel. Door de
specifieke samenstelling van de extracellulaire matrix kan kraakbeen heel goed tegen druk en is bot
heel trek vast.
De bindweefselcellen die kraakbeen vormen zijn de chondroblasten. De volwassen, inactieve vorm van
deze cellen zijn de chondrocyten, zij liggen in karakteristieke holten (lacunae) in de extracellulaire
matrix. Kraakbeen wordt omsloten door een kapsel van dicht bindweefsel, het perichondrium, waarin
verzorgende elementen verlopen.
We onderscheiden drie vormen kraakbeen: hyalien, elastisch en fibreus (vezelig) kraakbeen. Bij het
practicum zullen we van alle drie een voorbeeld bekijken.

De bindweefselcellen die bot vormen zijn de osteoblasten, en de volwassen botcellen zijn de
osteocyten. Net als chondrocyten liggen deze in lacunae. Daarnaast zijn er nog cellen die bot kunnen
afbreken, de osteoclasten. Zij spelen een rol bij het modelleren van nieuw gevormd bot. Uitwisseling
van stoffen tussen botcellen vindt plaats via dunne kanaaltjes die in het botweefsel verlopen, de
canaliculi. Aan de binnen- en buitenzijde zijn alle beenderen bekleed met een bindweefsellaag, het
endost en het periost.

Macroscopisch onderscheiden we 2 soorten botweefsel: compact bot en spongieus bot. Beiden zullen
we bij het practicum bekijken. Microscopisch zijn compact en spongieus bot opgebouwd uit lamellair
bot, alleen is de rangschikking van de botlamellen verschillend. Kenmerkend voor compact bot is de
aanwezigheid van osteonen. Een osteon bestaat uit een aantal concentrisch gerangschikte lamellen
die rond een centrale holte liggen waarin bloedvaten, lymfe vaten en zenuwen verlopen. De centrale
holte heet ‘het kanaal van Havers’, of het osteonkanaal.

Bot kan op 2 manieren gevormd worden: endesmaal (desmaal), waarbij bot direct gevormd wordt uit
bindweefsel, en enchondraal, waarbij kraakbeen vervangen wordt door bot. Beide manieren van
botvorming zullen we bij het practicum in microscopische coupes bekijken.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verschillende harde bindweefsels die we in dit
practicum gaan bekijken, en de histologische preparaten die we daarbij gebruiken.




Kraakbeen
Kraakbeencellen (chondrocyten) liggen in uitsparingen in de harde matrix, de zogenaamde lacunae,
die ze in levende toestand geheel vullen. Echter, in de meeste microscopische preparaten heeft de cel
losgelaten van de omringende matrix als gevolg van krimp tijdens het dehydrateren.
Een belangrijk kenmerk van kraakbeen is het gebrek aan bloedvaten binnen het weefsel. Dit is
essentieel voor het functioneren, aangezien de aanwezigheid van bloedvaten in de matrix de
biomechanische eigenschappen van kraakbeen zal verstoren. Bovendien zouden door de krachten die
op kraakbeen worden uitgeoefend, de aanwezige bloedvaten worden afgekneld met desastreuze
gevolgen voor de instandhouding van de matrix. Chondrocyten zijn voor hun voeding dus geheel

,aangewezen op diffusie via de interstitiële vloeistof van de matrix. Door de grote hoeveelheid water in
het weefsel is deze diffusie echter zeer goed mogelijk. De drukbelasting die op kraakbeen wordt
uitgeoefend, bevordert de diffusie nog verder. De diffusieweg van zuurstof en voedingstoffen naar de
kraakbeencellen is echter lang, waardoor sterke metabole activiteit niet mogelijk is. Herstel van
beschadigd kraakbeen is relatief moeilijk.

In optimaal gekleurde kraakbeencoupes zien we rond de lacuna (zie figuur 7.2), een dunne relatief
zwak blauw gekleurde zone (pericellulaire matrix, ofwel het kapsel) waar collageenvezels vrijwel
ontbreken maar wel grondsubstantie (proteoglycanen) aanwezig is. Daaromheen ligt een blauw
bandvormig gebied met veel collageen dat soms als vezels zichtbaar wordt als bij hoge vergroting het
diafragma gesloten wordt (territoriale matrix). Deze collageenrijke banden vormen een
aaneensluitend netwerk door het kraakbeen en kleuren in de coupe relatief donker aan. De
territoriale matrix kan als een donkere ring van verdicht collageen om de chondrocyten heen gezien
worden. Lichtere gebieden daar weer buiten vormen de interterritoriale matrix; deze regio bevat
grote collageen fibrillen enveel grondsubstantie.
De relatieve verschillen in collageen en grondsubstantie tussen deze regio’s zijn dus verantwoordelijk
voor de verschillen in sterkte van kleuring.

Een tweede kenmerk van kraakbeen is de aanwezigheid van zogenaamde isogene celgroepen. In
figuur 7.2 is daarvan een voorbeeld te zien. We zien hier de aanwezigheid van meerdere cellen binnen
één kapsel. Dit beeld ontstaat bij de kraakbeenaanleg als de chondroblast na de productie van de
extracellulaire matrix zich nog één of enkele malen deelt. Een isogene celgroep wordt ook wel een
‘chondron’ genoemd.




Groei van kraakbeen vindt op twee manieren plaats: 1) via interstitiële groei, waarbij bestaande
chondroblasten en chondrocyten zich vermenigvuldigen. Dit draagt bij aan de strekking (groei) van het
kraakbeenweefsel zoals we dat goed kunnen zien in de epifysairschijf, en via 2) appositionele groei,
waarbij de, aan het oppervlak van het kraakbeen gelegen, perichondriumcellen zich tot
chondroblasten differentiëren. Daarna gaan de nieuw gevormde chondrocyten de intercellulaire
matrix synthetiseren. Van beide processen is appositionele groei het belangrijkst. Interstitiële groei
vindt voornamelijk plaats tijdens de vroege stadia van kraakbeenvorming.

Typen kraakbeen
Kraakbeen is hard bindweefsel zonder mineralisatie. We behandelen achtereenvolgens de
verschillende verschijningsvormen van kraakbeen, nl.: hyalien-, elastisch en fibreus kraakbeen.

Preparaat 4.2: Trachea geitje, hyalien kraakbeen (AZAN kleuring)
Dit preparaat is gemaakt van het halsgebied van een pasgeboren dwerggeitje. Boven in dit preparaat
(dorsaal) bevindt zich de slokdarm, onder in het preparaat de trachea en in het tussenliggende
bindweefselgebied bevinden zich bloedvaten en uitlopers van de nervus vagus (zie figuur 7.3
hieronder).
Hyalien kraakbeen is aanwezig in de hoefijzervormige kraakbeenringen om de luchtpijp (trachea); dit
voorkomt dichtklappen door de negatieve druk bij inademen. De benen van de kraakbeenringen
kunnen door een spier (m. trachealis transversus) naar elkaar toegebogen worden om de

,doorstroomopening te beperken. De spier, waarmee bij het ophoesten van stof of slijm de trachea
vernauwd wordt, is als een rode band zichtbaar aan de basis van de kraakbeenring. Bij ontspannen
veert het kraakbeen naar de wijde vorm terug. De benen van het lichtblauwe hoefijzervormige
kraakbeensegment zijn, als gevolg van de fixatie van het weefsel, onnatuurlijk ver naar elkaar toe
geduwd (zie ook Dellmann’s pagina 161 figuur 9.15). In sommige coupes zijn meerdere concentrisch,
langs elkaar geschoven, kraakbeenelementen zichtbaar. De vorm van de tracheale kraakbeenringen is
afhankelijk van de diersoort.




De kraakbeenmatrix bestaat voornamelijk uit vezels van het type collageen 2 en uit een
grondsubstantie van chondroitinesulfaat. Het collageen is hier aanwezig als een driedimensionaal
netwerk van uiterst fijne vezels, waardoor we deze met de lichtmicroscoop noch in verse, noch in
gekleurde toestand kunnen zien. In verse toestand ziet dit kraakbeen er glazig (hyalien) uit, doordat de
brekingsindex van de collageenvezeltjes en die van de amorfe grondsubstantie vrijwel overeenkomen.
Met de AZAN-kleuring kunnen we de aanwezigheid van collageen in de matrix aantonen. We zien dan
een patroon van lichtere en donkere blauwe verkleuringen in het kraakbeen waarvan de intensiteit
binnen op verschillende plaatsen in één coupe sterk kan verschillen. Deze verschillen berusten voor
een deel op verschillen in de mate waarin het kleurmiddel tijdens het maken van de coupes
weggespoeld werd. Probeer in de coupe een mooi stukje te vinden waarin de cellen opgenomen zijn
in een patroon van aan elkaar grenzende blauwe ringen.
De verdeling in ‘blauwe ringen’ en minder sterk gekleurde matrix daartussen berust op de verschillen
in collageendichtheid, zoals eerder besproken bij figuur 7.2. Ook in dit hyaliene kraakbeen is dus te
herkennen: 1) een vezelarm kapsel, 2) een zéér vezelrijke ring (territoriale matrix) en 3) een vezelrijke
inter-territoriale matrix. Vascularisatie ontbreekt en er zijn isogene celgroepen.




Hyalien kraakbeen is aanwezig in pezen en geeft steun aan de neus, larynx, trachea en bronchi. Je ziet
hier de nek van een geit en het bevat dwarsdoorsnedes van zowel de trachea als de oesophagus. Het
preparaat is gekleurd met AZAN, wat de collageenvezels aanwezig in de extracellulaire matrix van het
kraakbeen van de trachea blauw kleurt. Chondrocyten zijn aanwezig in lacunae. Sommige lacunae
bevatten 2,4 of soms 6 cellen. Deze multicellulaire lacunae noemen we isogene celgroepen.

, Links: overzicht preparaat
Rechts: zwarte pijl = lumen trachea




Links: rode } = epitheel trachea, zwarte } = los bindweefsel, blauwe } = perichondrium
Rechts: oranje } = kraakbeen trachea, zwarte pijl = chondrocyt, rode cirkel = isogene celgroep




Links: zwarte pijl = chondrocyt, rode cirkel = isogene celgroep
Isogeen betekent gelijke origine, dus alle cellen in een isogene groep zijn gevormd door deling van een
enkele progenitor cel. Door de aanwezigheid van de extracellulaire matrix kunnen dochtercellen niet
van elkaar weg bewegen.
Rechts: blauwe } = perichondrium

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Rd191. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.22. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.22
  • (0)
  Add to cart