Economische topics
Verwachtingen
Waarover gaat economie?
Waarom economie studeren?
o Hulp bij het nemen van beslissingen
Bedrijven
Organisaties
Gezinsverband……
o Een beter begrip van actuele problemen vb.
Regionaal, nationaal, Europees, mondiaal
o Beter voorkomen van toekomstige problemen
Financiële crisissen
Milieuproblemen
etc.
“Economische topics”
Voorkennis niet vereist
Gebruik van wiskunde is beperkt
Grafieken kunnen interpreteren en construeren
Logisch, economisch redeneren = belangrijk
Volg de actualiteit!!!
Cursus probeert algemene inzichten te brengen:
o Hoe de economie werkt
o Hoe economisten redeneren
Wat is deflatie?
Wat betekent Brexit?
Waarom zijn de huidige rentevoeten zo laag?
Je inkomen stijgt van 1800 euro naar 2000. Met hoeveel % stijgt dit dan?
Bereken de waarde van x als x = 2/3x +24
1
,0 Inleiding
0.1 Doel van de economische wetenschap
0.1.1 Behoefte
Behoefte = het aanvoelen van een tekort en het streven dit tekort te bevredigen (subjectief)
o Menselijke behoeften talrijk en van allerlei aard
In eerste instantie denken wij daarbij aan levensnoodzakelijke of primaire behoefte (voeding, kledij
en huisvestiging)
Behoeften niet steeds van materiele aard naarmate maatschappij zich ontwikkelt komen er meer
en meer behoeften van immateriële aard op voorgrond (vb. onderwijs, ontspanning en
geneeskundige verzorging)
Collectieve of gemeenschappelijke behoefte = gelijkaardig voor groot aantal personen en worden
normaal door de gemeenschap als geheel bevredigd (vb. onderwijs, wegen, bejaardenzorg etc.
Individuele behoefte = subjectiever en worden normaal bevredigd dankzij inspanningen van
personen of van hun gezin (vb. voeding, ontspanning, huisvestiging etc.)
0.1.2 Schaarse middelen
De middelen (goederen en diensten) waarover de consument beschikt om zijn behoeften te
bevredigen zijn in beperkte mate beschikbaar.
Schaars is geen synoniem voor zeldzaam
Schaars middel = middel waarvan verlangde hoeveelheid overtreft beschikbare indien gratis
Hierdoor ontstaat het waardeverschijnsel (moeten er een prijs voor betalen)
Schaarsheid duidt niet op de hoeveelheid goederen en diensten maar op de beperktheid van ons
inkomen.
Verplicht te kiezen!
0.1.3 Nuttigheid en keuzeprobleem
Economisch goed is:
o Nuttig (om behoefte te bevredigen)
o Schaars
Goed of dienst slechts in aanmerking voor de bevrediging van bepaalde behoefte in de mate dat
hij/het voor de mens nuttig is
Handelen volgens het economisch principe wil zeggen dat een mens die derhalve rationeel handelt
moet volgens de graad van bevrediging of nuttigheid een waardeschaal of voorkeurschema opstellen
afhankelijk van zijn subjectief nut
Men wil een maximale behoeftebevrediging behalen met een minimum aan economisch middelen
zowel bij gezinnen, bedrijven en overheid
o Steeds kiezen hoe men de beperkte middelen zal gebruiken
Economie = de studie van het menselijk streven naar bevrediging van behoeften met behulp van
schaarse middelen (niet vanbuiten kennen, wel herkennen)
0.2 Welvaart en welzijn
2
, Welvaart = de mate waarin mensen met de beschikbare schaarse middelen in hun behoeften
kunnen voorzien
o Schaarste verminderen = welvaart stijgen
Welzijn = gevoel van ‘welbevinden’ en bevrediging van verlangens (vriendschap, liefde)
Welvaart en welzijn hoeven niet per se samen te vallen.
Welvaart legt beslag op schaarse middelen, welzijn niet
0.3 Soorten goederen
Vrije goederen = in de natuur zo overvloedig aanwezig dat volledige behoefte kan worden bevredigd
(niet schaarse goederen) vb. lucht
Economische goederen =schaarse middelen
o Goederen slaat zowel op goederen (iets tastbaars zoals een fiets) of op diensten (niet
tastbaar zoals bezoek aan bioscoop)
Economische goederen onderverdelen volgens:
1. Zuiver individuele goederen zijn rivaliserend en uitsluitbaar
Rivaliteit onder consumenten als jij een fiets koopt, kan iemand anders die fiets
niet meer kopen
Producenten(of andere consumenten) kunnen consumenten uitsluiten van gebruik
Als jij een pintje heb opgedronken, kan niemand anders dat pintje nog opdrinken
Individuele goederen worden geproduceerd door bedrijven
De marktprijs dekt in principe kosten en winst maken is mogelijk
2. Zuiver collectieve goederen zijn niet rivaliserend en niet uitsluitbaar
Niet-rivaliserend bv politie of brandweer, bescherming van de ene persoon
hindert niet de bescherming van een andere persoon
Niet-uitsluitbaar Bescherming is voor iedereen
Zolang ze er niet zijn betaalt men er niet voor
Iedereen betaalt mee via belastingheffing omdat het voor de hele samenleving is
3. Quasicollectieve goederen = goederen die voor verkoop op de markt in aanmerking komen,
maar soms worden ze uit sociale (vb. onderwijs) of praktische (vb. wegennet) overwegingen
door overheid aangeboden
Rivalisering is mogelijk vb. aantal leerlingen in klas is beperkt
Uitsluiting ook mogelijk vb. in privéscholen krijgen alleen diegenen die ervoor
kunnen betalen onderwijs
Maar overheid biedt onderwijs tegen lagere prijs waardoor iedereen onderwijs kan
krijgen consumptie van onderwijs heeft een positieve invloed op welvaart
Economische goederen kunnen ook onderverdeeld worden in:
o Consumptiegoederen = bevredigen onmiddellijk de behoeften van gezinshuishoudingen
Verbruiksgoederen (niet-duurzame consumptiegoederen) = kan je slechts éénmaal
verbruiken vb. brood
Gebruiksgoederen (duurzame consumptiegoederen) = kan je verschillende malen
gebruiken voor bevrediging van zelfde behoefte vb. smartphone
o Investeringsgoederen = dienen om andere goederen te produceren en worden
geproduceerd door bedrijfshuishoudingen
3
, Kapitaalgoederen = hebben een levensduur van ten minste 1 jaar (duurzaam) vb.
gebouwen, machines, vervoermaterieel
Vlottende investeringsgoederen = worden tijdens productieproces verwerkt of
vernietigd (niet duurzaam) vb. grondstoffen, hulpmaterialen
0.4 Consumptie en productie
Consumptie = aanwending van economische goederen (voor niet-productieve doeleinden) dat
gepaard gaat met besteden van inkomen
Productie = scheppen of toevoegen van waarde (nuttigheden) aan economische goederen dat
gepaard gaat met verwerven van inkomen
Productiefactoren = middelen die vereist zijn voor productie
o Natuur (leverancier van grondstoffen en energie)
o Arbeid (en ondernemerscapaciteit) alle fysieke en intellectuele arbeidsprestaties
o Kapitaal (reële kapitaalgoederen) = afgeleide (geproduceerde) productie factor
Het geheel door mensen geproduceerde productiemiddelen
Kapitaal wordt door de samenwerking van natuur en arbeid gevormd
Omwegproductie = indirect (langs een omweg) bijdragen tot de uiteindelijke
behoeftebevrediging
0.5 Methode
Inductieve methode: van groot aantal feitelijke gegevens naar wetmatigheid
o vb. wanneer prijs van smartphone stijgt vermindert vraag en wanneer prijs daalt neemt
vraag toe negatief verband tussen prijs en gevraagde hoeveelheid
Deductieve methode: van algemeen beginsel naar nieuwe besluiten
o Men gaat er vanuit dat consumenten streven naar maximale behoeftebevrediging gegeven
hun budgetbeperking
o Hieruit kan men vraag naar vb. smartphones afleiden
Beste resultaten combinatie van inductieve en deductieve methode
0.6 De ceteris paribus-clausule
Ceteris paribus-clausule = als het overige gelijk is, onder overigens gelijke omstandigheden
o Men ziet een welbepaald economisch verschijnsel afhankelijk van één variabele, terwijl men
alle andere factoren waarvan het economisch verschijnsel afhankelijk is, veronderstelt als
constant
o vb. Coca Cola wil marktaandeel halen
Prijs verlagen (40%) vraag stijgt (40%)
Rekening houden met:
o Concurrentie (goedkoper)
o Weer (niet tijdens winter)
o Omgeving
o Lonen (laag kopen geen/minder cola)
0.7 Micro-, meso- en macro-economie
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BoHolemans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.65. You're not tied to anything after your purchase.