Although the summary is easy to understand, there are a lot of half-written, incorrectly written words and incorrect names in the text, so you should include the book to correct these points.
Wat is criminologie?
Criminologie is de wetenschap die criminaliteit vanuit verschillende invalshoeken benadert
vanuit verschillende disciplines zoals: psychiatrie, geneeskunde, sociologie, psychologie,
rechtswetenschappen etc.
Wat we criminele gedrag noemen hangt af van de gevolgen die het gedrag heeft voor zowel
de slachtoffers als de samenleving, van de morele opvattingen van de machthebbers, van de
publieke opinie, en vaak ook van de context waarin het gedrag plaatsvindt. Wat als crimineel
gedrag wordt gedefinieerd kan door de tijd veranderen. Overspel was vroeger een strafbaar
feit, maar is op een gegeven ogenblik als delict uit het Wetboek van Strafrecht geschrapt. Dit
noemen we decriminaliseren. Omgekeerd is nu verkrachting binnen het huwelijk een
misdrijf, vroeger bleef dit ongestraft. Nieuwe feiten binnen de werking van het strafrecht
brengen noemen we criminaliseren.
Criminaliteit wordt geconstrueerd binnen het geheel van interacties tussen daders,
slachtoffers, omstanders en functionarissen belast met formele sociale controle.
Criminaliteit kan dus worden gezien als sociaal construct, dat wil zeggen dat criminaliteit is
‘wat we zo noemen’, waarover binnen de samenleving afspraken zijn gemaakt.
Historisch overzicht
- Er werd nagedacht over misdaad en straf door filosofen als Plato en Aristoteles (400
v. Chr.).
- In religieuze geschriften komen ook elementen van misdaad en straf naar voren
(Nieuwe Testament, ‘oog om oog’ principe).
- Middeleeuwen: heerschappij van kerkelijke macht, weinig over criminaliteit.
- 15e eeuw; kritische criminologie door Thomas More
- 17e eeuw: Natuurwetenschappen in Verlichting opkomst van Klassieke school
(Rousseau en Montesquieu)
1
,Beccaria is de belangrijkste figuur uit Klassieke school. Hij nam krachtig stelling tegen het
willekeurige gebruik van het strafrecht en vooral tegen de gangbare praktijken van marteling
en doodstraf. De volgende uitgangspunten met betrekking tot een rechtvaardig en effectief
strafrechtelijk systeem:
- Het individu moet zo min mogelijk worden gehinderd door het recht.
- De rechten van de aangeklaagde moeten in elk stadium van het proces worden
beschermd door de wet.
- De ernst van een misdrijf wort bepaald door de schade die een ander is aangedaan.
- De wetgevende macht moet misdaden definiëren en van tevoren bepalen welke straf
op welk misdrijf wordt gesteld (legaliteitsbeginsel).
- Straffen moeten in de juist verhouding staan tot het gepleegde misdrijf
(proportionaliteitsbeginsel).
- Straffen zijn onrechtvaardig als ze zwaarder zijn dan noodzakelijk om afschrikking te
bewerkstelligen.
- Excessieve straffen zijn inefficiënt, omdat ze niet alleen falen in hun
afschrikwekkende werking, maar zelfs leiden tot toename van misdaad.
- Straffen moeten snel en voorspelbaar worden uitgevoerd, zodat het verband tussen
het gepleegde feit en de opgelegde straf duidelijk en onontkoombaar is.
- Het opleggen van straf aan de veroordeelde moet vrij zijn van corruptie en
vooroordeel.
Grondleggers; de eerste theorieën
Volgens de Klassieke school zouden misdadigers vanuit rationele motieven handelen.
Het positivisme – ook wel aangeduid als Italiaanse school of bio-antropologische school) stelt
dat criminaliteit was aangeboren en bediende zich van de natuurwetenschappelijk methode.
Logroño was een van de belangrijke representanten van deze stroming. Hij bouwde voort op
het gedachte goed dat de vorm en afmeting van de schedel een graadmeter en voorspeller
van menselijk gedrag zouden zijn. Lombroso verrichte onderzoek naar lichaamskenmerken
onder gevangenen en geestelijk gestoorden. Volgens Lombroso is een mens van oorsprong
een geboren misdadiger. Crimineel gedrag bij de moderne mens verklaart Lombroso met het
begrip ‘atavisme’, een terugval in de evolutie, waardoor primitieve kenmerken weer de
boventoon gaan voeren. De Franse of milieuschool ontkende de theorie van de geboren
misdadiger en duidden als oorzaak het sociale milieu waarin iemand opgroeit.
Kernbegrippen
Italiaanse school: ook wel aangeduid met ‘positivisme’. Met de evolutietheorie van Darwin
en de natuurwetenschappelijk methode als uitgangspunten ziet men criminaliteit als een
aangeboren eigenschap. De Italiaanse arts-psychiater Cesar Lombroso (1835-1909) is de
bekendste vertegenwoordiger van deze stroming. De oorspronkelijke enge benadering van
de geboren misdadiger wordt later wat genuanceerd door invloeden van de milieuschool.
Door deze nuancering kon de theorie overleven en zijn er elementen van terug te vinden in
latere theorieën.
Klassieke school: Eerste structurele theorievorming over misdaad en straf tijdens de periode
van de verlichting. De klassieke school zag de mens als rationeel denkend wezen die
verantwoordelijk is voor zijn eigen handelen. Misdaden moesten worden gecodificeerd in
2
,wetgeving en straf moest rechtvaardig, proportioneel en humaan zijn. Belangrijke
exponenten waren de filosofen Cesar Beccaria (1738-1794) met zijn sociaal contracttheorie
en Jeremy Bentham (1748-1832) met zijn utilitaire filosofie.
Milieuschool: deze stroming ontstond als reactie op de Italiaanse school in Frankrijk en
wordt daarom ook wel aangeduid als Franse school. De milieuschool verklaart criminaliteit
door invloeden uit de sociale omgeving van de misdadiger. Opvoeding, armoede en sociaal
milieu worden als belangrijke factoren gezien die crimineel gedrag kunnen veroorzaken.
Trias politica: de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht moeten in handen zin van
verschillende personen en mogen slechts binnen het voorgeschreven terrein functioneren.
In het Nederlands ‘scheiding der machten’, zoals wij die thans nog steeds kennen.
Hoofdstuk 9 Onderzoek in de criminologie
Soorten van criminologisch onderzoek
Kwantitatief onderzoek
Bij Kwantitatief onderzoek hebben de data in het algemeen de vorm van cijfers. Met
toepassing van statistische technieken kan de onderzoeker bepaalde verschijnselen
beschrijven (beschrijvende statistiek) of verklaren (verklarende statistiek). In de
beschrijvende statistiek worden de cijfers op een overzichtelijke wijze voor een bepaald doel
gerangschikt en gepresenteerd in bijvoorbeeld tabellen of figuren. De verklarende statistiek
probeert door het uitvoeren van statistische berekeningen bepaalde verbanden tussen de
gevonden cijfers te ontdekken. Bij kwantitatief onderzoek gaat het om de ‘wat’ of ‘hoeveel’-
vraag. Bij deze onderzoekstrategie wordt er gegaan voor breedte i.p.v. diepgang. Bij
kwantitatief onderzoek wordt er geboden voor een relatief grootschalige aanpak die
generaliseerbaarheid van de resultaten mogelijk maakt.
Bij het verzamelen van kwantitatieve data kan nog een onderscheid worden gemaakt in
survey onderzoek, secundaire analyse en experimenten:
- Surveyonderzoek – Bij surveyonderzoek maakt de onderzoeker gebruik van een
vragenlijst (enquête) die door de onderzoekspopulatie of een steekproef daarvan
wordt ingevuld.
- Secundaire analyse – Bij een secundaire analyse maakt de onderzoeker gebruik van
bestaande databestanden met kwantitatieve gegevens die eerder door andere
onderzoekers zijn verzameld. Dit kan enorm kosten- en tijdbesparend werken. Ook
biedt het voordelen op het gebied van (internationaal) vergelijken van uitkomsten.
Een nadeel van secundaire analyse is dat je afhankelijk bent van de werkwijze van de
onderzoekers die de data hebben verzameld.
- Experimenten – Experimenten worden ook gerangschikt onder kwantitatieve
methoden, omdat de uitkomsten in het algemeen op kwantitatieve wijze worden
gemeten. Bij een experiment grijpt de onderzoeker in op bestaande
omstandigheden, vanuit de verwachting (hypothese) dat deze verandering een
bepaald effect zal hebben.
o Laboratoriumexperiment: het experiment vindt plaats in een gecontroleerde
omgeving waar geen andere storende invloeden aanwezig zijn. Ook bij dit
3
, type experiment dient rekening te worden gehouden met beïnvloedende
factoren waar de onderzoeker geen vat op heeft, zoals het vertonen van
sociaal wenselijk gedrag door de proefpersonen en het ‘leer effect’ door het
uitvoeren van een nulmeting voorafgaand aan het experiment.
o Veld experimenten: vinden plaats in de natuurlijke omgeving van een
bepaald fenomeen.
Kwalitatief onderzoek
Bij kwalitatief onderzoek gaat het om de ‘hoe’ en ‘waarom’-vraag. Bij deze
onderzoeksstrategie kiezen we voor diepgang in. Bij kwalitatief onderzoek kiezen we voor
een kleinschaliger aanpak, die weliswaar tot minder generaliseerbare resultaten leidt, maar
die wel mogelijkheden tot diepgang, detaillering en complexiteit beidt. Het doel van
kwalitatief onderzoek is om een bepaald fenomeen te begrijpen en wargenomen
verschijnselen te relateren aan theorie of te gebruiken om nieuwe theorie te ontwikkelen.
Er zijn een drietal kwalitatieve onderzoeksstrategieën – ook wel interpretatieve strategieën
genoemd: gefundeerde theoriebenadering, de etnografische benadering en de casestudie:
- De gefundeerde theoriebenadering: het doel is begrips- of theorieontwikkeling. Het
komt neer op een continue proces van het beurteling verzamelen, analyseren,
vergelijken en interpreteren van gegevens. De onderzoekers komt niet met een
uitgewerkte theorie, maar laat deze als het ware ontstaan uit de gegevens die hij
verzamelt. Het afnemen van interviews bij een zo groot mogelijk aantal
respondenten. Er zijn verschillende fasen te onderscheiden:
o Exploratiefase: het formuleren van voorlopige probleemvragen en begrippen
o Specificatiefase: het selecteren en coderen van nieuwe eenheden; het
uitwerken van centrale begrippen; samenhang zoeken tussen variabelen.
o Reductiefase: vaststellen van centrale begrippen
o Integratiefase: het completeren van het conceptueel kader en de ordening
van componenten en dit kader toetsen om vraagstelling te beantwoorden.
- Etnografische methode: beschrijven op gedetailleerde wijze de leefomgeving van de
onderzoeksgroep, als het ware vanuit de groep zelf. Etnografisch onderzoek komt tot
stand door veldwerk waarbij de onderzoeker zo veel mogelijk deelneemt aan de
leefwereld van de mensen die hij onderzoekt. Participerende observatie is een
belangrijke vorm van dataverzameling.
o Klassieke etnografische methode: langdurige, diepgaande participatie en
observatie van de door de onderzoeker bestudeerde persoon.
o Mobiele etnografie: onderzoek op verschillend eplaatsen tegelijk.
o Etnografische content analyse: wordt gebruikt om de overdracht van
betekenis te documenteren en te begrijpen. De onderliggende betekenis van
de boodschap in een document wordt het ware ontrafeld.
- Casestudie: de onderzoeker probeert om een diepgaat en integraal inzicht te krijgen
in een bepaald verschijnsel. Casestudies kennen een brede toepassing en kunnen
zowel gericht zijn op een persoon (een patiënt bij medisch onderzoek), een groep
(een team binnen het politiecorps) en een deel verzameling binnen neen groep (de
vrouwelijk agenten binnen een politiedistrict) als op meerdere eenheden (een drietal
agenten). Casestudie is een intensief proces. De casestudie kan worden gedefinieerd
als een empirisch onderzoek dat:
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller robinvanloon. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.