100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting algemene gedeelte van de geschiedenis van de Nieuwe Tijd (KU Leuven) $5.33   Add to cart

Class notes

Samenvatting algemene gedeelte van de geschiedenis van de Nieuwe Tijd (KU Leuven)

4 reviews
 200 views  13 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting algemene gedeelte van de geschiedenis van de Nieuwe Tijd (KU Leuven)

Preview 4 out of 78  pages

  • February 14, 2021
  • 78
  • 2019/2020
  • Class notes
  • Johan verberckmoes
  • All classes

4  reviews

review-writer-avatar

By: maxime-schellekens • 1 year ago

review-writer-avatar

By: nboucherie • 1 year ago

review-writer-avatar

By: JarneCannoot • 3 year ago

review-writer-avatar

By: JanVanHoey • 3 year ago

avatar-seller
Geschiedenis van de Nieuwe Tijd: algemeen deel



1. De Genese van het moderne Europa
1.1 Inleiding
In het begin van de NT (rond 1450) bestaat
Europa uit zo’n 500tal staten of onafhankelijke
pol entiteiten (zwarte schapen op dat moment
zijn de gebieden langs de etnische gebieden)




Eind NT (1800): Fr, Spanje en GB = eengemaakt en
herkenbaar voor ons (onafhankelijke delen zijn
verdwenen. It en Dtsl zijn niet eengemaakt pas
later.  staten niet definitief gevormd vb
annexatie van de Krim door Rusland  staten zijn
nog altijd in beweging.



1.2 Staatsvorming
Staatkundige ontwikkeling staan centraal in de politieke geschiedenis van vroegmodern Europa
(afname van # staten + schaalvergroting van de staten en het verlies van de autonomie van andere
staten)  kleinere territoria worden opgeslorpt door grotere

In het begin is het enkel bij de Europese staten (GB, Spanje & Fr) maar later ook bij landen uit de
Europese periferie (Pruisen en Rusland)

Geen rechtlijnige (Polen) en geen uniforme ontw (Nederlanden, Duitsland & Italië)

A. Frankrijk  vb van zeer snelle territoriale integratie, geen voorbeeld elke ontw loopt anders,
niet alle gebiedsuitbreidingen zijn een lineair proces.
Heel veel versnippering, lokale hertogdommen erkennen het gezag van de vorst wel maar
zijn politiek gezien onafhankelijk (binnenlands vlak wordt frankrijk ook 1gemaakt)
Na 100 jarige oorlog : versnipperd territorium  1477-1532: verschillende gebieden
geïntegreerd in kroondomein
Manieren om rijk uit te breiden:
 Provence & Anjou: geschonken aan Franse koning
 Oranje gebied: via militaire agressie toegevoegd
 Bretagne: opstand wordt neergeslagen en wordt in kroondomein gebracht door
huwelijk in 1532 : Dynastieke politiek

1532: staatsvormingsproces in Fr is echter nog niet gedaan : onder Lodewijk XV territorium
nog uitgebreid

B. Polen  bewijs dat staatkundige ontw geen lineair proces zijn  P. zwakke staat en werd
gedomineerd door ggb daardoor geen grote pol beslissingen doorgevoerd speelbal van de
1

,Geschiedenis van de Nieuwe Tijd: algemeen deel


buurlanden die wouden uitbreiden  id loop vd 18e E slaagt Rusl om naar het westen op te
schuiven maar Oostenrijk wilt niet dat het buurland word dus treedt Pruisen op als
scheidsrechter (wil niet dat Rusland te sterk wordt: gevaar afwenden + zelfpreservatie) 
Oost & Rus beslissen om een deel van P af te nemen om Rus te sussen : 1777: 1e x annexatie
deel van Polen : bezetten en toevoegen aan R herhaalt zich in 1793: Pruisen en Rusl
annexeren opnieuw deel van Polen  1795: genadeklap : overblijfsel van Polen wordt onder
3 grootmachten verdeeld  zo wordt Polen volledig opgeslokt door 3 expansieve staten
Worden de Poolse delingen genoemd!

1.3 Gestalten van de staat
Vroegmoderne Europese staten waren geen natiestaten zoals vandaag betekent, het waren vooral
dynastiek conglomeraten verworven door huwelijk, erfenis en oorlog (dus geen natiestaten waarbij
de grenzen samenvallen met de culturele identiteit dit is omdat de naties in 1e instantie uitgaan van
de vorsten er wordt geen rekening gehouden met de inwoners, de pol is gewoon gericht op
expansie)

Dynastiek= bij troonsafstand of overlijden zetelende monarch gaan rechten en titels naar de
wettelijke erfgenaam
Conglomeraten = dynastieke staten zijn in essentie samengestelde staten

Samengestelde staat (composite state, composite monarchy, ook wel conglomerate state): de staat
bestaat uit verschillende territoria onder de soevereiniteit van 1 heer, maar het gaat om een
personele unie (enkel de vorst en zijn dynastieke rechten houden alles samen) , voor de rest staan
die niet of amper in relatie met elkaar en ze hebben ook allemaal een andere relatie tov de vorst.
2 types samengestelde staten:
 Met aaneengesloten territorium: Engeland-Wales-Schotland, Castilië-Aragon, Polen-
Litouwen, Bourgondische Nederlanden ...
 Met versnipperd territorium, gescheiden door zee of andere staten: Brandenburg-
Pruisen, Groot-Brittannië-Ierland-Hannover, het rijk van Karel V ...)
 Vb zie kaarten
In NT geen sprake van echte ‘staat’ maar van dynstiek conglomeraat omdat vorst titels heeft op bep
territorium die bij overlijden worden doorgegeven worden aan wettelijke erfgenaam.

Andere staatsvormen:
 Electieve vorstendommen (oa. kieskoningschap)
bv: Heilig Roomse Rijk, Polen, Hongarije, Bohemen
 Geestelijke vorstendommen
bv: Pauselijke Staat, Prinsbisdom Luik, Keulen, Metz…
 Stadstaten en republieken
bv: Hamburg (ss), Venetië, Florence, Zwitsers Eedgenootschap (r) , Republiek der
Verenigde Provinciën
 Transformaties: Florence (republiek nr monarchie; Nederlanden onder 1 vorst
verenigd; GB hobbelig parcours na Glorious Revolution naar constitutionele
parlementaire monarchie)
Iberische imperium (1580-1640): Spanje, Portugal en hun kolonies
(…..)


1.4 Ingrediënten van staatsvorming in de vroegmoderne periode
2

,Geschiedenis van de Nieuwe Tijd: algemeen deel


a. Dynastieke allianties
Het merendeel van de staten worden hierdoor geleid: strategisch trouwen want het is goedkoper
dan oorlog en duurzamer (+ uitkomst oorlog is onzeker).

Giovanni Botero : uitgesproken voorkeur voor dynastieke allianties

Habsburgers waren daar heel sterk in: bijna alle territoria zijn zo verworven vandaar Latijnse
quote: laat de andere maar oorlog voeren, jij, Oostenrijk, huwt gewoon. De meeste oorlogen in de NT
zijn successieoorlogen (!!!)

b. Militaire agressie
Vroegmodern staatsvormingsproces mede op gang getrokken door de zgn. Militaire Revolutie

 Term geïntroduceerd door Michael Roberts (1955): duidt op diepgaande
ontwikkelingen in militaire technologie en organisatie in periode ca. 1550-1650
 Eerder evolutie dan revolutie: beweging al midden 15de eeuw ingezet

Militaire revolutie zorgt ervoor dat er:

 Meer krachtige en preciezere artillerie is (voreger gwn rotsblokken die er wel vervaarlijk
uitzagen maar amper impact hadden, nu zijn er ijzeren kogels; in 15e E bestond er al buskruit
maar nu wordt de tehnologie ook op punt gezet maar dat betekent dat er ook
vernieuwingen moeten komen op vlak van defensie)
 Vernieuwing is in de vestingbouw: La Trace Italienne
o 1450-1520 ontwikkeld door Italiaanse militair ingenieurs; grote verspreiding in
West-Europa
o 17de eeuw geperfectioneerd door de Franse militair ingenieur Sébastien Le Prestre
de Vauban (1633-1707). Vauban vooral belangrijk aan frans-vlaams grens  ijzeren
gordel (verschillende lagen zie kaart)
o Stervormig patroon van de stad om zo elke hoek te kunnen beschermen

Oorlogen worden meer een zaak van belegeringen dan van veldslagen; van artillerie en infanterie
dan van cavalerie daardoor vindt er ook een evolutie plaats naar permanente, staande legers;
invoering ‘dienstplicht’ (bv. Frankrijk 1688)  Professionalisering: training, dril, discipline, uniformen,
specialisatie compagnieën dat zorgt dus voor drastische toename troepensterkte. Rol van adel moet
aan belang inboeten want de vorst is minder afhankelijk van de adel om een staatsmacht te bouwen
want heeft eigen leger = INSTRUMENT VAN DE VORST

Ook op zee zijn er gelijkaardige ontwikkelingen bij de marine

 16de eeuw: ontwikkeling gespecialiseerde oorlogsbodems
 Voortuitgang in scheepsbouw: verbeterde snelheid, stabiliteit, wendbaarheid en weerbaarheid
 Gespecialiseerde opleiding: van landsoldaten op zee naar getraind marinekorps ook hier
evolutie naar permanente vloot in 16de eeuw; uitbreiding vloot


c. Politieke centralisering en uitbouw staatsapparaat
(1) Ontstaan van fiscaal-militaire staat:

 Onderhouden van een permanent leger slorpt heel veel geld op  staat financiële
problemen(kon failliet gaan door oorlogsuitgaven)  nood aan nieuwe inkomstbronnen 
3

, Geschiedenis van de Nieuwe Tijd: algemeen deel


toename directe en indirecte belastingen + stijgend belang kolonies voor financiële
slagkracht van de staat  zrogde voor heel protest en opstanden  stijgende belastingen
zorgen voor nood aan manier om alles te organiseren en te innen + tegenstand onder
controle te brengen  centralisering en hiërarchisering wetgeving zorgen voor ontstaan
bureaucratie en uitdijend staatsapparaat, toenemende overheidsinterventie in alle
domeinen van de samenleving (16e – 17e E)  militaire dominantie Pruisen en Groot-
Brittannië gebaseerd op moderne en efficiënte fiscaliteit (pas in 18e E)

(2) Centralisering en territoriale integratie

Evolutie van territoriaal conglomeraat of samengestelde staat naar gecentraliseerde, geïntegreerde
staat = gebieden hangen constitutioneel samen door het gebrek aan centrale macht kan de vorst de
gebieden naar zich toetrekken die de macht naar zich toetrekt en dan de standenvertegenwoordiging
en parlement zal kunnen uitschakelen!  uitbouw van het absolute, centrale staatsgezag =
ABSOLUTISME

 17de eeuw, Frankrijk: succesvolle politiek in de richting van het absolute, centrale
staatsgezag
 18de eeuw: politieke akkoorden in Engeland-Wales-Schotland, Castilië-Aragon en Oostenrijk-
Hongarije om meer eenheid te creëren tussen de onderdelen van de samengestelde staat

Eng & schotland worden de systemen van personele unie veranderen in systemen waarbij alles
versmelt : territoriale eenheid  gebeurt ook in Spanje en Oostenrijk-Hongarije

Men gaat op dat moment heel veel nadenken over de staat en hoe die nu eig werkt:
1) Verzetsttheorie: Theoretische fundering vd burgerlijke ongehoorzaamheid
2) Absolutisme : Vorst heeft macht v god gekregen & moet aan niemand verantwoording
afleggen
3) Volkssoevereiniteit: Verlichting & ideeën qua burgerparticipatie


1.5 Verzet tegen centralisatie
Dat proces van staatsvorming stuit onvermijdelijk op verzet tegen de expansie van de staatsmacht
want die beknotten de lokale autonomie dat zorgt ook voor zware fiscale druk en de aantasting van
rechten en vrijheden oorlog tussen landen, maar ook binnenlandse oorlogen & problemen 
poging van de vorst om de totale greep op de samenleving te krijgen wordt niet zomaar aanvaard
Naast krachten om het centrum te versterken zijn er ook centrifugale processen: die processen zijn
erop gericht het absolutisme tegen te houden!

Voorbeelden:
Comuneros in Castilië (1520-1522)
Gentse Opstand (1539-1540)
Revoltes in Frankrijk (1632-1642, 1658-1675)




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Milo97. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62491 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.33  13x  sold
  • (4)
  Add to cart