Taak 4: Taal
Definitie van taal en betrokken hersengebieden (bottum-up en top-down processen)?
Definitie van taal
Er bestaat geen universeel geaccepteerde definitie van taal. Taal wordt beschreven als het gebruik van
een combinatie van geluiden voor communicatie. Het gebruik van deze geluiden is onderhevig aan
regels die worden vertaald tot andere sensorische modulaties. Ze maken equivalente communicatie via
gebarentaal, aanraking en visuele beelden mogelijk.
Normaal verlopende taalprocessen zijn afhankelijk van de complexe interactie tussen sensorische
integratie en symbolische associatie, motorische vaardigheden, getrainde syntactische patronen en
verbaal geheugen.
Taal is een unieke humanische capaciteit die bestaat uit de ontwikkeling van meerdere sensorische
kanalen. Het geeft de mens de mogelijkheid om sensorische informatie te organiseren. Tevens omvat
het de unieke motorische handeling om zinnen te produceren, evenals het vermogen om grammaticale
regels te hanteren, waardoor het de prestatievermogen van het systeem enorm toeneemt.
Componenten van taal
Alhoewel de meesten van ons denken dat woorden de belangrijke basis vormen voor taal, delen
taalkundigen taal heel anders op.
Traditionele criteria
Woorden bestaan uit fundamentele taalgeluiden die fonemen (klanken) genoemd worden. Een analyse
van de productie van fonemen wordt een fonologische analyse genoemd ( fout: ‘spiegoloog’).
Fonemen worden op hun beurt gecombineerd tot morfemen, de kleinste betekenisvolle delen van
woorden. Het kan een basis, een voor- of achtervoegsel (‘klein-tje’) of een verbuiging (fout: ‘hij lopen
naar huis’). Morfemen zijn de kleinste betekenis dragende elementen in een taal die uit één of meer
fonemen bestaan (‘wet-boek’). Sommige morfemen zijn complete woorden op zichzelf; andere
morfemen moeten gecombineerd worden om een woord te vormen.
Een lexicon is een verzameling van alle woorden in een bepaalde taal.
Syntaxis (grammatica) is de theorie die stelt hoe een correcte zin moet worden gevormd; belangrijk
zijn o.m. de volgorde waarin de zinsdelen staan en hun tijdsvorm (verbuiging, vervoeging).Woorden
worden in patronen aan elkaar verbonden volgens de regels van de grammatica/pragmatische
component (fout: ‘Meijke broodje eten’.
Kinderen ontwikkelen, onafhankelijk van eerdere training, syntactische vaardigheden. Deze
karakteristiek leidde er toe dat taalkundige Noam Chomsky suggereerde dat mensen bezitten over een
aangeboren hersenorganisatie (innate brain organisation) voor het ontwikkelen van taal.
De betekenis die verbonden is aan woorden en zinnen wordt collectief aangeduid als semantiek
(betekenisleer).
Vocale intonaties, de stemtoon die de literaire betekenis van woorden en zinnen kan modificeren,
worden collectief aangeduid als prosodie (prosody).
Het verbinden van zinnen om een verhaal te vormen wordt aangeduid met de term redeneren
(discourse).
Beschrijving van menselijke taal
Alhoewel de aanwezigheid van woorden en woorddelen de traditionele criteria vormen waarmee
taalkundige taal erkennen, zijn er ook andere manieren om menselijke taal te beschrijven. Een
karakteristiek is het gebruik van lettergrepen (syllables) die opgebouwd zijn uit medeklinkers
(consonants) en klinkers (vowels). Dus, het speciale aan menselijke taal is dat onze monden in staat
zijn om medeklinkers (consonants) te produceren en deze te combineren met klinkers (vowels) om
daar lettergrepen (syllables) mee te produceren.
, Neuropsychologische stoornissen 2
Componenten van geluidgebaseerde taal:
○ Fonemen = Klanken, aaneenschakeling vormt morfemen
○ Morfemen = Kleinste betekenisvolle delen van een woord, combinatie vormt woord
○ Syntaxis = Grammatica; de geoorloofde combinaties van zinnen en uitspraken.
○ Lexicon = Collectie van alle woorden in een bepaalde taal
○ Semantiek = Betekenissen die overeenkomen met alle lexicale items en mogelijke zinnen.
○ Prosodie = Vocale intonatie die de betekenis woorden/zinnen kan modificeren.
○ Redeneren = Zinnen verbinden om een verhaal te constitueren.
Bottom-up en top-down processen
Men destilleert uit het klank- of schriftbeeld herkenbare eenheden, gehelen waar niet elk detail van
gerealiseerd of geregistreerd hoeft te zijn, maar waar het wel een betekenis mee kan verbinden. Dat
kan alleen lukken als je beschikt over een heel netwerk van betekenissen, oftewel: van concepten, dat
is jouw conceptuele kader. Dat bestaat uit kennis van de wereld, plus de kennis van de situatieve
context waarin men zich met de gesprekspartner bevindt, plus de kennis van wat er net al gezegd is,
d.w.z. de talige context.
Men probeert vanuit hun conceptuele kader betekenissen toe te kennen aan de binnenkomende
taalstroom. Dit zijn wat men noemt ‘processen van hogere orde’. De registratie van klanken of
letters en het opmaken van woorden daaruit noemt men ‘processen van lagere orde’. Het
verwerkingsproces van ‘klein’ naar ‘groot’ – men noemt dat van bottom-up – werkt voortdurend
samen met het betekeniszoekende proces van bovenaf – topdown dus.
De lokalisatie van taal
De huidige kennis betreffende lokalisatie van taalprocessen zijn afkomstig vanuit vier basislijnen van
onderzoek:
1) Anatomische studies van taal.
2) Laesiestudies bij menselijke patiënten.
3) Studies naar hersenstimulatie bij menselijke patiënten die bij bewustzijn zijn.
4) Beeldvormende hersenstudies.
Anatomische gebieden die zijn geassocieerd met taal
De anatomische markeringen die door onderzoekers gebruikt worden voor het beschrijven van
hersengebieden die geassocieerd zijn met taal variëren sterk. Zo wordt er verwezen naar de sulci,
Brodmann’s gebieden of naar de gebieden die geassocieerd worden met syndromen als Broca’s en
Wernicke’s gebied.
Figuur 19.6 illustreert verschillende benaderingen voor het labelen van de corticale gebieden die het
meest frequent worden beschreven als zijnde de kernrol bij taal:
1. Anatomische gebieden
Figuur 19.6A laat zien dat deze gebieden de inferior frontal gyrus (Broca) de superior
temporal gyrus (Wernicke) bevatten, waarin respectievelijk Broca’s gebied (groen) en
Wernicke’s gebied (geel) gelegen zijn.
Delen van de omliggende gyri, waaronder de ventrale delen van de precentrale en postcentrale
gyrus, de supramarginale gyrus, de angular gyrus en de medial temporal gyrus liggen ook
binnen de kerngebieden van taal.
2. Brodmann’s cijfersysteem
Figuur 19.6B toont het taalgebied dat in overeenstemming is met Brodmann’s cijfer systeem, in
welke Broca’s gebied equivalent is aan de gebieden 45 en 44 en Wernicke’s gebied equivalent
is aan gebied 22. Taal gebieden bevatten ook delen van gebied 9, 4, 3-1-2, 40, 39 en 21.
, Neuropsychologische stoornissen 3
.
3. Figuur 19.6C laat zien dat, wanneer
de laterale spleet wordt geopend,
een aantal taalgerelateerde
gebieden gevonden kunnen
worden. Het gaat hierbij om de
insula, een groot gebied van de
neocortex dat gelegen is aan de
dorsale zijde van de laterale spleet;
Heschl’s gyrus (primary auditory
cortex); en delen van het superior
temporal gyrus - anterior en
posterior superior temporal planes
(aSTP en pSTP).
Combinatie van 1) Heschl’s gyrus,
2) aSTP (anterior superior
temporale plane) en 3) pSTP
(posterior superior temporale
planea), wordt de planum temporale genoemd.
Andere gebieden die deelnemen aan het taalproces:
Het dorsale gedeelte van de motor cortex/supplementary motor area (gebied 6):
verantwoordelijk voor ritmische mondbewegingen om geluid te kunnen articuleren;
delen van de linker thalamus (spraak, benaming, snelheid van spraak, benaming en
geheugen);
dorsolaterale delen van de caudate nucleus en cerebellum;
visuele gebieden (nodig voor lezen);
sensorische routes, motorische routes en routes die al deze gebieden met elkaar verbinden
(motor → articulatie);
rechterhemisfeer.
Laesiestudies bij mensen
De meeste discussies over de neurale basis van taal hebben Broca’s en Wernicke’s gebied centraal
gesteld. Het vroege neurologische model van taal door Carl Wernicke, en het later doen herleven door
Norman Geschwind, wordt nu het Wernicke-Geschwind model genoemd (beschrijft het nazeggen
van geschreven en gesproken woorden in opeenvolgende fasen).
Het model is volledig gebaseerd op data van laesies (Figuur 19.7). Verder zijn veel aspecten
gemodificeerd door TMS en beeldvormende hersenstudies. Dit driedelige model heeft een vormende
rol gehad in het sturen van onderzoek.
1. De betekenis van woorden wordt vertegenwoordigd in het gebied van Wernicke. Wanneer een
persoon luistert naar spraak, worden de woordgeluiden via de primary auditory pathways
doorgestuurd naar de primary auditory cortex (oftewel: Heschl’s gyrus). Vanuit daar worden ze
doorgestuurd naar Wernicke’s area, waar de betekenis uit het woord wordt ontrokken.
Gesproken woord (door een ander) → primair auditieve routes → primaire auditieve cortex →
Wernicke’s gebied (klankbeelden van woorden) → horen en begrijpen van woord.
2. Om spraak te kunnen produceren moeten woordbetekenissen via de boogvormige fasciculus
worden gestuurd naar Broca’s gebied waar morfemen worden samengesteld. Het model
veronderstelt dat Broca’s gebied het articuleren van woorden vertegenwoordigt. Instructies
voor spraak worden vanuit Broca’s gebied naar de aanliggende gezichtsgebieden gestuurd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Stuvia2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.