100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Basiskennis geschiedenis, ISBN: 9789001846220 Geschiedenis $3.20   Add to cart

Summary

Samenvatting Basiskennis geschiedenis, ISBN: 9789001846220 Geschiedenis

 22 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Hele boek samengevat in duidelijke en overzichtelijke tekst.

Preview 4 out of 41  pages

  • Yes
  • February 15, 2021
  • 41
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting geschiedenis
Hoofdstuk 1, Tijd van de jagers en boeren.
De mens heeft zich vanuit Afrika over de andere werelddelen verspreid. Oorspronkelijk als
jager-verzamelaar. Deze leefwijze werd sterk beïnvloed door het heersende klimaat.

1.1.1 Migraties uit Afrika.
In Oost-Afrika leefden 4/5 miljoen jaar geleden al mensachtigen. Ongeveer anderhalf
miljoen jaar geleden verliet de homo erectus(rechtop lopende mens) Afrika. In
Europa ontwikkelde die zich tot de Neanderthaler, tegenwoordig de Homo sapiens
omdat de andere mensachtigen zich minder snel konden aanpassen stierven ze.
1.1.2 De nomadische samenleving van jager-verzamelaars.
Jagen en verzamelen is voor mensen de oudste vorm van bestaan, deze leven een
nomadisch bestaan (steeds rondtrekken). Verschil met deze mens in Zuid-Amerika en
Europa is dat ze in Amerika geen wintervoorraad hoeven aan te leggen. Dit ivm het
tropische weer. Er is altijd vis, groente en fruit (in Europa niet)
1.1.3 Rendierjagers.
Tot 10.000 voor Chr. Bedekte ijs het noorden van Europa en heerste er een
toendraklimaat in W Europa. Op deze toendra, een gebied begroeid met mos, gras en
struiken leefden rendierjagers. Het vlees, de huid en botten werden allemaal gebruikt
(eten, kleding, gereedschap, tent). Belangrijkste gereedschap waren vuurstenen,
botten en hout. Vuur om te overleven (tegen kou en roofdieren) botten en hout om
pijlen, boren, messen naalden etc. te maken.
1.1.4 Jagers en Vissers.
Na de ijstijd werd het steeds warmer. Hierdoor raakte het land met bos begroeid.
Veel dieren profiteren hiervan, er was volop voedsel te vinden. Ook in de meren
kwam ineens veel vis. Hierdoor hoefden de jagers rond 7000 v Chr. niet meer rond te
trekken. In de lente werd gevist, in de herfst noten, verder jagen.
1.2 De overgang van jagen en verzamelen naar landbouw.
De eerste boeren leefden 10.000 jaar v Chr. in het Midden-Oosten (de vruchtbare
halvemaan).
1.2.1 Verschillen tussen jager-verzamelaars en landbouwsamenlevingen.
Van de jager-verzamelaars is minder gevonden omdat zij ook minder hadden dan de
boeren (door het rondreizen). De uitvinding van de landbouw had zoveel gevolgen
dat men ook wel spreekt over de Agrarische Revolutie. Men ontdekte dat je graan
kon inzaaien. Dieren werden gefokt en er werd bij jonge dieren gekeken naar de
tamheid. Zo ontstonden er kuddes geiten en schapen. Dit werd uitgebreid waardoor
niet iedereen meer nodig was bij het fokken of in de landbouw. Mensen konden zich
specialiseren in bijvoorbeeld pottenbakken. Boeren ontwikkelden nieuwe technieken,
bijvoorbeeld weven en spinnen van wol en gebruik van koper, brons en ijzer.
Runderen, paarden en ezels werden gebruikt om dingen te verplaatsen. Het ploegen
en bemesten werd ontdekt. Niet helemaal duidelijk waarom mensen van jager naar
boer gingen, waarschijnlijk door overbejaging. Nadeel van landbouw was dat de
grond soms niet meer vruchtbaar was, het afval wat er ontstond. Vroeger waren
alleen veel dieren ziek met bepaalde ziektes maar dit ging over naar mensen (Pokken,
griepvirus, q-koorts).

,1.2.2 De eerste boeren in ons gebied.
De eerste landbouwcultuur in West-Europa was de Bandkeramiekcultuur rond 5400 v
Chr. ze hebben deze naam te danken aan de opvallende versiering in de vorm van
een band op het aardewerk. Deze boeren vestigden zich op het makkelijke kleiachtige
grondsoort, in Nederland alleen te vinden in Limburg.
Een andere belangrijke landbouwcultuur was de Trechterbekercultuur. Zij leefden
tussen 3500-2700 v Chr. zij kregen hun naam door de trechterachtige vormen in
potten, bekers en schalen. Zij gaven de doden, potten en sieraden mee als zij in een
hunebed werden bijgezet. (Hunebedden zijn de meest prehistorische monumenten in
Nederland).
1.2.3 Steen, brons en ijzer.
Steen materialen zijn lange tijd de belangrijkste gereedschappen en wapens geweest.
Later namen brons en ijzer dit over. Vooral vuursteen was erg belangrijk,
vergelijkbaar met nu staal, daarom wordt het soms ook de steentijd genoemd. In
Limburg werd vuursteen gemijnd. Rond 2100 v Chr. kwamen de eerste bronzen
voorwerpen in Europa. Vanaf 700 v Chr. werd ook gebruik gemaakt van ijzer, een
groot voordeel was dat dit op veel plekken kon worden gevonden. Echter waren er
wel nieuwe technologische inzichten nodig om de hoge tempraturen te bereiken om
dit te smelten.
1.3 Religieuze uitingen: grottekeningen, beeldjes en grafgiften.
Aangezien er geen schriftelijke bronnen uit dit tijdvak zijn gevonden weten we niet
wat deze mensen dachten. Er wordt aangenomen dat de mensen religieus waren. Dit
bleek uit grottekeningen. Ook in de hunebedden lagen altijd wapens en giften. Dit
zou iets kunnen zeggen over een geloof in het hiernamaals, waarbij de doden giften
meekregen voor hun reis naar het dodenrijk.
1.4.1 De Prehistorie
De prehistorie is de tijd waar geen geschreven bronnen van zijn. Dit verschilt per
gebied. In het midden oosten was dit 5000 jaar geleden, in West-Europa ongeveer
2000 jaar geleden en in Nieuw-Guinea pas 80 jaar geleden.
1.4.2 Archeologie
Archeologie is de wetenschap die zich bezighoudt met het in kaart brengen van
bodemsporen. Moderne archeologen zien zichzelf vooral als bewaarders van alles dat
zich in de bodem bevindt, het bodemarchief. Men gaat er vanuit dat men later met
nieuwe technologieën nog meer te weten kan komen. Men kan door middel van de
grondlaag te onderzoeken na gaan hoe oud iets is. Vaak kunnen sporen rond een
archeologische vindplaats iets zeggen over het verleden. Bijvoorbeeld wat ze aten of
hoe ze leefden. Een belangrijk detail is de grondsoort. Er is in Drenthe een meisje
gevonden (Meisje van Yde) die ongeveer 2000 jaar geleden overleden is. Haar huid,
haar en mantel waren goed bewaard, dit komt omdat ze in het Veen lag. In Zand
verdwijnt dit allemaal, soms blijft er een verkleuring in de bodem over.
1.4.3 Culturele antropologie
Een andere belangrijke wetenschap die kennis over de prehistorie oplevert is
culturele antropologie. Men gaat er vanuit dat er weinig verschil is tussen mensen
van nu en de prehistorie (manier van denken). Men maakt dan ook vaak gebruik van
gegevens die begin de twintigste eeuw verzameld zijn van volkeren als Eskimo’s, de
Yanomami-indianen en de Papoea’s

, Hoofdstuk 2, Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v Chr.- 500 na Chr..

2.1 De eerste beschavingen: Het ontstaan van stadstaten.
In gebieden waar voldoende voedsel door boeren werd geproduceerd, hoefde niet
iedereen op het land te werken. Er ontstonden op deze manier allerlei nieuwe
specialismen en beroepen. De beoefenaars hiervan leefden samen in een stadstaat.
Dit werden centrums.

2.1.1 Stadstaten in het Midden-Oosten (ca 3000-600 V Chr.)
De landbouwsamenlevingen van het midden oosten lagen aan rivieren als de Eufraat,
Tigris en de Nijl. Er was sprake van irrigatie, waarbij men rivierwater over het land liet
lopen. Hierdoor was er genoeg eten en hoefde niet iedereen meer op het land te
werken, er ontstonden nieuwe beroepen. Er was een priester nodig die zich met de
goden bezig hield (in een tempel die gebouwd moest worden). Er moest meer
vruchtbare grond gewonnen worden, dus er waren soldaten nodig, die hadden
wapens nodig die gemaakt moesten worden. Als er een goede verovering was, dan
waren er ook slaven gevangen genomen, deze konden op het land werken maar
moesten in de gaten gehouden worden door ambtenaren die voor de koning werkten
etc. Sommige koningen wouden regels die waren vast gelegd. Zo werden de eerste
wetten geschreven. Sommige staten waren zo succesvol met het veroveren van
anderen dat er grote rijken ontstonden, zoals het Egyptische rijk.
2.1.2 Griekse Stadstaten (ca 800 v Chr.)
In Griekenland ontstonden stadstaten zoals Athene, Sparta en Thebe. Deze
stadstaten waren vooral gericht op landbouw maar door de koloniën die gesticht
werden in het Middellandse Zeegebied werd ook handel belangrijk. Athene valt op
omdat er nieuwe ideeën werden ontwikkeld, bijvoorbeeld democratie en filosofie.
Alle vrije mannelijke burgers hadden invloed op het bestuur. De Griekse filosofen
Socrates, Plato en Aristoteles ontwikkelden ideeën voor een ideaal bestuur.
2.2 Het Romeinse rijk
De stadstaat Rome groeide door veroveringen uit tot een groot Romeins rijk (ca 200
v. Chr. -400 na Chr.). In deze tijd werd de Griekse cultuur, religie, wetenschap en
bouwstijlen overgenomen.
2.2.1 Rome, het middelpunt van een rijk.
Rome is rond 750 v. Chr. uit enkele nederzettingen ontstaan. Rond 270 v Chr. was
geheel Italië veroverd. Vervolgens werd het hele middellandse Zeegebied tot 1 rijk
samengevoegd. Toen trokken de Romeinen naar het noordwesten van Europa. Zo
kwamen ze rond 50 v Chr. terecht in het huidige Nederland. Het romeinse leger werd
door Julius Caesar geleid. Zijn opvolger werd de eerste Romeinse keizer, ook hij
gebruikte de naam Caesar als eerbetoon. Het rijk kreeg rond 250 na Chr. grote
welvaart in het rijk. Ook kreeg het in die tijd natuurlijke grenzen. In het zuiden lag de
Sahara, noorden rivieren (de Rijn), In het westen lag de oceaan en in het oosten lagen
gebergten, waar geen grenzen waren werden muren gebouwd.
2.2.2 De organisatie van het Romeinse rijk.
De romeinen waren uitstekende organisatoren. In alle veroverde gebieden golden de
zelfde wetten, er waren rechtbanken die hier toezicht op hadden. Het leger zorgde
voor rust en veiligheid. Er waren overal wegen aan gelegd, zo kon het leger zich snel
verplaatsen en kon er belasting geint worden. Overal werd Latijns gesproken, en de

, zelfde munt werd er gebruikt. Ook namen de bewoners de gewoontes van de
romeinen over (Romanisatie).
De Romeinen waren goede bouwmeesters. Ze bouwden grote steden met badhuizen,
straten, theaters, bruggen, waterleidingen en riolering. Nieuwe steden werden via
een vast patroon gebouwd. De stad werd als een schaakbordpatroon aangelegd, met
rechte straten en woonblokken. Om de stad werd een stadsmuur met torens,
poorten en een gracht gebouwd. Ook was er vrijetijdsbesteding,
gladiatorengevechten en badhuizen.
2.2.3 De ondergang van het West-Romeinse rijk.
Er zijn verschillende oorzaken. Regelmatig problemen met het opvolgen van de
keizers, deze overleden vaak door gewelddadigheid. Vervolgens brak er een strijd uit
wie de keizer op moest volgen. Er waren vaak goede legeraanvoerders maar deze
waren vaak slechte bestuurders. Vanaf 250 na Chr. kwamen de grenzen onder druk te
staan door de Grote volksverhuizingen. Nomadische Hunnenvolk trok vanuit midden-
Azië richting het westen en zette hiermee de Grote volksverhuizingen in gang
(oorzaak misschien klimaatverandering). In 395 na Chr. werd het Romeinse rijk
opgedeeld in West-Romeins (Rome) en Oost-Romeins (Byzantium, later
Constantinopel, tegenwoordig Istanbul). In 402 na Chr. trokken de West-Romeinse
legers zich terug om Rome te beschermen. In 476 werd de laatste West-Romeinse
keizer afgezet.
2.2.4 Bewaking van de grens
De Romeinse soldaten hadden een degelijke uitrusting en werden goed getraind. Een
legioensoldaat droeg een hemd dat gemaakt was van ijzeren ringetjes, een ijzeren of
bronzen help met wangkleppen en nekbeschermer en een schild dat meer dan de
helft van zijn lichaam bedekte. Als wapen een speer, zwaard of dolk. Naast het 1
tegen 1 vechten werden ze ook getraind om in gesloten formaties te vechten. Andere
volkeren waren dit niet gewend waardoor het Romeinse leger lange tijd bijna
onoverwinnelijk was. Na 25 jaar soldaat te zijn geweest kreeg je als pensioen een stuk
grond in het grensgebied.
Bataafse hulpsoldaten.
De bewoners die in het tegenwoordig Nederland woonden behoorden tot een volk
dat een groot deel van Noord-Europa bewoonde, de Germanen. Er waren hier binnen
weer verschillende stammen, zoals Friezen, Bataven en de Kananefaten. De
Romeinen maakte graag gebruik van deze mannen als hulpsoldaten.
2.3 Religie bij Grieken, Romeinen en Germanen.
De religie van de Romeinen maakte een opmerkelijke ontwikkeling door.
Oorspronkelijk geloofden ze in een uitgebreide godenwereld (polytheïsme) en
werden Christenen vervolgd. Uiteindelijk werd het Christendom de enige godsdienst
die gestaan was. De Romeinen werden sterk beïnvloed door omringende volkeren,
zoals de Grieken. Zij kenden veel goden, zoals de oppergod Zeus, God van de liefde
Aphrodite, oorlogsgod Ares en van de zee Poseidon. Ter ere van Zeus werd ook de
Olympische spelen georganiseerd. De Romeinen namen de Griekse godenwereld voor
het grootste deel over maar veranderden wel de meeste namen: Jupiter (Zeus),
Venus (Aphrodite), Mars (Ares), en Neptunus (Poseidon). De Romeinen
vergoddelijkten hun keizers vaak als zij overleden, sommige keizers lieten zich al tot
god benoemen terwijl zij leefden. De Germanen hadden weer andere goden maar de
Romeinen stonden hier tolerant tegenover, ze namen zelfs sommige goden in hun

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joosttrip1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

71498 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.20
  • (0)
  Add to cart