Samenvatting Economie Percent VWO deel 1 (eerste helft examenstof VWO)
20 views 0 purchase
Course
Economie
Level
VWO / Gymnasium
Book
Percent 1 theorieboek VWO Economie bovenbouw
Dit document is een overzicht van de belangrijkste zaken uit Percent Economie VWO deel 1. Het is een zo kort mogelijk overzicht van de begrippen, kenmerken en andere belangrijke zaken. Kortom: alle zaken die je voor de examen/ toets moet weten, staan hierin. Als je dit document leert, ken je dus al...
Onderdeel 2: Markten
Hoofdstuk 4
Productiefactoren/ productiemiddelen
- arbeid: loon
- kapitaal: rente/ interest
- natuur: pacht
- ondernemersactiviteit: winst
Goederen zijn substitueerbaar als ze in de ogen van de consument door
elkaar kunnen worden vervangen
Homogene goederen zijn goederen die op volkomen gelijke wijze voorzien in
een bepaalde behoefte
Heterogene goederen zijn goederen die, hoewel ze in dezelfde behoefte
voorzien, in de ogen van de consument tóch van elkaar verschillen
Onder de evenwichtsprijs verstaan we de prijs waarbij de gevraagde
hoeveelheid gelijk is aan de aangeboden hoeveelheid
Allocatie= de verdeling van de productiefactoren over de
productiemogelijkheden
Om te bepalen met welke marktvorm je te maken hebt, kijk je naar
- aantal vragers en aanbieders
- aard van het geld
- doorzichtigheid (transparantie) van de markt-> prijsvoorkeur
- hoogte van de toetredingsbarrières
Aantal vragers Aantal Aard van het Marktvorm
aanbieders product
Veel Één Homogeen Monopolie
Veel Weinig Heterogeen Heterogeen
monopolie
Veel Weinig Homogeen Homogeen
oligopolie
Veel Veel Homogeen Volkomen
concurrentie
Veel Veel Heterogeen Monopolistische
concurrentie
Volledige mededinging/ volkomen concurrentie= perfect werkende markt, de
rest is niet-perfect werkende markt
Het prijsmechanisme stuurt de allocatie:
Voorkeur van de consument voor mineraalwater neemt toe-> prijs van
mineraalwater stijgt-> vraag naar productiefactoren door de producenten van
mineraalwater neemt toe-> de beloningen van de productiefactoren bij de
productie van mineraalwater stijgen-> productiefactoren bewegen in de
richting van de mineraalwaterproductie-> de productie van mineraalwater
neemt toe
, Hoofdstuk 5
Betalingsbereidheid= het maximale bedrag dat een consument voor een
eenheid van een bepaald product over heeft
Consumentensurplus= het verschil tussen de betalingsbereidheid en de
marktprijs
De gevraagde hoeveelheid hangt af van:
- de prijs van het product zelf
- de prijs van andere producten
- het budget
- de voorkeuren
- het aantal vragers
Algemene gedaante vraagvergelijking: q v= ap + b
- a<0, b>0, qv> of gelijk aan 0 en p> of gelijk aan 0
Verschuiving LANGS vraagcurve: verandering in prijs
Verschuiving VAN vraagcurve: één van de factoren die onder de ceteris-
paribusvoorwaarde vallen-> prijsstijging substitutiegoederen, toename budget
vragers, toegenomen voorkeur, toename aantal vragers
Elasticiteit= procentuele verandering van het gevolg/ “ van de oorzaak
- prijselasticiteit-> h/p (Harry Potter)
Relatief elastische vraag: h> p -> kleiner dan -1
Relatief inelastische vraag: h<p -> tussen -1 en 0
Inkomenselasticiteit (Ey)= procentuele verandering van de gevraagde
hoeveelheid/ procentuele verandering van het inkomen
- noodzakelijke goederen (nemen minder toe dan het inkomen)
- luxegoederen (nemen sneller toe dan het inkomen)
- inferieure goederen (neemt af bij toename van het inkomen, bijv.
speklappen)
Hoofdstuk 6
Constante kosten= kosten die op korte termijn onafhankelijk zijn van de
geproduceerde hoeveelheid
Variabele kosten= kosten die op korte termijn afhangen van de geproduceerde
hoeveelheid
- proportioneel (per stuk even veel)
- progressief (nemen sneller toe bij een toename van de productie, bijv. dure
oproepkrachten)
- degressief (nemen langzamer toe bij toename van de productie, bijv.
efficiënter werken)
Break-evenafzet= de afzet waarbij de totale kosten gelijk zijn aan de totale
opbrengsten
Marginale kosten= de extra kosten bij uitbreiding van de productie met één
eenheid.
Marginale opbrengsten= extra opbrengsten (omzet) als de afzet met één
eenheid toeneemt.
Marginale winst= de extra winst bij uitbreiding van de productie en afzet met
één eenheid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottewn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.