100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting verbintenissenrecht (vermogensrecht deel 2) $6.42   Add to cart

Summary

Samenvatting verbintenissenrecht (vermogensrecht deel 2)

2 reviews
 131 views  7 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting verbintenissenrecht, vermogensrecht deel 2. MBO Niveau 4 JAD, Juridisch administratief dienstverlening

Preview 3 out of 28  pages

  • No
  • Hoofdstuk 11 t/m 18
  • February 15, 2021
  • 28
  • 2019/2020
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: noah2001vandenberg • 3 year ago

review-writer-avatar

By: feypaul078 • 2 year ago

avatar-seller
LW


Deel 2 verbintenissenrecht
Hoofdstuk 11 De plaats van het verbintenissenrecht
= zelfde als hoofdstuk 1 (verbintenissenrecht is vooral boek 6 en 7 van het BW)
Hoofdstuk 12 Inleiding verbintenissenrecht
12.2 Verbintenis
Verbintenis = een juridische relatie tussen 2 personen. De inhoud van die relatie is een
prestatie die de ene persoon verplicht is aan de andere persoon te leveren.

Rechtsplicht > niet iedere verplichting is een verbintenis. Je hebt bijv. de algemene
rechtsplicht om in het verkeer rechts te rijden, of niet te stelen. Deze rechtsplichten gelden
ten opzichte van iedereen.
Kenmerkend voor een verbintenis > is dat de ene persoon een rechtsplicht heeft ten
opzichte van een ander persoon.
- Er is alleen sprake van een verbintenis als er tegenover de plicht van de ene partij
een vorderingsrecht staat van de andere partij.
Schuldeiser en schuldenaar
De persoon die de prestatie moet leveren > schuldenaar (ander woord = debiteur)
De persoon die recht heeft op een prestatie > schuldeiser (ander woord = crediteur)
De prestatie die de schuldenaar moet leveren, noemt men de schuld. Het recht van de
schuldeiser op de prestatie is een vordering.

12.3 Ontstaan van verbintenissen
Verbintenissen uit overeenkomst > een overeenkomst is een juridisch bindende afspraak
tussen 2 of meer personen.
Dit kan ontstaan bij bijvoorbeeld; kopers en verkopers, huurder en verhuurder, verzekerden
en verzekeraars etc. > = vrije keus.

Wet > naast de vrijwillige verbintenissen uit overeenkomst ontstaan er ook verbintenissen
uit de wet. Hier is dan geen keuze, omdat iemand in een bepaalde situatie terechtkomt,
ontstaat er tussen deze persoon en een ander een verbintenis.
Bijvoorbeeld; iemand beschadigt een auto door onhandig parkeren, op het moment van de
beschadiging ontstaat er een verbintenis uit de wet.
(art. 6:162 BW) bepaalt dat de persoon die schade veroorzaakt, deze schade moet
vergoeden.

In veel gevallen als er een verbintenis ontstaat door de wet, is het vanwege art. 6:162 BW
een onrechtmatige daad.
12.4 Kernbegrippen in het verbintenissenrecht
De begrippen goede trouw, redelijkheid en billijkheid spelen een belangrijke rol in het
verbintenissenrecht, omdat er niet veel vaste regels en duidelijke bepalingen zijn.

Goede trouw > (art. 3:11 BW) duidt erop dat iemand bepaalde feiten niet wist en ook niet
kon weten. Wie een beroep doet op zijn goede trouw zegt > ‘ik kon er niks aan doen dat ik
deze feiten niet kende’
Een beroep op goede trouw wordt niet zomaar aangenomen want > iedereen heeft de
plicht om zijn ogen en oren wijd open te houden en bij twijfel geen zaken te doen.

,LW

Redelijkheid en billijkheid > (art. 6:2 BW) geeft als algemeen uitgangspunt dat schuldeiser en
schuldenaar zich ten opzichte van elkaar redelijk en billijk moeten gedragen. Dat wil zeggen;
- Dat als ze zich in onvoorziene omstandigheden voordoen, zich redelijk moeten
opstellen en samen moeten zoeken naar een rechtvaardige oplossing.
Redelijke en billijke opstelling wil in feite zeggen dat de partijen zich niet alleen door hun
eigen belang mogen laten leiden, maar ook rekening moeten houden met de belangen van
de wederpartij.
- Het is de taak van de rechter om concreet vast te stellen wat redelijkheid en
billijkheid in een concreet geval betekent.

12.5 Kenmerken van de verbintenis
Verbintenissen zijn in rechte afdwingbaar en ze hebben een relatieve werking.
In rechte afdwingbaar > de schuldeiser kan de verplichting van de schuldenaar via de rechter
afdwingen. (Bijv. wordt de fiets na de koopovereenkomst niet geleverd, dan kan de koper de
rechter vragen de verkoper te veroordelen tot levering van de fiets)

Relatieve werking > verbintenissen werken alleen tussen partijen. Dus verbintenis werkt
alleen tussen schuldeiser en schuldenaar, anderen staan er buiten. Daarom wordt het een
relatieve werking genoemd.
Bijvoorbeeld; Kim en Lisa sluiten een koopovereenkomst waaruit verbintenissen
voortvloeien. Maar nu wilt Kim de fiets toch nog een keer op marktplaats verkopen aan mij,
en ik hem gelijk mee kan nemen. Kan Lisa hem dan bij mij terug eisen? > Nee, want ik en Lisa
hebben juridisch gezien niets met elkaar. De koopovereenkomst werkt alleen voor Lisa en
Kim. Lisa kan wel bij Kim geld terug eisen of vorderen voor een andere fiets, maar bij mij
heeft Lisa niets te zoeken > = relatieve werking.

12.6 Absolute en relatieve rechten
Zeggenschap over een goed of een relatie tussen een persoon
Een absoluut recht geeft zeggenschap over een goed en geeft aan van wie het goed
is. Een relatief recht beschrijft een rechtsrelatie tussenpersonen en beschrijft de
rechten en plichten tussen de personen.
Absolute of relatieve werking
Verbintenissen hebben een relatieve werking. Ze werken alleen tussen de betrokken
personen.
De absolute rechten van het goederenrecht werken ten opzichte van iedereen.
Wel of geen zaaksgevolg
De absolute rechten uit het goederenrecht hebben zaaksgevolg, het recht blijft op
het goed rusten ook als er een andere eigenaar komt.
Een verbintenis heeft geen zaaksgevolg want het bestaat uit een rechtsrelatie tussen
personen.
Wel of geen prioriteit
Goederenrecht geld dat een ouder recht voor een jonger recht gaat (zoals
hypotheekhouders) hier geldt dat niet. Relatieve rechten zijn gelijk in rang, ongeacht
de datum waarop ze zijn ontstaan, uitzondering (art. 3:298 BW)
Wel of geen separatist
In geval van een faillissement kan een houder van een absoluut recht zijn rechten
uitoefenen alsof er geen faillissement is.

, LW

Een relatief recht is minder sterk in een faillissement, zo valt de vordering van een
verkoper of van een verhuurder van de failliete schuldenaar in het faillissement. In de
meeste gevallen houdt dit in dat de houders van relatieve rechten met lege handen
achterblijven.
Open of gesloten
Goederenrecht = een gesloten systeem. Alle absolute rechten worden beschreven in
het BW.
Verbintenissenrecht = een open systeem. Mensen kunnen door overeenkomsten met
elkaar te sluiten telkens nieuwe verbintenissen scheppen. (Zo ontstond bijv. een
leaseovereenkomst, terwijl de wet dit niet beschrijft) Zo kunnen er telkens nieuwe
overeenkomsten ontstaan met ook nieuwe rechten en plichten voor de betrokkenen.
Dus verbintenissen >
- Hebben relatieve werking
- Beschrijven een rechtsrelatie tussen personen
- Kennen geen zaaksgevolg of prioriteit
- Vormen een open systeem.

Hoofdstuk 13 Rechtshandeling uit overeenkomst
13.2 Rechtshandeling
Een rechtshandeling is een handeling die erop is gericht juridische rechten en plichten te
scheppen (creëren)
Doel > is dat er iets veranderd in de juridische positie van 1 of meer personen.

Het opmaken van een testament is een voorbeeld van een rechtshandeling. Een ander
voorbeeld is het sluiten van een koopovereenkomst. > Door deze overeenkomst scheppen
koper en verkoper onderling nieuwe rechten en plichten; de koper moet tijdig de koopsom
betalen en hij krijg recht op levering van zijn aankoop en de verkoper moet tijdig een goed
product leveren en hij krijgt recht op de koopsom.

Eenzijdig of meerzijdig
Eenzijdig > ontstaat door de wil van 1 persoon. (= eenzijdige rechtshandeling)
Bijv. het opmaken van een testament, hierbij is alleen de wil van 1 persoon nodig.
Meerzijdig > ontstaat door wilsovereenstemming tussen 2 personen. (meerzijdige
rechtshandeling)
Bijv. het sluiten van een koopovereenkomst, hierbij is de wil van 2 personen nodig.

Typerend voor een rechtshandeling is dat de partijen willen dat er nieuwe rechten en
plichten ontstaan.

Soms ontstaan er ook rechten en plichten zonder dat de betrokken personen dit willen. Bijv.
bij een verkeersongeval waarbij 1 auto door onvoorzichtig rijden schade aan een auto
toebrengt. > toch zijn er rechten en plichten ontstaan.

Niet alleen rechtshandelingen kunnen rechtsgevolgen tot stand brengen maar ook kunnen
soms feitelijke handelingen (onbedoeld) rechten en plichten scheppen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lauretw19. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.42  7x  sold
  • (2)
  Add to cart