Alle groene delen in een planten bevatten bladgroenkorrels.
De bouw van bladeren
Bladeren bestaan uit verschillende soorten weefsels: opperhuid met huidmondjes, weefsel met
bladgroenkorrels en vaatbundels. Alleen in de delen met bladgroenkorrels kan fotosynthese
plaatsvinden. Bij fotosynthese wordt koolstofdioxide en water omgezet in glucose en zuurstof.
Fotosynthese
Voor fotosynthese zijn 2 stoffen nodig: koolstofdioxide en water. Koolstofdioxide wordt door een
plant opgenomen via huidmondjes. Water wordt opgenomen via wortels. Vaatbundels vervoeren
water en opgeloste stoffen van wortels naar bladeren. In bloembladeren vertakken vaatbundels zich
in nerven. Zo kan water naar alle delen van de plant.
Bij fotosynthese ontstaat glucose en zuurstof. Het grootste deel van de zuurstof dat wordt gemaakt
wordt via de huidmondjes afgegeven aan de lucht. Voor fotosynthese is (zon)licht, een plant met
bladgroenkorrels en een geschikte temperatuur.
Stevigheid door water
De opperhuid en het weefsel met bladgroenkorrels worden stevig door het vocht in de vacuolen van
de cellen. De stevigheid van de plant is afhankelijk van de hoeveelheid water in de cellen. Wanneer
er weinig vocht in de vacuolen zit gaat de plant slap hangen.
De werking van huidmondjes
Als de huidmondjes gesloten zijn kan de plant geen koolstofdioxide opnemen uit de lucht. Er is dan
geen fotosynthese. Het openen en sluiten van huidmondjes gebeurt door vormverandering van
sluitcellen. Als de stevigheid van de sluitcellen afneemt wordt de opening tussen de sluitcellen
kleiner. Als de stevigheid van de sluitcellen toeneemt, wort de opening tussen de sluitcellen groter.
Basisstof 2 Wortels en stengels
Transport door vaten
Het transport in zaadplanten vind vooral plaats via vaatbundels. Vaatbundels bestaan uit: lange
dunne buisjes, die lopen van wortels tot in de bladeren. We onderscheiden houtvaten en bastvaten.
Houtvaten:
- Vervoeren water en mineralen van de wortels, via de stengels naar de (bloem)bladeren en
knoppen
- Liggen aan de binnenkant
- Liggen aan de bovenzijde
- Bestaan uit boven elkaar liggende dode houtcellen
- De verticale wanden bestaan uit cellulose en houtstof (geven stevigheid)
, Bastvaten:
- Vervoeren water en energierijke stoffen (vooral suiker) van de bladeren naar alle delen van
de plant
- Bastvaten liggen aan de binnenkant
- Liggen aan de onderzijde
- Bestaan uit boven elkaar liggende levende cellen
Bij de vaatbundels liggen vezels. Vezels zorgen voor stevigheid. Vezels liggen bij elkaar in bundels.
Stevigheid door houtcellen en vezels
Houtcellen en vezels helpen ook bij de stevigheid van een plant. Vezels bestaan uit langgerekte dode
cellen met dikke celwanden. Stevigheid van houtvaten en vezels is niet afhankelijk van de
hoeveelheid water in een plant.
Opname en transport van water en mineralen
Wortels nemen water en opgeloste mineralen op uit de bodem. De opperhuidcellen van de wortels
vormen uitstulpingen. Die uitstulpingen heten wortelharen. Vooral de celwanden van de wortelharen
nemen het water met de opgeloste stoffen op. De celwanden van de wortelharen vervoeren een
groot deel opgenomen water en e mineralen naar de houtvaten. De rest van het water gaat naar de
cellen in de wortel.
Houtvaten vervoeren water omhoog. De oorzaak van transport in de houtvaten is door zuiging van
de bladeren. Door verdamping wordt water uit de bladeren omhoog gezogen. Het water dat de
balderen door verdamping kwijtraken, wordt aangevuld met water uit de houtvaten in de nerven.
Ook een oorzaak van transport is de worteldruk. De wortels persen het water in de houtvaten
omhoog. Door het zuigen van de bladeren en de worteldruk kan water in de houtvaten overal naar
toe.
Basisstof 3 Fotosynthese en verbranding
Organische stoffen en anorganische stoffen
De stoffen waaruit organismen bestaan kan je in 2 groepen verdelen: organische en anorganische
stoffen.
Organische stoffen: stoffen waaruit levende en dode organismen zijn opgebouwd of die door
organismen zijn gevormd. (koolhydraten, eiwitten en vetten) Organische stoffen zijn energierijk.
Anorganische stoffen: komen in organismen voor en in levenloze natuur. (mineralen en water) Ze
bevatten weinig energie.
Stofwisseling
In organismen wordt de hele tijd nieuwe stoffen gemaakt en wordt energie vrijgemaakt. Onder
stofwisseling verstaan we alle processen in een organisme waarbij stoffen worden omgezet in ander
stoffen (fotosynthese en verbranding).
Een reactie van fotosynthese: koolstofdioxide + water + lichtenergie = glucose + zuurstof
Aan de linkerkant staan stoffen die worden verbruikt bij de reactie en recht staan stoffen die bij de
reactie ontstaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Esmeest123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.48. You're not tied to anything after your purchase.