Dit is een overzichtelijke samenvatting met alle belangrijke theorie. Alles is puntsgewijs genoteerd voor extra duidelijkheid. Ook zijn alle begrippen verwerkt in de samenvatting. Succes met leren!
Samenvatting hoofdstuk 1 De lage landen bij de zee
1.1 Koffers pakken:
Blijft het veilig?
De kust (met onderwateroever, strand, duinen en dijken) beschermt het
laaggelegen polderland tegen overstroming door de zee.
Een veilig gevoel:
Rijkswaterstaat: overheidsdienst dat het beleid van het ministerie van
infrastructuur en milieu uitvoert op het gebied van veiligheid, leefbaarheid en
bereikbaarheid in Nederland.
Velen hebben geen idee van kustveiligheid en van de risico’s van
zeespiegelstijging en bodemdaling laag overstromingsrisicobewustzijn.
De verdediging van de Noord- en Zuid-Hollandse kust houdt rekening met een
overstromingskans van eens in de 10.000 jaar.
- Delen van Zeeland, Noord-NL en Waddeneilanden mogen grotere kans
hebben om over te stromen (hier wonen minder mensen) hier minder
overstromingsrisico, omdat de gevolgen ervan minder zijn hier. (minder huizen
en mensen etc)
Dijkring: gebied dat beschermd wordt tegen buitenwater door een primaire
waterkering of hoge gronden.
Primaire waterkering: beschermen ons tegen oppervlaktewater.
2/3 van NL wordt beschermd door primaire waterkeringen. (beheer hiervan in
handen van waterschappen)
- Waterschap/hoogheemraadschap: regionale overheidsinstantie die tot taak
heeft om de waterhuishouding te regelen.
- Een gebied waarin een waterschap actief is, wordt bepaald door de
stroomgebieden in een bepaald gebied. Ze zijn verantwoordelijk voor beheer,
bescherming en onderhoud van dijken en duinen. + beheersing
grondwaterpeil en waterkwaliteit.
Overstromingsrisico:
Door duinen en dijken te verstevigen en strand verbreden en aanvullen met
zand, kan de kans op overstromingen worden verkleind.
Hoe groter de mogelijke schade, hoe beter een gebied moet worden
beschermd.
- De bevolking van NL is gegroeid de economische waarde in de
overstroombare gebieden is sterk toegenomen kans op schade neemt toe.
De schade die overstroming aanricht, kan verschillen. Het hangt af van:
1. De oppervlakte van de dijkring
2. Hoever de dijkring beneden zeeniveau ligt
3. Hoeveel inwoners het gebied heeft
4. En hoeveel investeringen daar zijn gedaan (huizen, industrie etc.)
, Het risico van een overstroming hangt af van de kans dat een overstroming
plaatsvindt en de gevolgen die de overstroming heeft.
Als de kans op overstroming groot is en er veel mensen slachtoffer worden,
dan is er een groot risico.
- Als een gebied meer kans heeft om te overstromen, kan het risico alsnog
lager zijn, omdat hier weinig economische activiteit is.
Extreme weeromstandigheden zijn moeilijk te voorspellen op korte termijn
korte waarschuwingstijd lastig is om tijdig beschermende maatregelen te
treffen.
Van koelkast tot broeikas:
Doordat broeikassen in de atmosfeer komen, wordt de dampkring extra
opgewarmd. Dit broeikaseffect leidt tot klimaatverandering.
De temperatuurstijging heeft grote gevolgen: ijskappen smelten zeewater
zet uit zeespiegel stijgt. (deze stijging hangt af van toekomstige
overheersende windrichting en wereldwijde temperatuurtoename. KNMI
gebruikt twee scenario’s:
Het weer (in ons deel van EU) wordt extremer. Meer regen en neerslagregiem
en verdeling ervan zal veranderen (meer stortbuien).
- De zomers droger watertekorten.
- De winters natter kans op grote hoeveelheden regen in een keer neemt
toe.
- Het zal niet vaker of harder gaan stormen en de windrichting zal niet extreem
veranderen.
Rijzende zeespiegel en verdwijnend zand:
Voor NL zijn de gevolgen van klimaatverandering erg belangrijk voor het
waterbeheer.
De Nederlandse kust kan alleen in stand blijven onder de volgende
voorwaarden:
1. De zeebodem moet over een grote afstand vanaf de kust flauw aflopen.
2. De stroming moet voldoende zand aanvoeren.
3. Het verschil tussen hoogwater en laagwater (getijdenverschil) mag niet te
groot zijn.
4. De kust moet niet worden geteisterd door zware stormen.
5. Er mag geen sprake zijn van een te snelle stijging van de zeespiegel.
Het afslagpunt zal landinwaarts opschuiven wanneer het water hoog staat
de zeereep (duinstrook direct aan het strand grenst) zal niet meer voldoende
bescherming bieden.
Kustafslag:
Tegenwoordig is kustafslag normaal geworden. Nederland is elk jaar veel
zand kwijt aan de zee. (komt door erosie)
De verhoging van de gemiddelde waterstand op zee is ook van invloed op het
Waddengebied. Rijkswaterstaat verwacht dat de wadplaten een kleine
zeespiegelstijging aankunnen, maar als het doorgaat, permanent onder water
komen te staan. unieke ecosysteem verdwijnt.
Niet overal langs de kust is zandverlies. Er zijn ook gebieden waar de
zandvoorraad aangroeit.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aardrijkskundehulp101. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.