1C1 Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie
All documents for this subject (14)
Seller
Follow
Barbara92
Reviews received
Content preview
Week 1C4 Tractus digestivus: darmaandoeningen en anemie
PD 10 Diarree
Diarree = > 200 gram faeces/dag.
Dagelijks wordt 10 L intestinaal vocht geproduceerd; 1 L bereikt colon; 0,1 L bereikt anus.
2 typen diarree:
- osmotisch; door malabsorptie.
- secretoire.
Water productie omhoog door: vasoactieve stof.
Water productie omlaag door: toxisch, osmose, snelle passage, allergie, inflammatie,
vasculair.
Meest voorkomende oorzaak diarree: infectieus.
HC 1 Colorectaal carcinoom
Intestinaal epitheliaal lining—APC adenoom(K-RAS)—PS3carcinoom(SMADs).
Carcinoom ontstaat alleen in adenoom.
Oorzaken:
- 75% sporadisch.
- 23% familiair belast.
- 1% IBD.
- 1% familiaire adenomateuze polypopsis(FAP).
Meestal in colon descendens, sigmoid en rectum.
Symptomen:
- obstructie lumen;
* veranderd defecatie-patroon.
* vol gevoel.
* buikpijn.
* volledige stopileus, misselijkheid, braken, hoge peristaltiek.
- bloedverlies.
* occult; uitend als anemie.
* macroscopische; melena(=zwarte ontlasting), rood bloedverlies bij faeces.
- gewichtsverlies, vermoeidheid, dyspneu d’effort bij anemie.
- metastatenicterus door levermetastasen.
Carcinoom aan rechterkant geeft minder symptomen.
LO: palpabele weerstand, hepatomegalie, ascites, pleuravocht, rectaal touché; palpabele
tumor, bloed aan handschoen.
Lab: Hb, MCV, leverfuncties(ASAT, ALAT, gamma GT, alkalisch fosfatase), CEA.
Stadiëring:
- lokale diepte; penetratie in/door darmwand.
- lokale klier metastase.
- metastase op afstand.
Endoscopische behandeling alleen als carcinoom niet in spierlaag is ingegroeid.
Rectumaltijd eerst radiotherapie.
Darmkanker zit vrijwel nooit in dunne darm, indien wel dan vaak door erfelijke belasting.
Chronische ontstekingen in GI-stelsel kunnen leiden tot kanker.
¼ kankers in GI-stelsel zit colorectaal.
Adenomateuze poliep kan precursor zijn voor kanker. Preventief verwijderen. Langzame
progressie.
Verschillende vormen van darmscreening hebben verschillende belastbaarheid en daardoor
verschil in deelname. Is van invloed op effectiviteit.
1
,HC 2 Immunologie van de darm
Darmflora nuttig voor:
- vitamine productie.
- bescherming tegen echte pathogenen.
- intermediair in fysiologie; vb. zwangerschap.
- bij spijsvertering.
Bacteriën hebben enzymen die bioschemische reacties kunnen uitvoeren die buiten bereik
meeste eukaryoten liggen. Vb. celluloseglycogeen.
Dikke mensen soms meer darmflora die energie uit meerdere moeilijk verteerbare producten
kunnen halen.
Menselijke evolutiedruk gestaan op verhouding hersengewicht/lichaamsgewichttotale
afhankelijkheid eiwitrijkdieet.
Bacteriële fysiologie stelt bepaalde beperkingen aan structurele motieven die bacteriën op
oppervlak tot uitdrukking brengen; kunnen door specifieke receptoren herkend worden.
Mechanische en toxische belastingvereelt, meerlagig epitheel.
Opname water en voedselenkellagig epitheel.
Darmepitheel elke 3 dagen vernieuwd; desondanks stabiel. Maar blijft kwetsbaar.
Slijm van darm gevormd door mucines; vormt passieve fysieke en chemische barrière.
Bacterietoll like receptorNF-kB(transcriptiefactor)activeert inflammatoire reactie in
GI-stelsel vb. mucusproductie omhoog.
Paneth cellen = scheiden anti-microbiële enzymen uit en vormen biochemische bescherming
van stamcel compartiment in crypten van Lieberkühn.
Aangeboren immuunsysteem afhankelijk fagocyten; herkennen lichaamsvreemde elementen
fagocytose i.c.m. zuurstofradicaal productie en proteolytische enzymactiviteit(Wiskott-
Aldrich syndroom). Granulocyten kunnen niet goed geactiveerd worden en bloedplaatjes zijn
defectbeenmergtransplantatie.
Monocyten & macrofageneerste lijn verdediging. Onvoldoende? neutrofielen.
Parasitaire infectieseosinofielen.
Allergieën en IBSmestcellen, sterk onder controle CZS.
TNFα belangrijke aanjager aangeboren immuniteit. 2 vormen; membraangebonden en
oplosbaar. Oplosbaarbeschermend tegen Crohn. Membraangebondenveroorzaakt crohn;
kan uitgeschakeld d.m.v. infliximab.
Aangeleerde afweer in darm heel precies gecontroleerd.
- B cellen; maken antilichamen die langdurig bescherming geven en aangeboren
immuunsysteem ondersteunen. Sjögren’s syndroom, retuximab.
- CD4⁺ Th2 cellen; ondersteunen B cellen. Betrokken colitis ulcerosa en primair
scleroserende cholangitis(PSC).
- CD8⁺ T cellen; belangrijkste element anti-virale afweer. In darm tegen vb. rotavirus of
hepatitis.
- Cytotoxische T cellen reageren op presentatie antigen MHC-I; voortdurende controle
genexpressie cellen.
- Treg cellen; remmen immuunresponsen af, in darm met name door interleukin 10 productie.
Doelwit van ipilumimab.
Microscopische/collagene colitisCD8⁺ cellen vallen epitheel aan. Therapie: lokale
corticosteroiden.
NK cellen: doden alles zonder MHC-I.
IBD = intolerantie eigen darmflora.
T cellen geactiveerd door presentatie specifieke antigen door antigenpresenterende cellen.
2
, HC 3 Inleiding Inflammatory bowel disease(IBD).
- colitis ulcerosa; continue en diffuus.
- Crohn; segmenteel. Er is ook nog normaal slijmvlies.
- ongeklassifeerd.
Verlies van tolerantie van mucosa immuunsysteem. Combi van genetische- en
omgevingsfactor.
- hygiëne.
- roken.
- stress.
- drugs.
- appendix; verwijdering kan beschermen tegen colitis ulcerosa.
- infectie.
- dieet.
- darmflora.
Symptomen:
Colitis ulcerosa;
- malaise.
- diarree.
- bloed in faeces.
- koorts.
Crohn;
- pijn.
- koorts.
- mucus in faeces.
- pus in faeces.
- Kans op recidief; granulomen.
Symptomen zijn afhankelijk van lokalisatie. Niet bij elke patiënt in dezelfde mate aanwezig.
Bij fenotypering wordt gekeken naar lokalisatie, niet of crohn of colitis ulcerosa is.
Veel complicaties, ook in andere organen; osteoporose, artritis, anemie, huid laesies,
leverfalen, nierfalen, oogontsteking.
Risicofactoren: roken, stress, NSAIDs.
Onbalans tussen pro- en anti-inflammatoire cytokines in darmepitheel.
Fecaal calprotectine: kan je ontsteking mee vinden in faeces. Sluit irritable bowl syndroom
uit.
HC 4 IBD therapie
Functies:
- vermindering recidieve actieve ziekte.
- onderhouden van ziekte.
- complicaties vermijden.
1) amino salicylates(5ASA); niet voor Crohn. Milde – matige colitis. Zowel inductie als
onderhoudstherapie. Oraal en lokaal toepasbaar. Bijwerkingen: hoofdpijn,
misselijkheid, uitslag, pancreatitis, paradoxale opvlamming, interstitiële
nefritisdialyse. Daarom creat 1x/jaar controleren.
2) Steroïden; inductietherapie. Oraal, i.v. en lokaal toepasbaar. Ileocaecaalbudesonide;
lokaal, minder toxisch. Anders prednisonalleen acuut vanwege bijwerkingen.
Bijwerkingen: hypertensie, acne, infecties, diabetes, gewichtstoename, osteoporose.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Barbara92. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.