,Wat is diabetes mellitus?
Diabetes is een stofwisselingziekte waarbij de alvleesklier (de pancreas) te weinig of geen insuline
produceert of het lichaam is minder gevoelig voor de insuline die vrijkomt. Het lichaam heeft glucose
nodig om goed te kunnen functioneren. De glucose komt in het bloed door te eten en te drinken. In
eten en drinken zitten koolhydraten, als de koolhydraten eenmaal in het lichaam komen worden deze
omgezet in glucose. Het bloed vervoert de glucose naar alle cellen in het lichaam, waar het gebruikt
wordt om energie te produceren. Door deze energie kunnen wij leven, bewegen, denken en groeien.
Om deze glucose in de cellen te krijgen is insuline nodig. Insuline is een eiwitachtig hormoon dat
geproduceerd wordt in de pancreas. Doordat de insuline zorgt dat de glucose de cellen in kan, worden
deze cellen voorzien van brandstof. Insuline zorgt ervoor dat de hoeveelheid circulerende glucose in
het bloed vermindert.
Dan kan je diabetes mellitus nog onderverdelen in twee types:
o Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte. Dat betekent dat het afweersysteem zich vergist.
Normaal ruimt het afweersysteem alleen ziektes op. Maar bij sommige mensen vernielt het
afweersysteem de cellen die insuline aanmaken, in de alvleesklier. Dan heb je diabetes type 1.
Zonder de stof insuline kun je niet leven, want die regelt je bloedsuiker.
o Diabetes type 2 werd ook wel de ouderdomssuiker genoemd, omdat voornamelijk oudere
mensen dit kregen. Nu krijgen ook steeds meer jonge mensen het, zelfs kinderen. De
term suikerziekte geeft een verkeerde indruk. Dus gebruiken we liever de naam diabetes type
2. Dit is de meest voorkomende soort diabetes. Negen van de tien mensen met diabetes
hebben diabetes type 2. Bij diabetes type 2 kan het lichaam de bloedsuiker niet meer goed
regelen. Doordat er te weinig van het hormoon insuline in het lichaam is. Bovendien reageert
het lichaam niet meer goed op insuline. Dat heet ongevoeligheid voor insuline, het medische
woord is insulineresistentie.
Oorzaken diabetes mellitus
Type 1:
Het is nog niet bekend waardoor diabetes mellitus type 1 ontstaat, daarvoor is nog meer onderzoek
nodig. Wel is bekend dat het met aanleg begint voor diabetes en dan hoeft het niet eens in de familie
te zitten. Vervolgens raakt het afweersysteem uit evenwicht, waardoor het de cellen aanvalt die de
insuline maken. Ze denken dat het te maken kan hebben met de volgende oorzaken:
o Gluten, dat zijn eiwitten in graan.
o Of koemelk in flesvoeding voor baby’s.
o Of een virus, zoals verkoudheid of buikgriep.
Behandeling van diabetes mellitus
Type 1:
Bij diabetes type 1 maakt het lichaam geen insuline meer aan. De enige behandeling is insuline
injecteren, een paar keer per dag. Ook moet iemand zelf zijn/haar bloedsuiker meten om te weten
INTERNE GENEESKUNDE AFDELING
, hoeveel insuline er op dat moment nodig is. Het kan voorkomen dat iemand moet worden opgenomen
in het ziekenhuis, zodat ze kunnen kijken wat de juiste dosering is voor een stabiele bloedsuikerspiegel.
Injecteren van insuline gebeurt tegenwoordig vooral met een insulinepen. Een insulinepen lijkt op een
dikke vulpen, er zit een vulling in met insuline, en een haarfijn naaldje. De dosering insuline is makkelijk
in te stellen. De beste plaatsen om te injecteren zijn de bovenkant van de bovenbenen, onderbuik,
billen en bovenarmen. Ook zijn er insulinepompjes, die via een naaldje in de buik constant een beetje
insuline afgeven. Ook daarbij kun je extra doseringen geven rond een maaltijd. De insulinepomp is een
klein apparaatje dat in je zak past, vaak met een mini-afstandsbediening. Het voordeel is dat de
bloedsuikerspiegel vaak wat makkelijker stabiel blijft. Vaak wordt dit gebruikt bij mensen die
gemotiveerd zijn om een stabiele bloedsuiker te hebben. Om de bloedsuiker goed te kunnen regelen,
zijn er verschillende soorten insuline. Zo is er insuline die snel in het bloed wordt opgenomen en die
snel zijn werk doet. Deze insuline spuit je voor het eten in, zodat de bloedsuikerpiek na een maaltijd
wordt opgevangen. Daarnaast bestaat er insuline die langzaam wordt opgenomen, die wordt een tot
twee keer per dag ingespoten zodat er continu een beetje bloedsuiker kan worden opgenomen in het
lichaam.
Type 2:
Mensen die diabetes type hebben krijgen meestal medicijnen als behandeling maar ook voedings- en
bewegingsadviezen. Als de bloedsuikerspiegel met dit niet omlaag is te krijgen moet iemand alsnog
insuline gaan spuiten maar soms kan alleen met afvallen al een goed resultaat worden geboekt. Naast
de behandeling is het dus heel belangrijk om gezond te eten en voldoende te bewegen. Dit is vaak
belangrijker dan de medicijnen want door te bewegen zorg je ervoor dat het lichaam beter reageert
op de hormoon insuline. Er zijn tabletten die de alvleesklier aanzetten tot het aanmaken van meer
insuline. Er zijn ook tabletten die het lichaam weer gevoeliger maken voor insuline. Verder schrijft de
arts vaak ook medicijnen voor om cholesterol en bloeddruk te verlagen. Deze behandeling verkleint
de kans op hart- en vaatziekten enorm. Als dit allemaal niet werkt dan moet iemand alsnog insuline
gaan spuiten.
Hypo en hyper bij diabetes mellitus
De hoeveelheid suiker in het bloed veranderd steeds. Dat komt bijvoorbeeld door eten en drinken,
stress, emoties, griep, bewegen. Een te lage bloedsuiker heet hypoglykemie en een te hoge
bloedsuiker heet hyperglykemie.
Hoe herkent je een hypo?
Komt de bloedsuikerspiegel onder de 4.4 mmol/l, dan hebt u een hypo. Hieraan kunt u dat merken:
o Zweten.
o Trillen.
o Duizeligheid.
o Plotseling wisselend humeur (opeens boos worden bijvoorbeeld).
o Ongeconcentreerd zijn.
o Hoofdpijn.
o Moe.
o Hongerig.
Wat te doen bij een hypo?
Een hypo gaat over als iemand snel iets zoets eet of drinkt, niet een light product. Bijvoorbeeld
druivensuiker (6/8 tabletten) Als het nog even duurt voor iemand gaat eten dan is het belangrijk om
wel even iets tussen door te nemen bijvoorbeeld een boterham, fruit. In erge gevallen kan iemand
flauwvallen bij een hypo, als dit gebeurd moet iemand gelijk de arts bellen.
INTERNE GENEESKUNDE AFDELING
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Stanja. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.