Leerdoelen week 1
De student kan uitleggen wat Diabetes Mellitus is en wat dit betekent voor
kinderen/jongeren.
Diabetes mellitus is een stofwisselingsziekte waarbij de pancreas (eilandjes van Langerhans)
geen of onvoldoende insuline (B-cellen) aanmaakt. Insuline zorgt ervoor dat glucose uit het
bloed kan worden opgenomen in het lichaam. Bij een tekort of gebrek aan insuline in het lichaam
wordt de glucose niet opgenomen in de cellen. Hierdoor kan het glucosegehalte in het bloed te
hoog worden. Wanneer hier niets of onvoldoende aan gedaan wordt, kan dit op langere termijn
ernstige gevolgen hebben voor het lichaam.
Diabetes type 1 (= insulineafhankelijk)
Jaarlijks wordt er bij 600-650 kinderen diabetes mellitus type 1 gediagnosticeerd, ook wel
diabetes de novo genoemd. Bij diabetes type 1 worden, als gevolg van een auto-immuunreactie
(fout in afweersysteem), de bètacellen in de
pancreas vernietigd, waardoor er nog weinig
insulineproducerende cellen zijn en het
glucosegehalte van het bloed verhoogd. Hierdoor
wordt er geen insuline aangemaakt, waardoor de
behandeling met insuline levenslang noodzakelijk is.
Het is een van de meest voorkomende chronische
aandoeningen bij kinderen van 0 tot 19 jaar. De
verschijnselen ontstaan meestal in de loop van
enkele weken tot maanden. Oorzaak is nog altijd
onbekend.
Diabetes type 2 (ouderdomsdiabetes)
Deze vorm van diabetes komt het meeste voor (maar niet meeste bij kinderen). 1,1 miljoen
mensen in Nederland heeft diabetes type 2, deze vorm wordt ook steeds meer gezien onder
kinderen/jongeren. Er zijn verschillende manieren om diabetes type 2 te behandelen. Bij DM2 is
sprake van een verminderde afgifte van insuline of insulineresistentie. Het lichaam reageert dan
niet meer goed op insuline of is er ongevoelig voor geworden. De oorzaken van
insulineresistentie zijn vooral overgewicht en te weinig lichaamsbeweging. Erfelijke aanleg maakt
ook dat sommige mensen eerder insulineresistent worden dan anderen.
Klachten die men vaak ervaart zijn:
- Veel plassen (polyurie, ook ’s nachts bedplassen)
- Droge mond/dorst
- Veel drinken (polydipsie)
- Vermagering
- Moeheid
Een vaak voorkomend fenomeen, vooral bij pubers, is een ochtendhyperglykemie (dawn-fenomeen).
Er wordt vanuit gegaan dat de toegenomen groeihormoonsecretie tijdens de slaap hiervoor
verantwoordelijk is. Als dit zich voordoet, kan verhoging van de avonddosis langwerkende insuline
worden voorgeschreven.
Als er sprake is van een reactieve hyperglykemie, volgend op een nachtelijke hypoglykemie
(zogenoemd Somogyifenomeen) zou verhoging van avonddosis insuline de zaak verergeren, en moet
,dan juist verlaagd worden. Door de nachtelijke glucosewaarden te controleren, kan bovenstaande
worden vastgesteld.
Hyperglykemie (acute complicatie door verstoring bloedsuikerspiegel
Glucosewaarde boven 10 mmol/l
Te veel glucose en te weinig insuline om deze glucose in de cellen van het lichaam te brengen.
Symptomen: Oorzaken:
- Dorst - Te weinig insuline
- Moe - Te veel glucose via voedsel
- Veel plassen - Infectie, virus
- Wazig zien - Verkeerd spuiten (niet of onvoldoende insuline toedienen)
- Misselijkheid - niet opvolgen van de leefregels
- Algehele malaise
Verhoging van bloedglucosegehalte kan leiden tot:
- Braken
- Ketonen in het bloed (normaal <1.0 mmol/l, licht verhoogd 1.0-2.5
mmol/l, sterk verhoogd >2.5 mmol/l)
- Verlaging bloeddruk
- Uitdroging
- Ernstige ontregeling keto acidose
- Sufheid
- Coma
- Overlijden
Ketoacidose
= verzuring van je bloed.
Ketoacidose ontstaat als er te weinig insuline is om de glucose in je bloed om te zetten in
brandstof voor je lichaam. Het lichaam gaat dan andere energiebronnen aanspreken. Dit zijn de
vetten die zijn opgeslagen in je lichaam. Bij de verbranding van vetten komen ketonen vrij.
Ketonen verzuren het bloed. De gevolgen van verzuring van je bloed zijn heftig. Je neemt je
omgeving niet meer bewust op en bent verward. Je lichaam droogt uit en verzuurt. Uiteindelijk
vallen door ketoacidose je lichaamsfuncties uit.
Kinderen met ketoacidose hebben een diepe ademhaling, deze dient zoveel mogelijk koolzuurgas
uit te blazen in een poging de zuurgraad van het lichaam nog op peil te houden. Dit heet de
Kussmaul-ademhaling. Bij deze kinderen heeft de adem een aceton geur, dit zijn de ketonen die
je ruikt in de adem. Kinderen die niet weten dat zij diabetes hebben kunnen ook enorm afvallen
ten gevolge van de vetafbraak in het lichaam door een tekort aan insuline.
Bij opname in verband met een diabetische ketoacidose (DKA) op kinderleeftijd is het risico van
hersenoedeem aanwezig, hier moet in de behandeling rekening mee gehouden worden.
Diabetes type 1 is een insulineafhankelijke vorm van diabetes die zich meestal op kinderleeftijd
presenteert met diabetische ketoacidose op de SEH.
, Hypoglykemie (acute complicatie door verstoring bloedsuikerspiegel)
Glucosewaarde onder 4mmol/l
Te weinig glucose (relatief veel insuline)
Symptomen: Oorzaken:
- Zweten - Te weinig gegeten
- Hartkloppingen - (Te) veel beweging en onvoldoende voedsel
- Honger - Te veel insuline
- Trillen - Alcohol
- Wisselend humeur - Verkeerd spuiten (te vaak op zelfde plek)
Verlaging van bloedglucosewaarde (onder 2,5 mmol/l) leidt tot:
- Gebrek aan glucose in de hersenen
- Vertraging psycho-motore functioneren
- Stemmingswisselen
- Verwardheid
- Coma
Nachtelijke hypoglykemieën kunnen zich voordoen als ‘nachtmerries’
waarbij kinderen gillend wakker worden. Soms voelen kinderen
hypoglykemieën niet goed aankomen wat kan leiden tot bewusteloosheid.
In dat geval moet glucagon ingespoten worden (werkt insuline tegen wat
bloedsuiker verhogend werkt).
Behandeling:
- Snelle koolhydraten toedienen (dextro)
- Kind niet aanspreekbaar -> glucagon toedienen
- Daarna langwerkende koolhydraten (indien mogelijk) in vorm van bruine boterham met
beleg
- Monitoren glucosewaarden
- Bij zeer ernstige hypoglycaemie: glucose infuus en monitoring glucosewaarden.
Glucagon (moet in koelkast bewaard worden)
Glucagon is een hormoon dat wordt aangemaakt in de pancreas. Glucagon verhoogt de
bloedsuikerspiegel als die te veel zakt. Insuline en glucagon regelen samen de
bloedsuikerspiegel. Insuline zorgt ervoor dat je lichaam glucose uit het bloed kan halen
(waardoor bloedsuikerspiegel daalt). Glucagon zorgt ervoor dat opgeslagen suiker in de lever
vrijkomt als de bloedsuikerspiegel te laat is, waardoor de bloedsuikerspiegel stijgt.
Het klaarmaken van de glucagoninjectie onder de stressvolle omstandigheden van een hypoglykemie
en de (liefst intramusculaire) toediening ervan dient geoefend te worden. Na toediening van
glucagon kan kind geruime tijd misselijk blijven en hoofdpijn hebben.
Omdat glucagon kort werkt, moet het kind nadat het is bijgekomen een koolhydraathoudende drank
drinken en daarna nog extra eten. Insuline die bevroren is geweest (wintersport) of lang in de zon
heeft gelegen verliest een groot deel van zijn werkzaamheid waardoor een hyperglykemie kan
ontstaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ymkedehaas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.