100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
complete samenvatting syllabus infectie en ontsteking $7.61   Add to cart

Summary

complete samenvatting syllabus infectie en ontsteking

 28 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

samenvatting van de gehele syllabus van infectie en ontsteking. Nederlandstalig.

Preview 2 out of 13  pages

  • No
  • 1-
  • February 16, 2021
  • 13
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Syllabus microbiologie preventie
Microbiologie -> studie van organismes die je alleen door een microscoop kan zien
Micro-organismen; rol bij milieu, industrie, medicijnen, fermetatie van bio-waste, bier/yoghurt,
supplementen, pro-biotica

Een overzicht van het microbiologische leven
Cell structuur
Alle cellen; scheiding om cytoplasma te beschermen van
exterior; cell membraan; selectief doordringbaar.
Membraan gemaakt van lipiden en bevat veel eiwitten.
Lipiden; polaire kop (hydro el) en apolaire staart
(hydrofoob). Staarten gaan naar elkaar liggen dus Interior
word hydrofoob en buitenkanten hydro el. Tussen de kop
en staart zit een glycerol molecuul. Hierdoor kunnen veel
water-oplosbare moleculen niet door het membraan.
Het celmembraan heeft veel poriën.

In het cytoplasma zijn twee structuur soorten; prokaryoten
en eukaryote cellen. Eukaryote zijn vaak groter en complexer. Eukaryoten bevatten ook
organellen, zoals de kern, mitochondria (energie generatie door ademhaling) en chloroplasten
(fotosynthese). Eukaryote organisme zijn algen, paddenstoelen, eencellige diertjes en metazoans.
Microbiologie bestudeerd virussen die geen eukaryoot of prokaryoot zijn, en niet als cel worden
gezien, doordat ze veel basis cel elementen missen. Ze leven van het infecteren van een host cell
om zo te reproduceren.


The tree of life
Evolutie relaties zijn gebaseerd op moleculaire analyse. Zo
zijn 3 hoofd groepen geïdenti ceerd. Een eukaryote en
prokaryoten die in twee groepen zijn gedeeld; bacteriën en
archaea. Eukaryoten bevatten hun eigen eukaryoten genoom
in de kern verpakt en bacteriën verpakken hun genoom in
mitochondria of chloroplasten. Vermoedelijk waren dit ooit
prokaryoten die permanent in het cytoplasma van een
eukaryote cell zijn gaan zitten; endosymbiosis. Symbiosis betekend; samen leven, er zijn drie
soorten;
- Parasitisme; een partner doet voordeel terwijl de ander beschadigd raakt
- Commensalisme; een partner doet voordeel en de ander is onverschillig
- Mutualisme; beide partners hebben voordeel
Chloroplasten en mitochondria ontwikkelde door endosymbiosis. Volgens een theorie zijn
mitochondriën ontwikkeld van kleine hydrofobische prokaryoten die zijn opgeslokt door grote
eukaryote cellen. De kleine cel gebruikte celademhaling voor O2 en zette dit om in energie. Deze
prokaryoten waren te klein om te overmeesteren maar bleven leven in de eukaryoot. De
prokaryoot was van de eukaryoot afhankelijk voor voeding, maar de eukaryoot kreeg ATP hier
voor terug en was dus productiever. Hierdoor waren ze sterker in natuurlijke selectie en
reproduceerde ze meer, dus uiteindelijk kregen alle eukaryoten prokaryoten mitochondriën in zich.

Chloroplasten hebben op een soortgelijke zich manier ontwikkeld. Alleen werden chloroplasten
alleen in sommige eukaryote cellen opgenomen, en pas na het opnemen van de mitochondriën.
Sommige eukaryoten nemenkleine prokaryote autotrofe cellen op. Deze produceren dan voor hun
organische (voeding) sto en dmv koolstofketens, de host geeft hun inorganische onderdelen
zoals CO2. Uiteindelijk werden de mitochondrien en chloroplasten zo onafhankelijk dat ze
organellen van de host cell werden.

Autotrofe organismen kunnen zelf organische sto en maken (energie nodig), hetrotrofe
organismen kunnen dit niet zelf. Autrotrofe zijn producenten, hetrotrofe consumenten.




ff fi fi fi ff

, Chemoautotrofe organismen krijgen energie door chemische reacties, fotoautotrofe door licht.
Organische stof is stof die een koolstof keten heeft. Bij assimileren worden sto en gevormd en
kost het energie. Bij dissimileren worden sto en afgebroken en komt er energie vrij. Een aëroob
organisme gebruikt zuurstof om een reactie uit te voeren, een anaëroob organisme niet.

De theorie over mitochondrien en chloroplasten word ondersteund door bv het feit dat hier DNA,
RNA en ribosomen opgeslagen liggen. Ook hebben ze beide twee membranen; een eigen
membraan en een door het opnemen in de eukrayote. Dit word ondersteund doordat de enzymen
en eiwitten in het binnenmembraan tegenhangers zijn van het buitenste membraan. Ook hebben
beide mitose, DNA replicatie, transcriptie en translatie.

Bioenergetics
Micro-organismen kunnen in drie energiegroepen verdeeld worden;
- Chemoorganotropen; genereren energie door oxidatie van organische sto en (glucose,
acetaat)
- Chemolithothropen; genereren engerie van inorganische, vooral mineraal gebaseerde
chemicaliën
- Phototrophen; genereren energie van licht (fotosynthese), er word altijd ATP gegenereerd
In micro-organismen word energie in kilojoules (kJ) gemeten. Chemische reacties gaan samen
met verandering van energie en in de microbiologie zijn we geïnteresseerd in de vrije energie (G)
die gebruikt kan worden gebruikt voor werk. De verandering in vrije energie is ∆G0 en ∆ geeft
verandering aan en 0 geeft aan dat de verandering op standaard condities word gemeten (pH 7,
25 graden). Als ∆G0 negatief is, betekend het dat de energie die vrij komt gebruikt kan worden om
ATP te genereren. Als het positief is betekend het dat er energie eerst in gestoken moet worden
om een reactie te laten plaatsvinden. In biologische systemen word energie gegenereerd met
gebruik van oxidatie-reductie reacties. In deze reacties staat de elektron donor een elektron af, en
de elektron acceptor neemt deze op. De neiging om geoxideerd of gereduceerd te worden kan
worden uitgedrukt als reductie potentiaal en is typerend voor elk chemicaal. Combinaties van
donoren en acceptoren met verschillende potentialen geven verschillende energieen vrij.

Anaerobic energy generation
Onder anaërobe condities, kan
glucose worden omgezet in
verschillende eindproducten,
waarvan ethanol het meest
voorkomt. Een ander belangrijk
eindproduct is lactaat.
Glucose word omgezet in twee pyruvate moleculen die twee ATP opbrengen in een reactie
volgorde, genoemd; the Embden-Meyerhof pathway of glycolysis. Pyruvate moet worden
blootgesteld aan verschillende moleculen. Verschillende moleculen bepalen verschillende
eindproducten zoals ethanol en lactaat. Dit proces, fermentatie, is bekend van conservatie van
eten, maar ook bv in spieren van dieren wat zorgt voor verzuring van spieren. De fermentatie van
glucose geeft 2 ATP per glucose molecuul.

Aerobic energy generation
Onder aerobe condities, word pyruvate gegenereerd door glycolysis verder omgezet in CO2 in de
citric acid cycle (CAC). De aerobe truck is
het gebruiken van NADH en FADH als
reducerende kracht. NADH heeft een groot
negatief reductie potentiaal (-0.32 V). Zuurstof heeft een grote positieve reductie potentiaal
(+0.82 V). Door een paar eiwitten in het cytoplasma membraan (Electron Transport Chain), word
de energie in NADH en FADH gebruikt om de gradiënt van protonen (H+) in het membraan groter
te maken. Deze gradiënt heeft functies zoals pH controle en een oplaad functie. Door de
natuurlijke wil om gelijke concentraties aan beide kanten van het membraan te hebben, is er nu
een potentiële energie gemaakt met de H+ ionen over het cytoplasma membraan. Deze potentiële
energie opgeslagen in de proton heet proton motive force (pmf), deze kracht word door
membraan eiwitten gebruikt om tegen de transport gradiënt in dingen over de membraan te
transporteren. Ook kunnen speciale transporteurs genaamd ATPases deze energie gebruiken om
ATP te maken. Hiebij gebruiken ze 4 NADH en 1 FADH die per pyruvaat molecuul 15 ATP





ff ff ff

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floortjedercks. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.61. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.61
  • (0)
  Add to cart