H.12t/m h.16, h17.1t/m h17.5, h18.6, h19.8t/m h19.10 en h20.1t/m h20.5
February 16, 2021
7
2020/2021
Summary
Subjects
tentamen
mediamaatschappij theorie
creative business
hva
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
Creative Business
Media Maatschappij Theorie
All documents for this subject (9)
Seller
Follow
Fleurtiemeijer
Content preview
Media & Maatschappij: Mediatheorie
Kennisclip 1
Beïnvloeding media: Social media
Rolmodellen
Politiek
Mediarevoluties
1. Van spraak naar schrift
2. Geschreven teksten worden gedrukt
3. Van telgraaf tot internet
Mediatheorieën:
Geven inzicht in wat media doen met mensen
Verklaren het verband tussen de inhoud van media, het gebruik en de effecten daarvan op
individu en samenleving.
Fase 1: Allemachtige media (vanaf ca. 1900)
Media en communicatie gingen de massa beïnvloeden en werden dus maatschappelijke factoren
van belang en kwamen dus in de belangstelling te staan van wetenschappelijke onderzoekers.
Theorie 1
One-step-flow-theorie: (injectietheorie) 1900 Ontvangers nemen informatie kritiekloos over van
medium
1. Invloed massamedia is groot
2. Sprake van eenrichtingsverkeer
3. Ontvangers zijn weerloze sponsjes en passief
4. Boodschap direct van zender naar ontvanger
5. Massa is makkelijk te manipuleren de elite niet
Voorbeelden
Propaganda
Roddelblad
Tellsell (verkoop van producten op tv)
Van media naar massamedia: 1914-1918
Grote veranderingen in de samenleving
Kennisclip 2
Fase 2: Beperkt machtige media (1930)
Gebruik van propaganda was erg belangrijk
Kritiek op one-step-flow-theorie
1. Kritiek op mensbeeld: verkeerde voorstelling publiek
2. Verwaarlozing intermediërende factoren (alles wat er tussen komt)
Theorie 2
Two-step-flow-theorie: (tussen stap tussen de invloed van media)
Anderen blijken belangrijke rollen te spelen bij keuzeproces en nemen van besluit.
Ontdekking van de opinieleider (persoon tussen de ontvanger en media instaat).
Behalve in politiek ook in marketing.
De opinieleider is deskundig, extravert, en maatschappelijk betrokken.
Commentaar:
Er werd naar maar 1 opinieleider geluisterd dus je sloot je voor de rest nog steeds af.
2 soorten opinieleiders
, 1. Influentials: de invloedrijke adviseurs in de interpersoonlijke communicatie (vrienden, familie,
kennissen, collega’s) – de persoonlijke gesprekken
2. Publieke figuren: met gezag in de publieke opinie (vanaf nu noemen we deze groep
opinieleiders)
Theorie 3
Multi-step-flow-theorie: (word ook nu nog gebruikt)
Verfijning van tweetrapsmodel
Invloed opinieleider afhankelijk van onderwerp en doelgroep
Meerdere communicatiestromen mogelijk in plaats van eenrichtingsverkeer
De rol van Influentials blijft belangrijk
Realistischere weergave van communicatieproces
Kennisclip 3
Fase 3: aandacht voor de ontvanger (1950-1965) Loopt door tot nu
Kenmerken
1. Een verschuiving van onderzoek van wat media met mensen doen naar wat media met mensen
doen naar wat mensen met media doen
2. Verschuiving van de aandacht van massamedia naar interpersoonlijke communicatie
(zwamvlokmodel)
Media-onderzoek verandert in jaren 50
Voor het eerst actieve rol voor de ontvangers, gebruiksperspectief
Adverteerders willen weten wat zich in ons hoofd afspeelt > effectiviteit meten
Belangrijke rol voor consumenten en reclame
Nadruk op psychologie en kijk- en luisteronderzoek
Dit leidt tot de verschuiving van ‘wat doen media met mensen’ naar> ‘wat doen mensen met media’
Niet de opinieleider maar jouw waarden en normen bepalen jouw houding
Het besef zijn beslissend voor de media boodschap
Waarden > normen > gedrag
Theorie 4
Uses and gratifications theorie
Belangrijkste kenmerken
Verwachtingen van de gebruikers bepalen mediagebruik. Mensen nemen informatie actief en
doelgericht op als die prettig of belangrijk is
Mediagebruikers kiezen bewust mediumtype en boodschap
Waarden, motieven en verlangens van ontvangers zijn uitgangspunt
Mediagebruikers geven zelf betekenis aan mediabeleving
4 motieven voor mediaconsumptie
1. Leerfunctie (series)
2. Informatieve functie (persconferenties)
3. Opwinding, genoegen (doen alsof het niet bestaat Netflix)
4. Statusverschaffing (het kunnen delen met je vrienden)
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Fleurtiemeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.