Analyse van de jaarrekening
Les 1
Hoe goed presteert een onderneming?
We bespreken enkel Belgische bedrijven het jaarverslag, volgens het wettelijke schema (BGAAP)
Doelstellingen:
➢ Heeft de onderneming voldoende (positieve) kasstromen?
→ Je hebt liever dat er geld binnenkomt dan dat het buiten gaat
→ Winst en kasstromen zijn niet hetzelfde
→ Voor de winst moet je iets met een maatstaf doen
➢ Heeft de onderneming korte termijn betalingsproblemen?
➢ Heeft de onderneming mogelijks lange termijn betalingsproblemen i.v.m. Schulden?
→ Als je een lening aangaat wil de bank zeker zijn dat je deze kan terugbetalen
➢ Is de onderneming winstgevend genoeg?
→ Winstgevend: elke euro die je geeft, hoeveel rendement krijg je daar voor terug?
→ Financieren met schulden kan interessant zijn om rendement voor aandeelhouders te laten
stijgen
➢ Hoe kan ik mogelijke problemen remediëren?
→ Welke stappen kunnen we nemen?
De bedrijven die we in de les gebruiken: 1 fictief voorbeeld van in de cursus en 3 echte bedrijven
(Colruyt, Anderlecht en Comics station)
→ Uitspraken over kunnen doen
→ Ratio’s kunnen berekenen
Nadruk op het interpreteren van cijfers en ratio’s minder op het reproduceren ervan.
→ Let op voor verschil kencijfer versus ratio!
→ Ook zelf weten wanneer je bepaalde ratio/kengetal moet gaan berekenen
Overzicht van de lessen
Les 1: niet enkel balans en resultatenrekening
Les 2 – les 5: balans en resultatenrekening
→ Les 2: De wetgever zijn schema is voor verbetering vatbaar
→ Les 3: liquiditeit
→ Les 4: solvabiliteit
→ Les 5 : rendabiliteit
1
,Colruyt
Colruyt is een supermarktketen → verkoop, GEEN productie
- Colruyt biedt producten aan de laagste prijzen aan, dus we verwachten a priori lage
winstmarges
- Ze hebben een redelijk hoge voorraad van handelsgoederen, omdat de winkel enkel
eindproducten verkoopt
- De klanten betalen onmiddellijk, waardoor ze weinig handelsvorderingen hebben
- Ze moeten ergens de kosten kunnen drukken om de prijzen zo laag te kunnen houden, dit
doen ze door hun winkels als magazijnen in te richten zodat de vaste kosten hiervoor zo laag
mogelijk blijven
Anderlecht
Het is een voetbalclub → entertainment sector
- Geen productie
- Er zijn geen grote voorraden van handelsgoederen, wel een paar door het food en beverage
aanbod
- We verwachten weinig leveranciersschulden, omdat het een sportclub
- Spelers onder contract zijn ‘bezit’ van Anderlecht → IMVA
Voorbeeld: als een speler nu een been breekt, dan wordt de speler boekhoudkundig gezien veel
minder waard
!! Vaste activa gaan niet veranderen wanneer er een werknemer bijkomt of weggaat, BEHALVE bij
sport
Comics station
Het is een recente indoor speeltuin/ pretpark → moeilijke sector
- De locatie is alles in deze sector, omdat de mensen naar u moeten komen
- De speeltuin/ pretpark moet een volledige dag kunnen vullen
- Er zijn veel investeringen vs. relatief lage inkomprijs
→ voldoende bezoekers nodig om uit de kosten te komen
- Het aantal bezoekers is afhankelijk van het weer
- Het is een verzadigde markt
→ Plopsaland, Boudewijn Seapark, Bellewaerde, Walibi, Bobbejaanland, Plopsa Coo, Plopsa
Indoor Hasselt, …. + alle dierentuinen (Zoo Antwerpen, Planckendael, Pairi Daiza,….)
U sluit een supermarkt en opent ergens anders een nieuwe, bij een pretpark is dit moeilijker want je
kan niet zomaar attracties op een camion zetten en vervoeren
Verwachtingen:
- Veel materieel vaste activa
- Veel afschrijvingen
- Hoge personeelskosten
- Relatief weinig voorraad handelsgoederen
2
,1. Inleidende beschouwingen
Financiële analyse= de financiële toestand van een onderneming doorlichten aan de hand van een
analyse van de gegevens verschaft in de jaarrekening
Verschillende belangengroepen:
- Aandeelhouders: niet dag in dag uit bezig met het bedrijf
- Banken: als bedrijf komt aankloppen voor lening, willen ze zeker zijn dat ze die kunnen
terugbetalen
- Leveranciers: willen zeker zijn dat ze tijdig kunnen betalen en of ze wel kunnen betalen
De bedoeling van de analyse is het nemen van beslissingen en het inschatten van de
overlevingskansen van de onderneming.
Boekhouden ≠ financiële analyse
→ boekhouden= het registreren van gebeurtenissen zoals aankopen, verkopen en betalingen
→ financiële analyse= de stap na het boekhouden, het analyseren van de prestaties van de
onderneming in het heden, verleden en een voorspelling voor de toekomst
Na de boekhouding en we kijken naar de prestatie van de onderneming en proberen voorspelling van
de toekomst te doen door een aantal assumpties.
De 3 belangrijkste indicatoren van de analyse en prestatie van de onderneming zijn:
1. Liquiditeit
2. Solvabiliteit
3. rendabiliteit
Liquiditeit
Liquiditeit= kan de onderneming op korte termijn, 12 maanden, voldoen aan haar korte termijn
schulden?
→ zijn er betalingsproblemen op korte termijn?
Voor de liquiditeit moeten we naar de balans kijken en hieruit kunnen we afleiden hoe we dit
probleem kunnen oplossen of onze positie kunnen verbeteren.
Solvabiliteit
Solvabiliteit= kan de onderneming op lange termijn voldoen aan haar lange termijn schulden?
→ lange termijn betalingsproblemen
Voor de solvabiliteit moeten we naar zowel de balans als de resultatenrekening kijken en hieruit
kunnen we afleiden of we onze schulden kunnen betalen.
Rendabiliteit
Rendabiliteit= is de onderneming winstgevend (genoeg)?
→ Wat is de winst?
Voor de rendabiliteit moeten we naar de resultatenrekening kijken en hieruit kunnen we afleiden
hoe winstgevend de onderneming is.
Wat is het winstpercentage op de geïnvesteerde middelen en hoeveel procent gaat daarvan naar
mij?
Soms kan het interessant zijn om met schulden te financieren, maar niet te veel schulden want dan
kan je in de problemen komen.
3
, De 3 indicatoren beïnvloeden elkaar MAAR een goede rendabiliteit betekent niet automatisch een
goede solvabiliteit of een goed liquiditeit.
Veel winsten kunnen overdragen naar volgende boekjaren, maar in 1 bepaald jaar is het niet
noodzakelijk dat de 3 kengetallen goed zijn
→ Op LT moeten ze alle 3 goed zijn, maar op KT niet
LET OP !!
• De jaarrekening zal de basis zijn maar niet de enige bron van informatie
→ voorbeeld: benchmarking t.o.v. de sector of eigen prestaties in het verleden
• Een financieel analist beschouwt nooit een ratio alleen maar zal de verschillende delen
integreren tot een conclusie over de financiële gezondheid van een bedrijf
• We moeten ook voorzichtig zijn met financiële analyse:
→ Een sterke financiële analyse betekent niet altijd dat de toekomst van de onderneming
goed is
→ De cijfers kunnen goed zijn maar er kunnen andere redenen zijn dat de onderneming
bankroet gaat
→ Een financiële analyse is altijd op basis van het verleden terwijl een falingskans in de
toekomst ligt
De financiële analyse is voor 6 groepen relevant
- Aandeelhouders
→ voor de waardebepaling van de aandelen
→ voor aankoop en verkoopbeslissingen
- Schuldeisers
→ toekennen en opvolgende van de kredieten
→ beslissen over het toestaan van leverancierskrediet of niet
- Concurrenten/ overnemers
- Werknemers
→ is er ruimte voor onderhandeling?
→ hebben ze werkzekerheid?
- Overheid
→ geeft beeld van het bedrijf en/ of de sector
→ moet de overheid ingrijpen in de onderneming?
- Managers
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HWStudent2200. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.