Hoofdstuk 23: Arbeidsomstandigheden en
Arbowetgeving
De vitaliteit van een organisatie en haar medewerkers is voor een belangrijk deel afhankelijk van de
arbeidsomstandigheden waarin de mensen werken. Veiligheid, gezondheid en motivatie zijn
kernzaken die samenhangen met die omstandigheden.
23.1 Arbowetgeving: drie niveaus
Werknemers moeten veilig en gezond kunnen werken. Hiervoor zorgt de
arbeidsomstandighedenwetgeving. Deze kent 3 niveaus:
1. Arbowet: vormt de basis van de Arbowetgeving. Hierin staan algemene bepalingen die
gelden voor alle plekken waar arbeid wordt verricht. Deze geldt voor alle werkgevers en
werknemers in NL. Het is een kaderwet: er staan geen concrete regels in.
2. Arbobesluit: een uitwerking van de Arbowet. Hierin staan regels waar zowel de werkgever
als werknemer zich aan moet houden om arbeidsrisico’s tegen te gaan. Deze regels zijn
verplicht.
3. Arboregeling: een verdere uitwerking van het Arbobesluit. Het gaat om concrete
voorschriften. Bijvoorbeeld: eisen waar arbeidsmiddelen aan moeten voldoen. Deze regels
zijn verplicht.
23.2 Arbowet voor de werkgever en werknemer
Werkgevers: degene die mensen in dienst heeft met een arbeidsovereenkomst, of mensen
onder zijn gezag arbeid laat verrichten. Van het laatste gevoel is sprake als de werkgever
volledige zeggenschap heeft over het doen en laten van de medewerkers. Bijvoorbeeld
uitzendkrachten.
Werknemers hebben hun verantwoordelijkheid bij het toepassen van de wet en moeten zich
houden aan de voorschriften die de werkgever vanwege de wetgeving moet instellen.
23.3 Verplichtingen voor werkgevers
Een overzicht van de belangrijkste verplichtingen:
Inventariseren en evalueren van de risico’s: Voordat een arbobeleid ingesteld kan worden,
moet de werkgever goed inventariseren wat de gevaren zijn die de werknemers in hun werk
lopen. Dit gebeurt door een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Met de evaluatie van
risico s moet de werkgever een plan van aanpak maken, waarin staat hoe de risico s op het
werk zullen worden verkleind. De RI&E mag door de werkgever worden uitgevoerd, maar
moet wel worden gecontroleerd door een onafhankelijke instelling, de arbodienst. Een
belangrijk onderdeel is de lijst van ongevallen. Per ongeval wordt opgeschreven wat er
gebeurd is en op welke datum.
Arbeidsomstandighedenbeleid voeren: Dit beleid wordt tussentijds opnieuw bekeken en
aangepast. Volgens de wet moet er in het beleid apart aandacht worden besteed aan het
terugdringen van het ziekteverzuim en het beschermen van de medewerker tegen seksuele
intimidatie, agressie en geweld.
Voorlichting en onderricht verzorgen: De werkgever is verplicht om zijn medewerkers voor
te lichten over de werktaken, risico’s die daarbij horen en de maatregelen die genomen zijn
of moeten worden genomen om de risico’s te voorkomen of te beperken.
, Melden van ongevallen en beroepsziekten: elk ongeval met lichamelijk/geestelijk letsel of
dood tot gevolgen heeft, moet de werkgever direct melden bij de inspectie SZW. Het gaat om
gevallen waarbij de medewerker binnen 24 uur naar het ziekenhuis moet als gevolg van het
ongeluk of als de schade ‘naar redelijk oordeel blijvend zal zijn’. In andere gevallen van
ernstig letsel gaat het om een beroepsziekte. De werkgever moet de ziekte aan de arbodienst
melden, die het vervolgens weer meldt aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten
(NCvB).
Voorkomen van gevaar voor derden: de werkgever moet maatregelen nemen waarmee
gevaren van zijn werkzaamheden voor derden worden voorkomen. Bijvoorbeeld: het
verstrekken van veiligheidskleding.
Overleg voeren: overleg en samenwerking tussen werkgever en medewerkers zijn ook
wettelijk voorgeschreven. Het gaat om overleg via or of pvt. Onderwerpen van gesprek zijn
dan RI&E, plan van aanpak en uitvoering daarvan een inschakeling van een arbodienst en
bedrijfshulpverleners.
Implementeren en organiseren van Arbowet maatregelen: De werkgever is verplicht om
implementatie rond arbeidsomstandigheden op een bepaalde manier te organiseren.
Hiervoor moet hij diverse deskundigen aanstellen.
1. Preventiemedewerker:
Het moet een vaste medewerkers zijn die het werk eventueel naast zijn gewone werk doet. De
preventiemedewerker heeft allereerst 3 wettelijke taken:
- het opstellen en uitvoeren van de RI&E
- het adviseren en nauw samenwerken met de OR/ pvt over de te nemen maatregelen voor
een goed arbeidsomstandighedenbeleid
- deze maatregelen uitvoeren
In de RI&E moet worden aangegeven hoe medewerkers in contact kunnen treden met de
preventiemedewerker.
2. Bedrijfshulpverlener (bhv’er):
Het aantal bhv’ers is niet wettelijk vastgelegd. Maar bij het bepalen van de manier van de
bedrijfshulpverlening en het aantal bhv’ers moet rekening gehouden worden met de grootte van het
bedrijf en de risico’s die bij het betreffende bedrijf horen. De taken van een bhv’ers zijn:
- eerste hulpverlenen bij ongevallen
- beperken en bestrijden van brand
- voorkomen en beperken van ongevallen
- alarmeren en evacueren in noodgevallen bij alle medewerkers en anderen die aanwezig zijn
in het bedrijf
- alarmeren van extra hulpverleners en samenwerken met hen
Een bedrijfshulpverlener moet opgeleid zijn om deze taken te kunnen vervullen en hiervoor dient hij
goede vervanging te hebben bij afwezigheid.
3. Arbodeskundige:
Een Arbo deskundige geeft adviezen over het verbeteren van arbeidsomstandigheden en het
zorgvuldig begeleiden van zieke medewerkers. Een bedrijf heeft een gecertificeerde Arbo deskundige
nodig voor:
- het toetsen van RI&E
- verzuimbegeleiding
- periodiek arbeidsgezondheidskundig bezoek (PAGO)/functiegerichte aanstellingskeuringen
4. Bedrijfsarts:
, Een bedrijfsarts ondersteunt de werkgever bij het ziekteverzuim in zijn bedrijf. Maar ook bij het
begeleiden van zieke medewerker die weer aan het werk gaat. Een bedrijfsarts is verplicht,
onafhankelijk en brengt advies uit dat in het belang is van de gezondheid van de medewerker. Deze
moet worden ingeschakeld bij:
- verzuimbegeleiding en re-integratie van medewerkers
- aanstellingskeuringen
- het periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek
5. Vertrouwenspersoon:
Een vertrouwenspersoon is er voor medewerkers die meldingen of klachten hebben over ongewenst
gedrag, zoals:
- agressie en geweld
- seksuele intimidatie/ ongewenste intimiteiten
- pesten
- discriminatie
Voor de vertrouwenspersonen bestaat er een geheimhoudingsplicht.
Arbeidsgezondheidskundig onderzoek beschikbaar stellen: in sommige gevallen is het niet
mogelijk om alle risico’s volledig uit te sluiten. Denk aan stralingsgevaar. Wanneer er goede
methoden bestaan om te meten of het fout is gegaan, dan is de werkgever verplicht dat te
laten onderzoeken. Dit onderzoek wordt periodiek uitgevoerd.
Samenwerking met andere medewerkers: als er verschillende werkgevers in het bedrijf zijn,
moeten zij samenwerken om een goed arbobeleid te creëren en uit te voeren en de gevaren
voor elkaars medewerkers te voorkomen.
23.4 Verplichtingen voor medewerkers
Met de Arbowet hebben ook medewerkers enkele verplichtingen gekregen. De wet noemt de
volgende algemene verplichtingen voor werknemer:
- Arbeidsmiddelen en gevaarlijke stoffen op de juiste wijze gebruiken
- persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste wijze gebruiken
- beveiligingen op arbeidsmiddelen gebruiken en niet veranderen of weghalen
- meewerken aan voor hem georganiseerde voorlichting en onderricht
- opgemerkte gevaren meteen melden bij de leidinggevende
23.5 Vernieuwing van de Arbowet
Enkele voorbeelden van vernieuwen in 2017 zijn:
- de positie van de preventiemedewerker is versterkt
- het medezeggenschapsorgaan heeft een grotere rol bij het arbobeleid
- de randvoorwaarden voor het handelen van de bedrijfsarts zijn aangescherpt
23.6 Inspectie SZW
De inspectie SZW van het Nederlandse ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is
ingesteld om te controleren of werkgevers en medewerkers zich aan de regels rond arbeid houden.
De inspectie SZW richt zich bij haar inspectie vooral op de volgende soorten misstanden:
- hoge risico’s voor de veiligheid of gezondheid van medewerkers
- te lange werktijden een/ of te korte rusttijden
- betaling onder het minimumloon
- illegale medewerkers laten werken
- geen of lage naleving van de wetgeving in het algemeen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilsegroot1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.