Dit document omvat alle stof die relevant is voor het vak farmacologie en fysiologie. Niet alleen zijn de hoorcolleges duidelijk samengevat, ook vind je hierin de zelfstudies van farmacologie en fysiologie en de werkgroep van fysiologie. Kortom alles wat je nodig hebt om dit vak met een goed cijfer...
,Farmacologie: hoorcollege 1
Alles is giftig, alleen de dosis maakt dat iets dodelijk is.
Chemische wapens
Wat is farmacologie?
Farmacologie is de wetenschap die zich bezighoudt met de effecten van chemische stoffen op de
functie van levende systemen.
Vroeger gebeurde dit vooral met planten, vandaag de dag nog een
aantal, maar zo langzaam aan werd het commerciëler, ging het meer
richting de kant van de scheikunde en ontstond er ook een wetenschap,
de biomedische wetenschap. Die kan je weer in allerlei delen indelen,
waarvan er een de farmacologie is. Waar ook nog een heel aantal
wetenschappen ingebouwd zijn.
Dit kun je op een hele boel verschillende niveaus bekijken. Binnen een
ziekhuis wordt er vaak naar het patiënten niveau gekeken.
Farmacokinetiek vs. farmacodynamiek
Er kan worden gekeken naar de reactie van pathofysiologie op de farmacologie en andersom en naar
de reactie van het farmacon (medicijn) op de patiënt en omgekeerd.
Farmacokinetiek: Wat doet de patiënt met het geneesmiddel?
Farmacodynamiek: Wat doet het geneesmiddel met de patiënt?
Samen vormen farmacokinetiek en farmacodynamiek de rationele farmacotherapie.
Verschillende vormen van farmacologie
Mechanism-based pharmacotherapy: we willen het mechanisme
begrijpen en aan de hand daarvan een therapie bedenken die werkt.
Evidence-based pharmacotherapy: We weten dat het werkt, het maakt
niet uit hoe het werkt, het gaat erom dat het werkt. Dit zijn vaak wat
oudere geneesmiddelen, omdat er in het verleden heel veel geprobeerd is.
Een voorbeeld hiervan is paracetamol.
Drie fases van de farmacologie
De farmacologie kun je indelen in drie verschillende fases.
1. Farmaceutische fase: de toegediende stof lost op en
vervolgens komt de werkzame stof vrij.
2. Farmacokinetische fase: dan kijken we hoe een stof wordt
opgenomen, dan kijken we naar hoe een stof wordt
verdeelt over het lichaam, de distributie, daarna wordt er
gekeken naar of de stof misschien in andere stoffen wordt
omgezet, de biotransformatie. En vervolgens krijgen we
naar excretie, dus wordt de stof uitgescheiden via de
nieren of de lever.
3. Farmacodynamische fase: er wordt gekeken naar wat de stof met ons lichaam doet, de
invloeden die de stof op ons lichaam heeft.
, Farmacodynamische fase
Een stof bindt aan een receptor en heeft dan een bepaald effect,
dat noemen we ook wel een agonist. Die geeft een signaal
transductie. Hiernaast bestaat er ook een antagonist die bindt
ook aan de receptor, die antagonist geeft geen effect, maar
zorgt er dus wel voor dat de receptor blokkeert en de agonist
kan niet meer binden. De antagonist gaat dus eigenlijk in de
weg zitten.
Farmacon-receptor-interactie
In de rechter afbeelding zie je verschillende soorten
receptoren. Links zie je de ion-kanalen die binnen een
milliseconde reageren en iets doen met ion-stromen.
Daarnaast zie je de G-eiwit gekoppelde receptoren dat
gaat ook in seconden, maar duurt wel iets langer en die
doen iets met fosforylering. Net als de kinase receptoren
die er weer iets langer over doen. De nucleaire receptoren
duren het langst dat komt omdat er een signaal naar de
kern moet gaan, waarna er kerntranscriptie plaats vindt.
Aangrijpingspunten bij verschillende receptoren
Receptoren daar kunnen agonisten en antagonisten
aan binden en beiden kunnen een medicijn vormen.
Er zijn ook stoffen die aan ion-kanalen kunnen
binden. Dit zijn de zogenaamde blokkers die ion-
kanalen blokkeren en modulatoren die juist voor een
toename van de opening zorgen. Dan zijn er nog
verschillende soorten enzymen, die ook kunnen
remmen, of stimuleren. De remmende vorm heet een
false substrate en de stimulerende vorm heet een
pro-drug. Bij transporters heb je dan nog de inhibitor die de transport blokkeert en dan heb je de false
substrate die zorgt voor abnormale accumulatie.
Verschillende bindingen
Als je een stof ziet die in een soort kuiltje past dan is dat vaak een
meerderheid van dit soort bindingen. Bij receptor bindingen komen
covalente bindingen niet voor. Echter zijn er wel veel medicijnen die
met covalente bindingen werken door een soort interactie geven die
niet meer ongedaan kan worden gemaakt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TGsamenvattingen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.