Samenvatting Criminologie van de Strafrechtsbedeling
80 views 4 purchases
Course
Criminologie Van De Strafrechtsbedeling
Institution
Universiteit Gent (UGent)
Duidelijke samenvatting van alle lessen van Criminologie van de Strafrechtsbedeling, van beide proffen.
Met deze samenvatting slaagde ik in eerste zit met een 14/20 :)
CRIMINOLOGIE VAN DE
STRAFRECHTSBEDELING
2019-2020 – Prof. dr. Antoinette Verhage & Prof. dr. Charlotte Colman
DEEL 1: Opsporing
Inleiding
Opsporing is het eerste niveau van de strafrechtsketen
1. De strafrechtsketen
2. De strafrechtsketen is zeer selectief (zeer sterke filterfunctie)
3. De mate van selectiviteit kan internationaal zeer verschillend zijn
4. Instroom-doorstroom-uitstroom
De strafrechtsketen bestaat uit:
1. Opsporing
Kennisname van strafbare feiten en vastleggen van bewijzen ervan. Gebeurt
hoofdzakelijk door de politie (ook door de bijzondere inspectiediensten). In België
moet politie in principe elk strafbaar feit dat ze vaststelt in een proces-verbaal
vastleggen en aan het parket bezorgen
2. Vervolging
Beslissing over het gevolg dat aan deze vaststelling moet worden gegeven: naar de
rechter of niet. In België is dit de rol van het parket (openbaar ministerie/procureur)
waarbij dat parket kan beslissen om een zaak (eventueel om opportuniteitsredenen)
niet naar de rechter te sturen (seponeren) of de seponering aan bepaalde voorwaarden
te koppelen.
3. Berechting – straftoemeting
Beslissing over de schuld en de straf of sanctie in geval van veroordeling. In de regel
gebeurt dit door de strafrechter.
4. Strafuitvoering
Beslissing m.b.t. de uitvoering van een opgelegde straf. Niet alle straffen worden
immers (volledig) uitgevoerd zoals ze zijn opgelegd. Dit is de bevoegdheid van de
Minister van Justitie (voor straffen tot 3 jaar) en van de strafuitvoeringsrechtbanken
(voor straffen van meer dan 3 jaar).
De politie als actor in de strafrechtsketen
Opfrisser: wetgevend kader
Vertrekpunt: de Wet op het Politieambt (1992)
De aanleiding van deze Wet was de Bendecommissie I, politieoorlog, geen
informatieverdeling, rivaliteit tussen de verschillende politiediensten en een gebrek aan
coördinatie. Het Pinksterplan (1990) stelde enkele nodige veranderingen aan de dag.
De Wet op het Politieambt (1992) legt voor het eerst de politiefunctie vast voor de
verschillende politiediensten en zorgt voor harmonisering van de bevoegdheden en
verantwoordelijkheden. Het zorgt voor een betere coördinatie en samenwerking.
1
,Twee doelen:
1. Vastleggen van een wettelijk kader voor overlegstructuren/gezagrelaties tussen
bestuurlijke en gerechtelijke overheden en toenmalige politiediensten (BV:
Vijfhoeksoverleg)
2. Vastleggen van de opdrachten, plichten en bevoegdheden van politieambtenaren van
de toenmalige verschillende politiediensten in 1 wet
Drie krachtlijnen:
1. De politiediensten zijn uitvoeringsorganen, ze handelen onder het gezag en de
verantwoordelijkheid van de overheden (gezagsprincipe)
2. De politie treedt op om de individuele rechten en vrijheden te beschermen en
dragen bij tot de democratische ontwikkeling van de maatschappij (democratisch
principe)
3. Gebruik van geweld of dwang kan uitsluitend onder de bij wet bepaalde voorwaarden
(legaliteitsprincipe)
Federale politie
Taken: gespecialiseerde functies, supralokale feiten, steun aan de lokale politie
Lokale politie
Taken: eerstelijns-basispolitiezorg, lokale gebeurtenissen en fenomenen, uitvoeren van
gerechtelijke opsporing en uitvoering van opdrachten met een federaal karakter die door de
lokale politie moeten uitgevoerd worden
Basispolitiezorg:
1. Onthaal
2
, 2. Wijkwerking
3. Interventie
4. Handhaving openbare orde
5. Lokale opsporing en onderzoek
6. Slachtofferbejegening
7. Verkeer
Deze basisfunctionaliteiten zorgen voor volwaardige basispolitiezorg. Deze dienen verzekerd
te worden maar kan via interzonale samenwerking en in polyvalente uitvoering. De
schaalgrootte van de politiezone is bepalend voor minimale dienstverlening.
Voor lokale opsporing en lokaal onderzoek is het belangrijk om opgeleid personeel te hebben
voor rechercheactiviteiten. Een deel van het personeel van het operationeel kader te belasten
met gerechtelijke taken, al dan niet gegroepeerd in gerechtelijke dienst of brigade.
Om het onderscheid te kunnen maken tussen lokaal of federaal onderzoek, is dit afhankelijk
van de inhoud en de aard van het dossier. Er kan ook een gezamenlijk onderzoek zijn.
De Procureur des Konings wijst toe op basis van:
1. De aard van de te onderzoeken feiten
2. De aard van de te verrichten onderzoeksdaden
3. Geografische spreiding van onderzoeksdaden
De politi efuncti e: morfologie, capaciteit en verschillende graden (Kennisclip 1)
Politie = opsporen en keuzes maken
Wettelijk gezien heeft de politie geen discretionaire bevoegdheid om keuzes te
maken en moeten zij alles wat ze zien, verbaliseren en aan het parket doorgeven
Dit is de facto onmogelijk en er moeten dus toch keuzes worden gemaakt en
prioriteiten gesteld
Sommige misdrijven worden aangebracht (door aangiftes van slachtoffers) en
sommige moeten worden gehaald (proactief opgespoord)
Politie heeft de facto wel autonomie (waarschuwingen, informatierapport opstellen,
doorverwwijzingen naar hulpverlening van personen met drugproblemen…)
De politiefunctie is een institutioneel beschermde en regulerende functie van sociale orde
(al dan niet met gebruik van geweld), die erop gericht is de uitoefening van de fundamentele
rechten mogelijk te maken en ontregeling van deze orde te voorkomen of te verhelpen.
Dualiteit van de politiefunctie: bestuurlijke en gerechtelijke politie (onderscheid dateert al
van de Franse Tijd)
Bestuurlijk: preventie en hulpverlening, maar ook openbare ordehandhaving
3
, o Onder de bevoegdheid van de Minister van Binnenlandse Zaken of burgemeester
Gerechtelijk: opsporing en onderzoek, aanhouding en inbeslagname, verslag maken
o Onder bevoegdheid van de Minister van Justitie of Procureur des Konings
Taken van bestuurlijke politie (art. 14 WPA)
Handhaving van de openbare orde (openbare rust, openbare veiligheid en openbare
gezondheid)
Voorkomen van misdrijven
Bescherming van personen en goederen
Bijstand verlenen aan ieder die in gevaar verkeert
Algemeen toezicht en controles
Taken van gerechtelijke politie (art. 15 WPA)
Misdaden, wanbedrijven en overtredingen opsporen en bewijs ervan te verzamelen
Kennis brengen van misdrijven aan de bevoegde overheden
Daders vatten, aanhouden en ter beschikking stellen van de bevoegde overheid
Voorwerpen waarvan inbeslagneming voorgeschreven is opsporen, in beslag nemen en
ter beschikking stellen
Het verslag van hun opdrachten en inlichtingen aan de bevoegde overheden bezorgen
Morfologie van de politie = operationeel en administratief kader
Het operationeel korps
o Politieambtenaren uit één van de drie kaders: basiskader, middenkader en
officierenkader
o Kan aangevuld worden met agenten van de politie (≠ agent van
gerechtelijke/bestuurlijke politie)
Het administratief en logistiek kader ‘Calog’ (= personeelsleden zonder
bevoegdheid inzake bestuurlijke of gerechtelijke politie), ondersteunend t.a.v. het
operationeel kader
Lokale en federale ambtenaren hebben dezelfde bevoegdheid op het gebied van opsporing en
vaststelling van misdrijven
Zowel bij federale als lokale politie zijn er heel wat capacitietsproblemen
Politieambtenaren: agenten en officieren van bestuurlijke politie / agenten en officieren van
gerechtelijke politie
Officieren van bestuurlijke politie = provinciegouverneurs,
arrondissementscommissarissen, burgemeesters, officieren van de federale en van de
lokale politie
o Zij hebben in de praktijk de leiding over de uitoefening van de bestuurlijke
politie, de agenten van bestuurlijke politie op het terrein
Officieren van gerechtelijke politie = bijzondere veldwachters, boswachters,
Procureurs des Konings en hun substituten, rechters in de politierechtbank en de leden
van de federale politie en van de lokale politie. Ook de federale procureur en de
federale magistraten. Als laatst ook de Procureurs-Generaal en de andere magistraten
van de parketten-generaal en arbeidsauditoraten-generaal. Sinds 2010 inspecteurs ook
indien ze geslaagd zijn voor de functionele opleiding en indien ze werkzaam zijn bij de
recherche
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller julie321. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.85. You're not tied to anything after your purchase.