Gray’s anatomy
Hoofdstuk 1 - The body
Wat is anatomy?
Anatomie bevat de structuren die grof en microscopisch gezien kunnen worden.
groffe of macroscopische anatomie: De studie van structuren die gezien kunnen worden
zonder het gebruik van een microscoop.
Microscopische anatomie (ook histologie genoemd): De studie van cellen en weefsels
door middel van een microscoop.
De anatomie leidt de arts tot het begrijpen van een patiënt zijn aandoening. Anatomie is ook
belangrijk voor tandartsen, chiropractoren, fysiotherapeuten en andere patiëntenzorg.
Observeren en visualiseren zijn de primaire technieken die een student moet gebruiken om
de anatomie te begrijpen. Het begrijpen van de anatomie vereist het begrijpen van de
context waarin de terminologie kan worden onthouden.
Hoe kan groffe anatomie gestudeerd worden?
het woord anatomie is afkomstig uit het griekse woord temnein, wat snijden betekent. Het
ontleden van kadaver lichamen door studenten wordt veel gebruikt om de anatomie te leren.
Anatomie kan worden geleerd door of een regionale of systemische aanpak:
- regionaal: Elke regio van het lichaam wordt apart bekeken en alle aspecten van die
regio worden op hetzelfde moment bekeken. Bijvoorbeeld: bij de borstkas worden
alle structuren bekeken zoals de vaten, zenuwen en botten en alle andere structuren
die behoren tot het gebied van de borstkas.
- Systemisch: Elk systeem in het lichaam wordt bestudeerd door het hele lichaam.
Bijvoorbeeld: Het hart en vaten systeem, je bekijkt het hart en alle vaten in het
lichaam. Op die manier worden alle systemen bestudeerd.
Belangrijke anatomische termen
De anatomische positie
De anatomische positie is de standaard voorkeurs positie van het lichaam om de locatie van
structuren te beschrijven. Het lichaam is in deze positie als het rechtop staat met de voeten
bij elkaar, handen langs de zijde met de handpalmen naar voren gericht en de vingers
gestrekt, het kussentje van de duim staat in een hoek van 90 graden ten opzichte van de
handpalm. De mond is gesloten en de gezichtsuitdrukkingen zijn neutraal. De rand van bot
onder de ogen is in hetzelfde horizontale vlak als de top van de opening van het oor. De
ogen zijn open en gefocust op iets in de verte. De tenen zijn naar voren gericht.
,Anatomische vlakken
Drie belangrijke groepen van vlaktes gaan door het lichaam in de anatomische positie:
- Coronaal vlak: Is verticaal georiënteerd en verdeelt het lichaam in een voor en
achter deel.
- Sagittaal vlak: Is ook verticaal georiënteerd maar verdeelt het lichaam in een rechter
en linker deel. Het vlak dat door het centrum van het lichaam gaat heet het mediale
sagittaal vlak.
- Transversaal/horizontaal/axiaal vlak: Verdeelt het lichaam in een superior (hoger
gelegen) en inferior (lager gelegen) deel.
Termen om de locatie te omschrijven
- Anterior/Ventraal(Buikzijde) en
Posterior/dorsaal(Rugzijde): Beschrijven de
positie van de structuren die relatief aan de
voor- en achterkant van het lichaam liggen.
Bijvoorbeeld: De neus is een ventrale
structuur, terwijl de wervelkolom een dorsale
structuur is. De neus is anterior aan de oren
en de wervelkolom is posterior aan het
borstbeen.
- Mediaal(Aan de zijkant) en lateraal(Naar het
midden toe): beschrijven de positie van de
structuren die relatief in het mediaal sagittaal
vlak liggen. De duim is lateraal tegenover de
pink, en de neus is in het mediaal sagittaal
vlak en ook mediaal tegenover de oren.
- Superior(Bovenkant) en
inferior(Onderkant): Beschrijven de
structuren in vergelijking met de verticale as.
Het hoofd is superior tegenover de schouders
en het kniegewricht is inferior tegenover de
heupgewrichten.
- Proximaal (dicht bij de romp) en distaal (verder van de romp): Beschrijven van
de positie van vooral de ledematen. Zo is de hand distaal tegenover het elleboog
gewricht. Proximaal en Distaal kunnen ook betekenen dat het dichter of verder weg
van de oorsprong van een systeem liggen.
- Craniaal(aan de kant van het hoofd) en Caudaal(aan de kant van het
staartbeen): Worden soms gebruikt in plaats van superior en inferior.
- Rostraal: Wordt vaak in het hoofd gebruikt, om een structuur te beschrijven ten
opzichte van de neus. De neus ligt rostraal ten opzichte van het achterhoofd.
Oppervlakkig en diep
Er zijn nog 2 andere termen die worden gebruikt om de posities van structuren te
beschrijven. Oppervlakkig en diep, deze spreken voor zichzelf. Het borstbeen ligt
oppervlakkig tegenover het hart.
,Body systems
Skelet systeem
Het skelet kan in twee delen worden opgedeeld: Het axiaal skelet en
appendiculair skelet. Het axiale skelet bestaat uit de botten van de
schedel, wervelkolom, ribben en het borstbeen. Het appendiculair skelet
bestaat uit de botten van de bovenste en onderste ledematen. Het skelet
systeem bestaat uit kraakbeen en botten.
Kraakbeen
Kraakbeen is avasculaire vorm van bindweefsel bestaande uit
extracellulaire vezels ingebed in een matrix die cellen in kleine holtes
bevat. De hoeveelheid en soort extracellulaire vezels in de matrix varieert
afhankelijk van het type kraakbeen. In zwaar belaste gebieden of
gebieden waarin veel trekkracht nodig is, is de hoeveelheid collageen veel
groter en het kraakbeen is dus bijna niet buigzaam/breekbaar. In
gebieden waar dit minder is, is het kraakbeen dus veel soepeler.
De functies van kraakbeen zijn:
- ondersteunen van zachte weefsels
- zorgen voor een vlakke, gladde oppervlakte voor de botgewrichten/articulatie
- activeren van de ontwikkeling en groei van lange botten
De 3 soorten kraakbeen zijn:
1. Hyaline: Meest voorkomende soort, Matrix bevat een gemiddelde hoeveelheid
collageenvezels (gewrichtsoppervlak van botten)
2. Elastisch: Matrix bevat collageenvezels samen met een groot aantal elastische
vezels. (Oorschelp)
3. Vezelig kraakbeen: Matrix bevat een gelimiteerd aantal cellen en grondstof te
midden van een aanzienlijk aantal collageen vezels. (tussenwervelschijf)
Kraakbeen wordt gevoed door middel van diffusie en heeft geen bloedvaten, lymfevaten of
zenuwen.
Botten
De botten zijn een verkalkt levend bindweefsel die de meerderheid van het skelet vormt. Het
bestaat uit een intercellulaire verkalkte matrix, die ook collageenvezels en verschillende
typen cellen bevat.
De functies van botten zijn:
- Ondersteunen structuren van het lichaam
- beschermen van vitale organen
- opslag van calcium en fosfor
- hefboom waarop spieren bewegingen kunnen uitvoeren
- reservoir voor bloed producerende cellen
, Er zijn 2 typen bot: compact (trabecular) en sponzig(cancellous). Compacte botten zijn
dichte/dikke botten die de buitenste laag van alle botten vormen en het sponzig bot
omringen. Sponzig bot zijn botfragmenten die holtes met bloedvormende cellen (beenmerg)
omsluiten.
Classificatie van botten door vorm:
- Lange botten: tubulair ( humerus in bovenarm en femur in bovenbeen)
- Korte botten: kubusvormig ( botten van de pols en enkel)
- Platte botten: twee compacte botplaatjes met sponzig bot ertussen (schedel)
- Onregelmatige botten: Botten met verschillende vormen (gezichtsbotten)
- Sesambeentjes: Ronde of ovale botten die uitgroeien in pezen
Botten zijn vasculair en geïnnerveerd. Over het algemeen geeft een aangrenzende slagader
een voedings slagader af, meestal 1 per bot, die direct de inwendige holtes van het bot
ingaat en het beenmerg, sponzige bot en binnenste lagen of het compacte bot bevoorraad.
Alle botten zijn vanaf de buitenkant bedekt, behalve het gebied van 2 samenkomende
structuren waar het gewrichtskraakbeen aanwezig is, bij een vezelig bindweefsel membraan
genaamd periosteum, dit heeft de unieke eigenschap om nieuw bot te kunnen maken. Dit
membraan ontvangt bloedvaten, wiens vertakkingen de buitenste lagen van compact bot
voeden. Botten zonder een periosteum overleven niet. Zenuwen vergezellen de vaten die
het bot en de periosteum voeden. De meeste zenuwen in de holtes met de voedende
slagader zijn vasomotorische vezels die de bloedcirculatie reguleren. Bot heeft van
zichzelf enkele sensorische zenuwvezels. Het periosteum is voorzien van een aantal
sensorische zenuwvezels en is erg gevoelig voor letsel. Alle botten komen van mesenchym(
embryonaal bindweefsel), of door intramembrane botvorming/verkalking, waarin embryonale
bindweefsel modellen van botten ondergaan botvorming. Of endochondrale botvorming,
waarin botten gevormd worden uit kraakbeen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lieveverhoeven. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.