100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Uitwerking probleem 1 tot en met 7 Goederen- En Insolventierecht $5.89   Add to cart

Summary

Samenvatting Uitwerking probleem 1 tot en met 7 Goederen- En Insolventierecht

 36 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Probleem 1 tot en met 7 zijn uitgewerkt in deze samenvatting

Preview 4 out of 39  pages

  • February 17, 2021
  • 39
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Probleem 1
Goederenrecht

Hoofdstuk 1: Algemene inleiding
Terminologie
Volledige en beperkte rechten
Volledige versus beperkte rechten
Volledige rechten zijn de eigendom van zaken en het toebehoren van vermogensrechten.
Een beperkt recht is een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend rechten (het moederrecht) dat
met een beperkt recht is bezwaard (art 3:8)
De beperkte rechten zijn limitatief geregeld.
Moeder- en dochterrecht
Het moederrecht is een meer omvattend recht ten opzichte van het dochterrecht (art 3:8). De
rechthebbende tot het moederrecht wordt wel hoofdgerechtigde genoemd. Het moederrecht kan
een volledig recht zijn, maar ook een beperkt recht, waarop een ander minder verstrekkend beperkt
recht wordt gevestigd. (VB: erfpachtrecht op een hypotheekrecht)
Soorten beperkte rechten
Beperkte rechten laten zich onderscheiden in goederenrechtelijke gebruiks- of genotsrechten
(vruchtgebruik, gebruik en bewoning, erfdienstbaarheid, erfpacht en opstal) en goederenrechtelijke
zekerheidsrechten (pand en hypotheek).
Blote eigendom
Daar waar eigendom bezwaard is met een beperkt recht, blijft het toch een volledig recht. Dat geldt
ook als de eigendom bezwaard is met een verstrekkend genotsrecht als vruchtgebruik, erfpacht of
opstal. Er wordt dan echter ook wel gesproken van blote eigendom omdat het genot geheel aan de
eigenaar wordt ontnomen. De eigenaar die zijn zaak met zo’n recht bezwaard ziet, noemt men ook
wel bloot eigenaar.

Hoofdstuk 6: beperkte rechten in het algemeen
Begrip en wetssystematiek
Begrip
Afgeleid recht
Het begrip beperkt recht wordt in art 3:8 omschreven.
Met de vestiging van een beperkt recht ontstaat er een afscheiding van een beperkt recht uit een
moederrecht, dat na die afscheiding met verminderde bevoegdheden voortbestaan.
(VB: wanneer de eigenaar erfverpachter zijn eigendomsrecht overdraagt aan een derde, verkrijgt deze
slechts diezelfde bloot-eigendom. Het eigendomsrecht is dan bezwaard met het recht van erfpacht.
Het erfpachtrecht blijft op de eigendom rusten (volgrecht))
Een hoofdgerechtigde wordt beperkt in zijn bevoegdheden, maar zodra het beperkte recht tenietgaat,
herstelt het hoofdrecht zicht in volle omvang. Dit wordt ook wel de elasticiteit van het hoofdrecht
genoemd.
Moederrecht
Aan het moederrecht wordt een tweetal eisen gesteld (art 3:81 lid 1):
- Het moet zelfstandig zijn
- Het moet overdraagbaar zijn
Niet voor zelfstandige bezwaring vatbaar zijn afhankelijke rechten in de zin van 3:7.
Wetssystematiek
Plaats in de wet
Het begrip beperkt recht is neutraal omdat het niets zegt over het object van het recht, noch of dit
volledig dan wel beperkt is, noch of het zakelijk dan wel niet zakelijk is. Voor zover een beperkt recht
rust op een zaak is het zakelijk. Als een beperkt recht rust op een niet-zakelijk moederrecht, is er
sprake van een beperkt recht zonder meer.
Beperkte rechten die zijn afgeleid uit het eigendomsrecht en als zodanig dus op een recht rusten, zelf
ook zakelijk zijn.

Deze staan in boek 5:
- recht van erfdienstbaarheid (titel 5.6)
- erfpacht (titel 5.7)

, - opstal (titel 5.8)
Voor zover beperkte rechten zowel op zaken als rechten kunnen rusten staat zij in boek 3:
- vruchtgebruik (titel 3.8)
- pand en hypotheek (titel 3.9)
Inhoud
Algemeen
Partijen zijn niet zonder meer vrij om te bepalen welke rechten en verplichtingen tot de inhoud van
een beperkt recht behoren en goederenrechtelijke werking hebben. Er moet aan een aantal criteria
worden voldaan:
- het maakt deel uit van een door de wet erkend beperkt recht
- welk beperkt recht past binnen de grenzen van het moederrecht, (art 3:81 lid 1) terwijl
- het beding hetzij door de wet wordt toegestaan
- hetzij voldoende verband houdt met het beperkte recht om op dezelfde wijze te worden
behandeld. (verbandcriterium)
Gesloten systeem
Het aantal goederenrechtelijke rechten is gelimiteerd. Partijen kunnen slechts de in de wet als
zodanige erkende goederenrechtelijke rechten in het leven roepen.
Art 3:81 lid 1 geeft aan op welke in de wet genoemde beperkte rechten kunnen worden gevestigd.
De door de wet erkende beperkte rechten kunnen worden onderscheiden in:
- gebruiks- of genotsrechten (vruchtgebruik, gebruik en bewoning, erfdienstbaarheid, erfpacht
en opstal)
- zekerheidsrechten (recht van pand en hypotheek)
Dwingend recht, tenzij
Wanneer de wet op bepaalde punten een regeling geeft, is deze regeling van dwingend recht tenzij uit
de wet een tegendeel blijkt.
Partijen kunnen echter wel bij obligatoire overeenkomst hun rechtsverhouding anders inrichten. Als
de wetgever heeft willen uitdrukken dat partijen ook niet in een overeenkomst mogen afwijken wordt
dit aangegeven met de woorden ‘’een daarmee beding is nietig’’
Verbandcriterium
Op punten waar de wet zich van een regeling onthoudt kunnen partijen rechten en verplichtingen
alleen tot inhoud van het recht maken indien zij niet in strijd komen met het wezen van dat recht en
indien ze een als zodanig verband hebben met het beperkte recht dat een gelijke behandeling
gerechtvaardigd is.
Rechtsgevolgen
Prioriteitsbeginsel
Algemeen
Als op eenzelfde goed meerdere beperkte rechten rusten, geldt het prioriteitsbeginsel. Dit beginsel
kan worden beschouwd als een direct uitvloeisel van het absolute karakter van het beperkte recht
zelf, dat een hoofdgerechtigde niet toestaat een tweede beperkt recht op hetzelfde goed te vestigen
dan met eerbiediging van het eerste. (verbod van doublure)
Het beginsel komt onder meer tot uiting in art 3:21, waarin wordt bepaald dat de rangorde van
rechten op registergoederen wordt bepaald door tijdstippen van inschrijving.
De vraag rijst wat je je moet voorstellen als een ouder recht voor een jongere gaat. Het verschil
tussen zekerheids- en gebruiksrechten is hier belangrijk.
Zekerheidsrechten worden bedongen om het verbonden goed te gelde te kunnen maken en uit de
verkregen opbrengst de gezekerde vordering bij voorrang te verhalen. Zij kunnen dan ook maar
eenmalig worden uitgeoefend en alleen in het geval de debiteur zijn verplichtingen niet nakomt.
Botsingen tussen deze rechten zullen zich dan ook op moment van verhaalsuitoefening manifesteren.
Bij gebruiksrechten ligt dit anders, deze kunnen meestal voortdurend worden uitgeoefend.
Indien iemand een volledig recht verkrijgt, niet wetende dat er een beperkt recht op rust, wordt hij
beschermd door art 3:86 lid 2. (VB iemand verkoopt zijn auto aan een ander waar een beperkt recht
op rust, aan de eisen van art 3:86 is voldaan, dan vervalt het beperkte recht en krijgt de onwetende
volledig eigendom)
Toepassing: meerdere gebruiksrechten
Meerdere gebruiksrechten kunnen in beginsel geldig na elkaar worden gevestigd en blijven al zodanig
op het bezwaarde goed rusten, doch de feitelijke uitoefening ervan hangt af van het praktische effect

,van de toepassing van de prioriteitsregel, dat mede bepaald wordt door de zwaarte van de rechten in
kwestie.
Toepassing: meerdere zekerheidsrechten
Op een goed kunnen meerder zekerheidsrechten zijn gevestigd. Welk zekerheidsrecht in een concreet
geval voor gaat hangt af van de toepassing van het prioriteitsbeginsel. Het pandrecht en
hypotheekrecht hebben als doel om zekerheid te verschaffen. Een beperkt gerechtigde heeft
voorrang bij verhaal op de opbrengst van het goed waarop het beperkte recht is gevestigd.
Het pand- en hypotheekrecht zullen dus voorgaan op de andere beperkte rechten.

Hoofdstuk 8: beperkte genotsrechten
Inleiding
Goederenrechtelijke en persoonlijke genotsrechten
De inhoud is in beginsel door de wet dwingend bepaald, voor zover ruimte voor regeling door partijen
is gelaten, zijn deze alsnog aan enge grenzen gebonden. Redelijkheid en billijkheid zijn niet zonder
meer op het goederenrecht van toepassing (art 6:216)
Gebruiks- of genotrechten kunnen ook gelden op contractuele basis. Partijen zijn, binnen algemene
grenzen van goede zeden en openbare orde, vrij het contract de inhoud te geven die zij willen. Het
daaruit voortvloeiende genotsrecht heeft geen derdenwerking. Komt het in botsing met een ander
persoonlijk gebruiksrecht, dan hebben beide rechten dezelfde rang. Komt een van de partijen haar
rechten niet na, dan kan de overeenkomst worden ontbonden.
Vruchtgebruik
Begrip
De wet kent geen definitie voor het begrip vruchtgebruik. In de wet wordt slechts aangegeven welke
bevoegdheden uit het recht voorvloeien. Deze essentie van het vruchtgebruik is opgenomen in art.
3:201 BW. Uit dit artikel is af te leiden dat het vruchtgebruik het recht geeft:
- Om andermans goederen te gebruiken;
- En daarvan de vruchten te genieten.
Het vruchtgebruik is een beperkt genotsrecht dat op alle goederen, en daarmee op zaken ( natuurlijke
vruchten, VB appel van een boom) en vorderingen (burgerlijke vruchten VB rente van een vordering
van een geldlening) kan rusten en is dus in boek 3 geregeld. Als het vruchtgebruik is gevestigd op een
zaak dan is het een beperkt zakelijk genotsrecht.
De hoofdgerechtigde wordt beschermd door de verplichting van de vruchtgebruiker om ten aanzien
van de vruchtgebruik goederen de nodige zorg in acht te nemen, door verplichte zekerheidstelling,
door de toepasselijkheid van de beginselen van redelijkheid en billijkheid en door de mogelijkheid om
bewind te stellen.


Ontstaan
Omdat het recht van vruchtgebruik een beperkt recht is gelden de regels die gelden voor het ontstaan
van beperkte rechten in het algemeen.In art. 3:202 BW zegt de wet dat het recht kan ontstaan door
vestiging en verjaring. Ergens anders in de wet zijn echter ook andere manieren van ontstaan te
vinden.
Met betrekking tot de vestiging van het vruchtgebruik gelden door de schakelbepaling van art. 3:98
BW de eisen voor de overdracht die normaal gesproken op het betreffende goed van toepassing zijn.
Er is dus nodig:
- Een overdraagbaar goed (art. 3:83 BW);
- Een geldige titel (art. 3:84 BW);
- Een vestigingsformaliteit (art. 3:84 BW);
- Een beschikkingsbevoegde vestiger (art. 3:84 BW).
De duur van vruchtgebruik is beperkt tot het leven van de vruchtgebruiker (art 3:203 lid 2).
Erfdienstbaarheden
Introductie
Art. 5:70 lid 1 BW beschrijft een erfdienstbaarheid als een last waarmee een onroerende zaak (ook
wel het dienende erf genoemd) ten behoeve van een andere zaak (het heersende erf) is bezwaard.
Het kan alleen gaan om onroerende zaken.
Rechtskarakter

, Omdat de erfdienstbaarheid een beperkt recht is, zullen de regels die gelden voor de beperkte
rechten in het algemeen ook hier gelden.
Erfdienstbaarheid is ook een afhankelijk recht. (art 3:7) Dit houdt in dat het is verbonden aan de
eigendom van het heersende erf, het kan niet bestaan zonder het eigendomsrecht en er kan niet los
van dat eigendomsrecht over worden beschikt. Het heersende en dienende erf hoeven echter niet
aangrenzend te zijn.
De erfdienstbaarheid is niet zelfstandig overdraagbaar en kan niet afzonderlijk met een
hypotheekrecht worden bezwaard. Als het heersende erf wordt vervreemd of bezwaard dan zal de
erfdienstbaarheid ook van rechtswege worden vervreemd of bezwaard (art. 3:82 BW).
De inhoud wordt bepaald door de akte van vestiging (art 5:73) en de uitvoering ervan dient de
geschieden op de minst bezwarende wijze.
Inhoud van de last
De erfdienstbaarheid op het dienende erf brengt met zich mee dat er een verplichting bestaat om op,
boven of onder een van de erven iets te dulden of niet te doen. Die last kan niet bestaan uit een
verplichting tot een doen. (art. 5:71 lid 1 BW). Het gaat dus uitsluitend om feitelijke handelingen die
geduld moet en worden of niet gedaan mogen worden op het heersende of dienende erf. Er zijn met
betrekking hiertoe vier mogelijkheden:
- De eigenaar van het dienende erf moet dulden dat de eigenaar van het heersende erf op het
dienende erf diets doet dat hij zonder de erfdienstbaarheid niet mocht doen;
- De eigenaar van het dienende erf moet op zijn eigen erf iets nalaten wat hij zonder de
erfdienstbaarheid wel had gemogen;
- De eigenaar van het dienende erf moet dulden dat de eigenaar van het heersende erf op het
heersende erf iets doet dat hij zonder de erfdienstbaarheid niet had gemogen;
- De eigenaar van het dienende erf mag op het heersende erf iets niet doen dat hij zonder de
erfdienstbaarheid wel had gemogen.




Kwalitatieve verplichtingen
Maatschappelijke en juridische achtergrond
Art. 6:252 BW bevat de regeling met betrekking tot de kwalitatieve aansprakelijkheid.A heeft een
overeenkomst bij B waarin het recht van overpad over zijn terrein wordt gegeven. A’s rechtsopvolger
onder bijzondere titel C is dan niet door deze persoonlijke verbintenis gebonden. C staat namelijk
buiten de overeenkomst tussen A en B.In de praktijk bestaat er echter wel de wens om verplichtingen
over te laten gaan op derden.
Goederenrechtelijke alternatieven
De makkelijkste manier om tot derdenwerking te komen is het vestigen van goederenrechtelijke
rechten. Deze goederenrechtelijke rechten gaan namelijk wel over op de rechtsopvolger van zowel de
verkrijger als de vervreemder van het goederenrechtelijke recht. Zij dragen namelijk bezwaard over.
Verbintenisrechtelijk alternatief: het kettingbeding
Het kettingbeding bestaat uit een samenstel van beloften om te zullen contracteren. Het is een
verbintenisrechtelijke overeenkomst, namelijk een contract. Derdenwerking van verplichtingen wordt
hier op slechts indirecte wijze bereikt. De debiteur verbindt zich tegenover de oorspronkelijke
crediteur niet alleen om een concrete verplichting na te komen maar ook om de bewuste verplichting
op te leggen aanzijn rechtsopvolger en om met deze rechtsopvolger overeen te komen dat ook hij op
zijn beurt zowel de concrete verplichting als de doorgifteverplichting aan zijn opvolger zal opleggen.
Om het kettingbeding sluitend te doen zijn en de oorspronkelijke crediteur rechtstreekse
aansprakelijkheid te verschaffen wordt er gewerkt met boetebeding(6:91); dit derdenbeding dient
namens de oorspronkelijke crediteur te worden aanvaard.
Besluit een schakel om zijn verplichtingen niet door te geven, dan kan dit wanprestatie tegen de
oorspronkelijke gerechtigde opleveren, maar de verkrijger is op geen enkele wijze gebonden.
De ketting is gedoemd te breken bij executoriale verkoop door curator.
Het kan hier dus gaan om een niet-doen, een dulden of een doen.
Het kan rusten op alle goederen, dus niet alleen onroerende zaken zoals bij erfdienstbaarheid.
Een kettingbeding hoeft niet, net al bij erfdienstbaarheid, gevestigd te worden, Er dient alleen sprake
te zijn van wilsovereenstemming.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studenterasmus07. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89  1x  sold
  • (0)
  Add to cart