Gedrag wordt bepaald door deze 3 factoren/facetten
CASUS: agressie op de trein tegen treinbegeleider
Hoe je kijkt naar de oorzaak, dat bepaalt de omgang met het gedrag. Veranderbaar of niet veranderbaar?
BIO: zijn vader was ook zo = erfelijkheid = niets aan te doen MAAR als hersenschade = mss wel iets
aan te doen = medicijnen
PSCYHOLOGIE: dat is zijn persoonlijkheid = persoonlijkheidspsychologie = niets aan te doen
SOCIOLOGIE: hij zoekt vrienden op die ook zo zijn = te veranderen
Sociaal-agogische richtingen
Wetenschap over de oorzaken en gevolgen van menselijk gedrag => veranderings-processen
Agogiek = de leer van veranderen van
gedrag van mensen
o Sociale wetenschap die
bestudeert hoe mensen
veranderen en aanwijzingen geeft
over de manier waarop deze
veranderingsprocessen kunnen
beïnvloed worden en begeleid worden.
Nature EN nurture
Hoofdstuk 1: Geschiedenis van de biocriminologie
,Biocriminologie = de wetenschap die de relatie tussen biologische en genetische factoren en crimineel
gedrag onderzoekt
Subdiscipline van de criminologie
Biocriminologie krijgt vaak kritiek omdat het criminaliteit te reductionistisch zou bekijken
o => men stelt dat zoiets complex als criminaliteit niet kan verklaard worden vanuit slechts 1
wetenschappelijk oogpunt zijnde de biologie
Men refereert vaak naar primitief onderzoek om de onzinnigheid van deze discipline te bewijzen
o bv. van Lombroso of Gall
o Onterecht want biocriminologie is door de jaren heen sterk geëvolueerd
1.1 Samenvatting ‘Biocriminolgie door de jaren heen’ (Kogel, 2009)
Hersenbeeldvorming: een ware evolutie
Er zijn ≠ beeldvormingstechnieken die het vandaag de dag mogelijk maken om de levende hersenen
in beeld te brengen => revolutie
Vroeger maar 1: een dissectie op dode hersenen
Functionele magnetische resonantie beeldvorming (fMRI)
= variant op MRI beeldvorming van de hersenen
MRI Met MRI kunnen de hersenen ‘fotografeerd worden’ bij levende personen
MRI bedoeld om de ligging, structuur en grootte van organen en botten in kaart te brengen
Adhv sterke magnetische velden en radiogolven worden er ‘foto’s’ gemaakt van het lichaam
o Patiënt wordt in sterk magneetveld gelegd (scanner), waarna de radiogolven de activiteit
van de waterstofdeeltjes in het lichaam van de patiënt opmeten (resonantie)
o Dichtheid van de waterstofdeeltjes staat in verband met de dichtheid van het gemeten
weefsel
Dichtheid van schede bv. anders dan van hersenweefsel of vocht rond de
hersenen
o Door de activiteit van de waterstofdeeltjes te meten ontstaat een patroon en op basis
daarvan kan een zwart-wit beeld gemaakt worden van de hersenen
Schakeringen van zwart tot wit duiden op het MRI-beeld de ≠ hersendelen aan
= MRI-beeld
, Tijdens het maken van een MRI-scan wordt patiënt in scanner
geschoven
= lange buis waarin de patiënt stil moet liggen
Sterk magnetisch veld in scanner
Soms wordt contractvloeistof ingespoten om een duidelijker
beeld te verkrijgen
fMRI: plaats van verschillende hersendelen + plaats van hersenactiviteit in kaart brengen
Er wordt 3D-afbeelding van hersenen gemaakt
o Daar is op te zien waar en wanneer in de hersenen hersenactiviteit plaatsvindt
o Als deze gebieden actief zijn meer doorbloeding van zuurstofrijk bloed
≠ tussen zuurfstofrijk en zuurstofarm wordt door scanner gemeten op basis van hun
aantrekkingskracht tot de MRI-magneet
o Aantrekkingskracht bepaald door rode en witte bloedcellen
o Hemoglobine in rode bloedcellen bevat kleine ijzerdeeltjes, waardoor de magneet een
effect heeft op deze deeltjes
Via deze hemoglobine transporteert het bloed zuurstof
IJzerionen verbonden met zuurstof? geen aantrekkingskracht meer op magneet
o Op die manier kan de mate van activiteit in de verschillende hersendelen met fMRI
afgebeeld worden op een hersenplaatje
fMRI meet ook de verandering in magnetische aantrekkingskracht van het bloed in de hersenen
over de tijd
o Zo kan je exact bepalen wanneer welk deel van de hersenen actief is + bij welke taak
De activiteit in de hersenen wordt op een fMRI-scan aangeduid als ingekleurde delen
o Soms wordt hersenactiviteit aangeduid in geel, groen of blauw
o Regel is meestal: hoe warmer de kleur, hoe sterker de activiteit in dat hersengebied
Rode delen wijst op activiteit tijdens het
uitvoeren van een welbepaalde taak
= fMRI-beeld
, Positron Emissie Tomografie (PET) = visuele techniek waarbij aan de patiënt radioactief geladen glucose
wordt gegeven die na enige tijd gemetaboliseerd wordt in de hersenen
De gebieden in de hersenen die het actiefst zijn, verbruiken het meest glucose meest radioactief
zijn
Op die manier kunnen onderzoekers door meting van radioactieve straling nagaan welke delen van
de hersenen de grootste toename in metabolisme vertonen bij bepaalde handeling + welke delen
dus gespecialiseerd zijn voor het uitvoeren van welke taak
Nadeel: Het grootste nadeel van PET is de radioactieve stof die gebruikt wordt als tracer. Een
proefpersoon mag slechts een beperkt aantal keren blootgesteld worden aan deze tracer,
aangezien het gaat om een gevaarlijke stof.
= PET-scan
Elektro encefalogram (EEG) = meet de elektrische activiteit in de hersenen
Neuronale signaal voor deel elektrisch hersendeel kan gemeten worden door elektrische
activiteit te registreren
Een EEG meet de elektrische activiteit door middel van elektronen die op schedel geplaats worden
o Deze methode is gevoelig genoeg om neuronale correlaten van verschillende types vast te
leggen
Een EEG kan bv. afgenomen worden bij epilepsie om na te gaan wat er precies gebeurt in de
hersenen bij een aanval
Voordeel: niet invasief – weinig last van als patiënt – geen risico
Nadeel: geen goeie locatie mogelijk, wel tijdsinterval goed
De basis van de criminologie als wetenschap schuilt in biologische theorieën met Lombroso’s werk als
startpun
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HV25. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.69. You're not tied to anything after your purchase.