Grondtrekken Van Het Nederlands Strafrecht Samenvatting
Summary
Samenvatting strafrecht
26 views 0 purchase
Course
Grondtrekken Van Het Nederlands Strafrecht Samenvatting
Institution
Hogeschool Leiden (HSL)
Book
Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht
Deze samenvatting heb ik geschreven als voorbereiding op het tentamen. Zowel de stof uit het boek als de stof die is besproken tijdens de colleges heb ik hierin opgenomen.
Grondtrekken Van Het Nederlands Strafrecht Samenvatting
All documents for this subject (13)
Seller
Follow
tyrhaSV
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 1 - Inleiding
Materieel strafrecht, formeel strafrecht en sanctierecht.
Als er gesproken wordt over materieel strafrecht, dan heeft men het over de vraag wat een strafbaar feit is.
Materieelstrafrechtelijke vraagstukken hebben betrekking op de grenzen van de strafrechtelijke
aansprakelijkheid.
Het formele strafrecht wordt ook wel het strafprocesrecht of de strafvordering genoemd. Dit deel van het
strafrecht bepaalt welke regels moeten worden gevolgd wanneer een norm van het materiele strafrecht is
overtreden.
Het sanctierecht heeft betrekking op de voorwaarden waaronder bepaalde straffen mogen worden opgelegd
en ten uitvoer gelegd.
Commuun en bijzonder recht
Het strafrecht dat in de wetboeken is opgenomen, duidt men vaak aan als het commune strafrecht.
De strafbepalingen die staan beschreven in andere wetten, worden bijzondere strafwetten genoemd.
Cautie
(Art. 29 lid 2 Sv)
Het is verplicht de verdachte te melden dat hij recht heeft op zwijgen. Wanneer dit niet van tevoren wordt
aangegeven, kan de verdachte hier later slagend beroep op doen.
Hoofdstuk 2 – Inleiding materieel strafrecht
Het vierlagenmodel
1. Menselijke gedraging MG
2. Delictsomschrijving DO
3. Wederrechtelijkheid W
4. Verwijtbaarheid V
Legaliteit en interpretatie
Het legaliteitsbeginsel houdt in dat er geen gedragingen bestaan die hun strafbaarheid ontlenen aan
ongeschreven recht.
Belangrijkste interpretatiemethodes:
1. Wethistorische interpretatiemethode
2. Grammaticale interpretatiemethode
3. Systematische interpretatiemethode
4. Teleologische interpretatiemethode
Bestanddelen en elementen
Bestanddelen zijn te vinden in de wettekst. De elementen zijn de niet in de wet opgenomen voorwaarden voor
strafbaarheid.
Uit het vierlagenmodel is de delictsomschrijving het bestanddeel en de wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid
zijn de elementen.
Wederrechtelijkheid als bestanddeel
Wanneer er in een rechtsregel het woord ‘wederrechtelijk’ staat vermeld, is het niet nodig om alsnog op
wederrechtelijkheid te controleren als element. Dit komt omdat het dan gelinkt is aan het bestanddeel en dus
al is vermeld.
Soorten delicten
1. Misdrijven en overtredingen
Het onderscheid tussen een misdrijf en een overtreding is moeilijk te maken. Over het algemeen zijn misdrijven
ernstigere feiten dan overtredingen. Deze materiele benadering doet echter nauwelijks ter zake, nu de
wetgever bij strafbepalingen altijd aangeeft of het gaat om een misdrijf of om een overtreding.
2. Formele en materiele delicten
Formele delicten staan in de wet omschreven als een handeling, een specifiek omschreven activiteit. Bij
materiele delicten heeft de wetgever niet een handeling strafbaar gesteld, maar het veroorzaken van een
, gevolg. Het is bij materiële delicten niet van belang wat voor handeling er is verricht om tot het gevolg te
komen. Voldoende is dat het strafbare gevolg is ingetreden. (Denk aan doodslag)
3. Commissie- en omissiedelicten
Wanneer er door actief handelen feiten worden verondersteld, worden deze delicten commissiedelicten
genoemd. Wanneer een feit niet wordt gepleegd door een handelen, maar door een nalaten, spreken we van
een omissiedelict.
4. Gekwalificeerde en geprivilegieerde delicten
Vaak heeft de delictsomschrijving in een bijzondere strafbepaling een extra bestanddeel. Dat extra bestanddeel
werkt meestal strafverzwarend. Ten opzichte van het gronddelict is er in dat geval sprake van een
gekwalificeerd delict. Het extra bestanddeel kan echter ook straf verlichtend werken, dan spreken we van een
geprivilegieerd delict.
Hoofdstuk 5 – Poging en voorbereiding
De fasen van plan tot voltooiing:
Plan voorbereiding poging voltooiing
Poging (art. 45 lid 1 Sr)
Bij een poging moet er sprake zijn van een begin van de uitvoering door de dader.
Het criterium voor begin van poging: Cito-criterium
Wanneer de dader het strafbare feit nastreeft maar dit niet kan nakomen door verkeerde middelen, waardoor
het strafbare feit nooit gepleegd zou kunnen worden, spreekt men van een absoluut ondeugdelijke poging. Een
absoluut ondeugdelijke poging is niet strafbaar.
Bij een relatief ondeugdelijke poging is er wel sprake van een voorwerp wat tot voltooiing van het strafbare feit
kan zorgen, alleen door min of meer omstandigheden blijft die voltooiing uit. Een relatief ondeugdelijke poging
is een strafbare poging.
Voorbereiding (art. 46 lid 1 Sr)
Bij voorbereiding zijn de gedragingen van de verdachte nog niet te bestempelen als uitvoeringshandelingen,
wel als voorbereidingshandelingen.
Het onderscheid tussen poging en voorbereiding
Bij het pogingscriterium is de gedraging gericht op de voltooiing. Om het onderscheid te maken moet men zich
afvragen of er concrete gevaarzetting bestaat.
Vrijwillige terugtred
Vrijwillige terugtred houdt in dat de verdachte een nieuwe afweging maakt van dezelfde omstandigheden.
Deze nieuwe afweging betekent dat hij stopt met de uitvoeringshandelingen.
Hoofdstuk 6 – Deelneming (niet paragraaf 6.3.4)
Medeplegen
Bij medeplegen werken twee of meer personen nauw en bewust samen bij het begaan van eens strafbaar feit.
Er moet sprake zijn van dubbel opzet, dit betekent dat het opzet in twee opzichten aanwezig moet zijn.
- De medepleger moet opzet hebben op het deelnemen zelf
- Er moet een gerichtheid zijn op het leveren van een bijdrage van het strafbare feit.
Uitlokking
Het kenmerkende aan uitlokken is dat de uitlokker een ander zover weet te brengen het strafbare feit te
plegen, terwijl deze daarvóór nog geen intentie had om het strafbare feit te begaan. De uitlokker hoeft zelf
geen uitvoeringshandelingen te verrichten. Bij uitlokking moet dubbel opzet bestaan.
1. De uitlokker moet opzet hebben op het vestigen van een voornemen bij de uitgelokte
2. De uitlokker slaagt in het genereren van het voornemen bij de (potentiele) feitelijke dader.
Het moet ten alle tijden gaan om een wettelijke uitlokking zoals bedoeld in (art. 47 lid 1,2 Sr).
Doen plegen
De feitelijke uitvoerder bij ‘doen plegen’ is straffeloos. De straffeloosheid van de dader is dikwijls terug te
voeren op diens onwetendheid ten aanzien van de betekenis van zijn handelen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tyrhaSV. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.