Financien en Fiscaliteiten (voor HBO Vastgoedopleidingen en overige beroepsopleidingen vastgoed en makelaardij)
In 31 pagina's wordt het gedeelte Fiscaliteiten van het vak FF financien en fiscaliteiten concreet doorgenomen. Met begrippen, oefenvragen met antwoorden en uitleg!
Succes
Les 2
- Inkomstenbelasting (vervolg)
- Omzetbelasting
Les 3
- Overdrachtsbelasting
- Erfbelasting
,Les 1:
Introductie; Basis voor belastingheffing
1. Geregeld in diverse Wetten of... in
2. Uitvoerregelingen en besluiten
3. Resoluties; toelichtingen van staatssecretaris over de wetgeving.
4. Internationale belastingverdragen
5. EU-richtlijnen; voor BTW.
6. Jurisprudentie
7. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur; belastingdienst.
Belasting soorten:
1. Aanslagbelasting (eerst aanslag voordat we moeten betalen)
- Inkomstenbelasting
2. Aangiftebelasting; belastingen die je zelf aangeeft en meteen betaald.
- BTW
- Loonbelasting
Inkomstenbelasting;
- Wordt geheven aan Natuurlijke personen In Nederland
- Belasting betaald Over het inkomen
- Bron van inkomen ongeacht waar je vandaan komt.
- Tarieven
- Drie boxen
Belastingobject (BOX 1).
- B.1.1.1 Beschrijft wat in de Wet IB 2001 als belastingobject wordt gezien
- Het belastingobject is het belastbare inkomen uit een bron waarover belasting
verschuldigd is
- Het betreft een inkomen uit een bron als:
Als er sprake is van deelname aan het economische verkeer
De inkomsten zijn beoogd
De inkomsten zijn redelijkerwijs te verwachten
Belastingplichtig
- B.1.1.2 Beschrijft wie voor de Wet IB 2001 belastingplichtig is
- Belastingplichtig zijn:
Natuurlijke personen die:
In Nederland wonen
Niet in Nederland wonen maar Nederlands inkomen genieten
Artikel 2.1 Wet IB 2001
,Boxenstelsel
- B.1.1.3 Beschrijft het boxenstelsel
- B.1.1.4 Licht aan de hand van de Wet IB 2001 toe welke inkomsten in welke box worden
belast
Box 1
- B.1.1.5 Beschrijft wat onder het belastbare inkomen uit werk en woning wordt verstaan
- Box1: Inkomen uit werk en woning:
Winst uit onderneming
Loon uit dienstbetrekking
Resultaat overige werkzaamheden
Periodieke uitkeringen
Aftrek van lijfrentepremies en persoonsgebonden aftrekposten
Eigen woning
Progressief tarief
Zie hoofdstuk 3 Wet IB 2001
Belastbaar inkomen uit werk en woning
Hieronder vallen ook:
- Kapitaalverzekeringen en banksparen eigen woning
Voorwaarden (artikel 10 bis 4 en 10 bis 5 Wet IB 2001)
Vrijstelling bij uitkering (artikel 10 bis 6 en 10bis 7 Wet IB 2001)
Winst uit onderneming
- B.1.1.8 Beschrijft wat onder de belastbare winst uit onderneming wordt verstaan
- Belastingplichtige moet kwalificeren als ondernemer (art 3.4 Wet IB 2001)
- Omzet minus kosten is winst
- Indien voldaan wordt aan het urencriterium (1.225 uur) recht op ondernemersfaciliteiten
(artikel 3.6 Wet B 2001) zoals zelfstandigenaftrek (artikel 3.76 Wet IB 2001)
- Ondernemer mag winstvrijstelling toepassen van 14% (artikel 3.79a Wet IB 2001)
Winst uit onderneming (voorbeeld)
, Belastbare loon
- B.1.1.9 Beschrijft wat onder het belastbare loon, het belastbare resultaat uit overige
werkzaamheden en de belastbare inkomsten uit eigen woning wordt verstaan
- Loon is het voordeel wat wordt genoten uit een dienstbetrekking (art 3.81/3.82 IB 2001)
Vast salaris
Variabel salaris
Bijtelling privégebruik auto zaak
Het resultaat uit overige werkzaamheden
- B.1.1.9 Beschrijft wat onder het belastbare loon, het belastbare resultaat uit overige
werkzaamheden en de belastbare inkomsten uit eigen woning wordt verstaan
- Ter beschikking stellen aan BV/onderneming van verbonden personen Art 3.90-3.92 Wet IB
- Resultaat uit overige werkzaamheden is het inkomen dat niet valt onder winst uit
onderneming of loon (artikel 3.90 Wet IB 2001)
Nevenwerkzaamheden
Incidentele inkomsten
De belastbare inkomsten uit eigen woning
- B.1.1.9 Beschrijft wat onder het belastbare loon, het belastbare resultaat uit overige
werkzaamheden en de belastbare inkomsten uit eigen woning wordt verstaan
- De belastbare inkomsten uit eigen woning is het saldo van de voordelen uit de eigen
woning minus de op de voordelen drukkende aftrekbare kosten (art 3.110 Wet IB 2001)
Voordeel: eigenwoningforfait
Negatief door de Aftrekbare kosten: hypotheekrente
Eigen woning: wanneer sprake van eigen woning?
- Een gebouw, een aan een plaats gebonden schip of woonwagen dat anders dan tijdelijk
als hoofdverblijf ter beschikking staat (art 3.111 IB). Mag max als 1 eigen woning dienen.
Als je meerdere woning hebt, moet je 1 kiezen als eigen woning. Ingeschreven staan bij 1.
- Verhuisregelingen: uitzonderingen. Als je gaat verhuizen, ga je bijv. een financiering aan,
voor eigen woning. Eventueel verbouwingsfinanciering, dan is die financiering een schuld
die je aangaat voor de woning. Dan is de rente aftrekbaar. Woning wel binnen 3 jaar
betrekken en ook beschikbaar komen te staan.
- Alle opbrengsten uit eigen woning zijn NIET belastbaar. Alle andere box 1 woningen WEL!
- Inkomen eigen woning wordt progressief in de belasting getrokken. Hoe hoger het
inkomen, hoe hoger het tarief.
Eigen woning vervolg
B.1.3.1 beschrijft a.d.h.v. de in de Wet IB 2001 welke kosten mogen worden afgetrokken van
de voordelen uit de eigen woning ter vaststelling v.d. belastbare inkomsten uit eigen woning
De aftrekbare kosten zijn (artikel 3.120 Wet IB 2001):
1. Rente van een eigenwoningschuld
2. Kosten gemaakt t.b.v. een eigenwoningschuld
3. Periodieke erfpachtbetalingen
4. Voor maximaal 6 maanden vooruitbetaalde rente
5. Afsluitprovisie tot max 1,5% met absoluut maximum van € 3.630
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RAmsterdam. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.19. You're not tied to anything after your purchase.