Chemie
H1: Inleiding
Chemie
Chemie werd exacte wetenschap door oa Lavoisier (flogistron-theorie) en Priestley (spuitwater).
Materie
= alles wat in de kosmos massa en volume heeft. Heeft toestand (v, vl, g) en eigenschappen. Fysische
eigenschappen: chemische samenstelling veranderd niet bij metingen. Chemische eigenschappen:
chemische verandering waar stof reageert. Ook onderscheid tussen extensieve (onafhankelijk van
hoeveelheid massa) en intensieve (afhankelijk v hoeveelheid massa) eigenschappen.
Classificatie: homogene (oplossing) en heterogene mengsels. Mengsels zijn opgebouwd uit zuivere
stoffen.
Van °C naar K is T=t+273,15
H2: Atoomtheorie
Fundamentele chemische wetten
Wet van behoud van massa: In een chemische reactie wordt geen massa gevormd of vernietigd
Wet van de constante samenstelling: Een zuivere verbinding bevat steeds exact dezelfde
elementen in exact dezelfde massaverhouding, ongeacht zijn oorsprong
Wet van de veelvuldige verhoudingen: Wanneer twee elementen A en B combineren om meer
dan één verbinding te vormen zullen de massa’s van B die reageren met een vaste hoeveelheid A
zich altijd tot elkaar verhouden als de verhoudingen van kleine gehelen
Atoommodel Dalton
Elementen zijn opgebouwd uit ondeelbare deeltjes. Atomen vaan dezelfde soort hebben dezelfde
eigenschappen (vb massa) en zijn verschillend van andere atomen. Verbindingen zijn het resultaat van
een combinatie van atoomsoorten. Atomen van 1 element kunnen niet omgezet worden naar atomen van
een ander element. En een chemische reactie is een reorganisatie van atomen.
Nucleaire atoommodel
Er werd duidelijk dat een atoom nog kleinere deeltjes bevatte (ontdekking
elektronen door kathodestraalbuizen Thomson).
Een elektron = elementair negatief geladen deeltje dat aanwezig is in alle atomen.
De rest van de atoom is positief geladen omdat atomen neutraal zijn. (Thomson)
Thomson zegt: een atoom = sferische homogene wolk van positieve materie
waaraan elektronen lukraak vastplakken.
,Rutherford zegt: Nucleair atoommodel! Het grootste deel van de massa en alle positieve ladingen zijn
geconcentreerd in een kern met hoge dichtheid. Elektronen bewegen in ijle ruimte rond de atoomkern. Er
zijn evenveel positieve deeltjes als negatieve deeltje aangezien het atoom neutraal is. Adhv α-straling zag
hij dat de positieve lading geconcentreerd was in een punt.
Het werd al snel duidelijk dat er ook neutronen aanwezig waren (adhv massaverhoudingen) in de kern.
Isotopen
= nucleiden van hetzelfde element met dezelfde chemische eigenschappen maar met verschillende massa
(ander aantal neutronen)
massaspectrometer
Atoommassa-eenheid
12
C wordt internationaal als standaard referentie gezien om relatieve atoommassa’s te berekenen. Aan de
12
C-nuclide werd exact de massa van 12 atoommassa-eenheden toegekend. Dus is
absolutemassa 12
❑C −27
1u¿ =1,66054.10 kg zodat
12
absolute massa atoom( g)
Ar¿ −24
1,66054. 10 g
en de atoommassa (%) is het gemiddelde van het voorkomen in de natuur van het isotoop van het
element
H3:Verbindingen
Moleculen en ionen
Atomen in de natuur vormen samen verbindingen. De krachten die de verbindingen samenhouden
worden chemische bindingen genoemd. Hierin spelen de valentie-elektronen een belangrijke rol.
Er bestaan 2 soorten bindingen:
- Covalente bindingen (nM+nM): ontstaat door gemeenschappelijk stellen van 2 elektronen
als elektronenpaar
- Ionbindingen (M+nM): ontstaat door elektrostatische aantrekking tussen positieve en
negatieve ionen. Een ion ontstaat door elektronenverlies of -opname.
o Kation= positief ion
o Anion= negatief ion
, Wanneer ionbindingen ontstaan tussen een groot aantal atomen, dan ontstaat een
ionverbinding in 3D.
Verschillende voorstellingen voor (covalente bindingen):
- Chemische formule vb: H2O
- Structuurformule vb: H-O-H
- Ball-and-stick of space-filling model
Naamgeving
Enkelvoudige stoffen:
Metalen: “naam element ”
Niet-metalen: “Grieks telwoord + naam element”
Thio-afgeleiden!
Er wordt 1 O vervangen door S
Vb: SO42- sulfaat-ion en S2O32- thiosulfaat-ion
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fiendewit. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.