Dit is een samenvatting van cursus 11 uit de methode laagland. Deze cursus gaat over de negentiende eeuw. De samenvatting bestaat uit 6 kantjes, ingedeeld in verschillende kopjes (kopjes uit het boek). Ook de belangrijkste mensen uit die tijd zijn benoemd.
Samenvatting literatuur cursus 11 –
negentiende eeuw
1. HISTORISCHE CONTEXT
1.1 NATIONALISME EN IMPERIALISME
Na de nederlaag van Napoleon werd er gestreefd naar herstel van de politieke situatie van voor
de Franse revolutie. Dit gebeurde niet, maar revoluties, imperialisme en nationalisme bepaalden
belangrijke politieke ontwikkelingen.
Het nationalisme inspireerde het politieke streven naar eenwording. (Duitse eenwording door
Bismarck). Ook leidde het tot grote belangstelling voor het verleden va neigen volk en
volkskarakter. Het nationalisme was een fase in de totstandkoming van opkomende moderne
eenheidsstaten.
Even later kwam het imperialisme op. Europese landen streefden naar gebieds- en
machtsuitbreiding in de koloniën.
De negentiende eeuw was de eeuw van de rijke burgerij: de bourgeoisie. Door de industrialisatie
en het kapitalisme ontstonden nieuwe arbeidsvormen. De groeiende steden ontwikkelden zich
hierdoor tot metropolen waar grote groepen mensen opgingen in de massa.
1.2 NEDERLAND EN DE MODERNITEIT
Na Napoleons nederlaag werden de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden herenigd in een
koninkrijk onder koning Willem 1. De hereniging duurde niet lang, want de meningsverschillen
waren te groot. De Belgen kwamen in opstand en in 1839 werd het een zelfstandig koninkrijk.
In 1848 stemde koning Willem 2 in met de grondwet van Thorbecke (liberale politicus).
Nederland werd een parlementaire democratie waarin ministers verantwoording moesten
afleggen bij de Staten-Generaal. De macht lag bij de welgestelde burgerij en later, toen de
liberalen hun machtspositie verloren, bij de meer bescheiden burgerij.
De bevrijding van Napoleon en de afscheiding van België stimuleerden het nationaal gevoel in
Nederland en versterkten het besef van een eigen nationaal karakter met de eigenschappen:
huiselijkheid, godsdienstigheid, vaderlandsliefde en vrijheidsverlangen.
Er kwam een verstedelijking. De moderniteit brak door met positieve en negatieve gevolgen het
veranderde de maatschappij. De Nederlandsche Handelmaatschappij zorgde voor afzet van
producten in Indië en voor import van tropische producten. Door het cultuurstelsel moet 1/5
deel van de grond bebouwd worden met door het gouvernement bepaalde producten.
Doordat mensen naar de stad trokken nam individualisme toe. Aan het einde van de
negentiende eeuw was een opkomst van massacultuur, gericht op amusement en ontspanning.
Het werd een concurrent van de burgerlijke cultuur.
Je positie in de maatschappij werd bepaald door je geboorte. Belangrijke normen en waarden
van de burgerlijke ideologie waren: eer, deugdzaamheid, respect voor gezag en godsdienst als
Door de modernisering nam ontkerkelijking toe. Een reactie hierop was verzuiling: katholieken
en protestanten gingen het dagelijkse leven in eigen kring organiseren. Dit werd als een vorm
van emancipatie gezien.
Eind negentiende eeuw kwam het feminisme op. Vrouwen gingen gelijke rechten eisen.
Belangrijk hierin was Aletta Jacobs.
2 CULTURELE CONTEXT
2.1 FILOSOFIE EN WETENSCHAP
Volgens het materialisme bepalen de materiële en economische omstandigheden het bestaan van de
mens. Karl Marx stelde dat arbeidsdeling en het ontstaan van eigendom leidden tot vervreemding
van de mens. Een ondernemer geeft arbeid aan een arbeider, waardoor mensen vervreemden van
elkaar. Zijn opvattingen speelden een belangrijke rol in het socialisme.
Auguste Comte was grondlegger van het positivisme. Er gold dat het feitelijke is wat je kan
waarnemen of bewijzen met experimenten.
Andere filosofen reageerden op de crisis van de burgerlijke mens: de vervreemding en anonimiteit in
de massa. Friedrich Nietzsche zag zichzelf als vernietiger van alle zekerheden. Waarheden waren
illusies, waarvan de mens vergeten was dat het illusies waren. Hieraan kon een einde komen voor de
Uebermensch: hij die bevrijd was van conventies en gegeven waarden, hij laat het vervreemde leven
achter zich. Nietzsche was een van de belangrijkste filosofen van de 20 e eeuw.
De natuurwetenschappen streefden naar het opstellen van wetmatigheden. Charles Darwin was
grondlegger van de evolutietheorie. Wetenschappers streefden ernaar causale verbanden van
oorzaak en gevolg te kunnen benoemen.
2.2 KUNST IN DE NEGENTIENDE EEUW
In de negentiende eeuw veranderde de functie van beeldende kunst. Kunst werd koopwaar.
Opdrachtgevers vielen weg, waardoor de smaak van het publiek uiteen kon lopen. Er kwam een
tweedeling: sommigen kozen voor aanpassen aan publiek, anderen voor artistieke vrijheid. De
kunstenaar kwam tegenover de burger te staan: een antiburger.
Ook ontstond er fotografie. Hierdoor werd de kunstenaar uitgedaagd zich af te keren van de
traditionele werkelijkheidsweergave. basis voor de moderne kunst. Vincent van Gogh.
2.3 ROMANTIEK
Voor een romantische kunstenaar was kunst de expressie van de eigen gevoelens. Ze hadden
vrijheidsdwang, ze maakten schilderijen vol beweging en dynamiek. (Eugène Delacroix en Théodore
Géricault). Een ander kenmerk was de persoonlijkheidscultus.
De romanticus leefde in onvrede met de werkelijkheid. Hij leed aan Sehnsucht, een verlangen dat in
het leven niet te bevredigen was. Gevolgen hiervan waren romantisch lijden (Weltschmerz) en
melancholie. Sommige kunstenaars toonden daarbij engagement, ze namen een maatschappelijk
standpunt in.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninasmeets1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.31. You're not tied to anything after your purchase.