- Agogie = verzamelnaam voor de praktijk van ondersteuners, begeleider, hulpverleners die
bezig zijn met professionele beïnvloeding van mensen zodat zij het beter krijgen
- Agogie = de leer van het doen veranderen van mensen of je leert hoe je mensen kan
begeleiden.
Opkomst agogie:
- Maatschappelijke veranderingen (scheiding kerk/staat, industriële revolutie…)
- Ontstaat twijfel, onzekerheid, ongelijkheid = nood aan professionele begeleiding
- Aanbod van ondersteuning en begeleiding professionaliseert zich
Kenmerken van agogie:
- Beïnvloeding en verandering
- Psychosociale verandering van individuele mensen of mensen in groep
- Beroepsmatig
- Doelgericht: poging tot veranderen
- Systematisch: planmatig, gebaseerd op ervaring en kennis
- Bewust: Beïnvloeding gebeurt open en eerlijk
- Gewenst: door de betrokkenen
- Niet wederzijds: er is een ongelijke rolverdeling
- (Jong)volwassenen
Sociale agogiek = gericht op het verhogen van de kwaliteit van het bestaan van een
volwassenen.
-> focus ligt op de volwassenen die door hun maatschappelijk kwetsbare positie en
structurele maatschappelijke factoren drempels ervaren.
-> Deze drempels zijn op vlak van wonen, werken, onderwijs…
Sociaal agogisch handelen= systematische, doelgerichte en beroepsmatige beïnvloeding die
gericht is op het bereiken van een betere psychosociale situatie van de volwassenen.
Huisje agogisch werk p.4
Verschil tussen agogisch werk en sociaal agogisch werk:
Agogisch werk = gericht op psychosociale aspecten
Sociaal agogisch werk = gericht op psychosociale verandering staat centraal.
1.3 Cliënt
Degene die helpt veranderen = agoog
Degenede die de verandering ondergaat = Cliënt
,Veranderingen van verschillende personen tegelijk = cliëntsysteem
Beroep en werkveld:
- Er zijn beroepen waarin agogisch werk centraal staat en beroepen die een agogisch aspect
in hun dragen
- Agogische beroepen vinden we terug in een aantal werkvelden of werkterreinen. Men
spreekt dan ook over een bepaalde sector.
Soorten cliëntensystemen:
Onderscheid op basis van de aard van het psychosociale functioneren:
- Individuele personen (microniveau)
- Groepen (kleine groepen: microniveau)
- Organisaties (mesoniveau)
- (Grotere) samenleving(sverbanden)(macroniveau)
Agogisch werk:
- Wij worden procesgerichte agogen. Oog hebben voor de taak is belangrijk. Maar we
kijken meer naar het proces.
- Agogisch werk is eerder gericht op de cliënt dan op het probleem -> wat is het beste
voor de persoon?
Meer oog voor veranderingsproces en relatie met de cliënt dan voor het actuele
probleem
2. Sociaal agogisch handelen en de verschillende levensdomeinen
2.1 Levensdomeinen en drempels
Levensdomein = belangrijke terreinen waarop iemands leven zich afspeelt.
Bv: Wonen, werken (inkomen), onderwijs, vrije tijd, gezondheid, relaties.
-> Iedereen ondervindt wel moeilijkheden op 1 van deze domeinen.
Maatschappelijk kwetsbare mensen ervaren sneller drempels of uitsluiting.
-> Uitsluiting op 1 domein is vaak het gevolg van uitsluiting op meerdere domeinen.
-> Ze zijn vaak niet op de hoogte van hun rechten waardoor ze hun leven niet kunnen
beteren.
-> Als ze beroep willen doen op maatschappelijke hulp en dienstverlening worden ze ook
geconfronteerd met enkele drempels.
Niet enkel betaling maar ook randvoorwaarden (= mobiliteit, kinderopvang) en ook sociaal-
culturele drempels.
- Fysieke drempels -> toegankelijkheid bv; rolstoel maar er is geen lift aanwezig
- Financiële drempels -> betaalbaarheid
- Sociaal- culturele drempels -> bv; taal/ waarden en normen
- Psychologische drempels -> bv; schaamte
- Randvoorwaarden -> mobiliteit/ kinderopvang
,Sociaal agogisch handelen =/= Een volwassene helpen zoeken naar een woning.
Sociaal agogisch handelen = Een volwassene of gezin in armoede met een onzeker
verblijfstatuut wel zekerheid geven, hier gaat het niet enkel over wonen maar ook over
relaties, vorming, werk…
Drempels:
Wonen:
- Mensen zijn niet meer in staat om eigen woning te verwerven.
- Armoederisico bij huurders = 3 keer groter dan bij eigenaars.
- Private huurders besteden 30% van inkomen aan huur.
- Groeiend aantal gezinnen heeft het moeilijk met elektriciteit en aardgasrekening te
betalen.
- Aangepaste woningen voor personen met handicap zijn er te weinig.
Werken:
- Groot aantal personen met handicap is inactief op arbeidsmarkt.
- Arbeid heeft vele functies, inkomen, tijd, sociaal contact, doelen, status.
- Een job hebben is een goede bescherming tegen inkomensarmoede.
- Discriminatie op de werkvloer, oudere mensen, gehandicapten en allochtonen
geraken moeilijk aan job.
Onderwijs/vorming:
- Grote kloof tussen sterke en zwakke leerlingen.
- Kinderen uit lagere sociale klassen beginnen later in kleuteronderwijs en hebben
meer achterstand.
- Deze kinderen verlaten ook sneller het secundair onderwijs zonder diploma.
- Minder gaan verder naar de hogeschool.
- Startkansen arbeidsmarkt = laag.
Vrije tijd:
- Mobiliteit kan een drempel zijn om aan vrijetijdsbesteding te doen bv als je in een
rolstoel zit.
- Sociale drempels: je wordt vreemd bekeken als je alleen naar de film gaat.
- Eenzaamheid = Meest onderschatte probleem in de maatschappij.
Gezondheid:
- Hoe lager op socio-economische ladder, hoe slechter de gezondheid.
- Mensen in armoede moeten verplicht hun gezondheidszorgen uitstellen.
- Ze ervaren meer dan andere fysieke en mentale problemen.
- Vaak hebben ze ook ongezonder gedrag zoals drinken en roken.
- Ouderen hebben vaak een klein pensioen en hebben ook meer kans op
gezondheidsproblemen.
- Ze hebben vaak financiële problemen, zitten in sociaal isolement.
- Mensen in een migratiesituatie voelen de druk om voor hun ouders te zorgen nog
harder.
, Relaties:
- Armoede: Ze kunnen de sociale rollen niet opnemen, zo worden ze beperkt in het
aanknopen of onderhouden van relaties. Het leidt vaak tot isolement en sociale
uitsluiting. Door de verschillende breuken in hun netwerken sluiten ze zich ook zelf af
van de mensen.
- Ouderen: Gelijkaardig patroon van deklasserings- en uitsluitingsproces door
pensionering, verlies van partner. Leidt vaak tot isolement en eenzaamheid.
- Personen met handicap: Ze doen vaker beroep op functionele en emotionele
ondersteuning van hun partner -> verhoogt de druk binnen een relatie.
2.2 Structurele drempels en rechten
2.2.1 Sociale grondrechten
Sinds 1994 -> Sociale grondrechten van de Belg
= Iedereen heeft recht op een menswaardig leven en het wordt verreisd dat de overheid
actief optreedt.
De sociale grondrechten zijn:
Recht op arbeid en vrije beroepskeuze
Recht op sociale zekerheid
Recht op bescherming van de gezondheid
Recht op sociale, geneeskundige en juridische bijstand
Recht op een behoorlijke huisvesting
Recht op bescherming van een gezond leefmilieu
Recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing
De sociale grondrechten zijn niet direct afdwingbaar en richtinggevend.
2.2.2 Mensenrechten
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens = basisrechten voor ieder mens.
!!
Een Verklaring= ideaal dat moet worden nagestreefd.
Een Verdrag = juridisch afdwingbaar indien goedgekeurd door land in kwestie.
2.2.3 VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap
In België -> 2006
Het Verdrag zegt dat het hebben van een handicap niet een probleem is van 1 persoon maar
een probleem is van de hele samenleving.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elienmeuleman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.57. You're not tied to anything after your purchase.