Voor deze toets heb ik een 8.2 gehaald.
In dit document staan de uitgewerkte leerdoelen voor anatomie en fysiologie van OWE 2 uit leerjaar 1. Onderwerpen die hierin voorkomen zijn: het hart, shock, decompensatio cordis, CABG, myocardinfarct, kanker, mammacarcinoom en depressieve stoornis.
Clear and fairly concise, great for a test!
By: Hussain007 • 3 year ago
Seller
Follow
sanne432
Reviews received
Content preview
Lesdoelen OWE 2 Anatomie en fysiologie
Week 1
Kent de anatomie van het hart;
Begrijpt de werking van de hartkleppen;
- De hartkleppen zorgen ervoor dat het bloed in de goede richting stroomt.
Kan de hartcyclus beschrijven;
- De hartcyclus bestaat uit een actie- en een rustfase. In de rustfase worden de atria en
ventrikels gevuld. In de actieve vullingsfase contraheren beiden atria hierdoor treedt er extra
vulling op van de ventrikels. Daarna contraheren de ventrikels. Dit bestaat uit de ventrikel
systolische fase:
o Isovolumetrische fase:
Atria ontspannen zich en de sinusprikkels verspreiden zich over de hele
ventrikelwand. De ventrikels gaan contraheren en de AV-kleppen slaan dicht,
dit is de eerste harttoon.
o Ejectiefase:
Zodra er een onderdruk in de aorta en de truncus pulmonalis ontstaat, wordt
het bloed de slagaders ingeperst.
o Relaxatiefase:
De ventrikels ontspannen zich. De kleppen van de slagaders slaan dicht, dit is
de tweede harttoon.
Weet hoe de hartactie tot stand komt;
- De hartactie komt tot stand door het prikkelgeleidingssysteem. De sinusknoop zorgt voor een
sinusritme van 100, de nervus vagus vertraagt het sinusritme iets. Vanuit de sinusknoop in
het rechter atrium verspreiden de prikkels zich over het rechter atrium naar de AV-knoop.
Deze vertraagt het ritme met 0,1 seconde. Het intrinsieke ritme van de AV-knoop is 50.
Vervolgens lopen de prikkels richting de bundel van His. Waarna de prikkels doorlopen naar
, de Purkinjevezels. Hierdoor contraheren de ventrikels. Het intrinsieke ritme van het
ventrikelmyocard is 40.
Kan de termen: frequentie, regulariteit en aequiliteit (gelijkmatigheid) uitleggen
- Frequentie: aantal polsslagen per minuut. Gemiddeld 72 slagen per minuut.
- Regulariteit: afstanden tussen de verschillende polsslagen zijn steeds hetzelfde.
- Aequiliteit: de tik tegen de vinger bij het tellen van de pols is van dezelfde hevigheid.
Kent de basisprincipes van het ECG
- Registratie van de elektrische activiteit van het hart.
Herkent de hartactie op het ECG en kan benoemen welk deel van het ECG, welk deel van
de hartactie representeert;
- P-top: Depolarisatie van de atria, prikkels lopen richting het septum.
- QRS-complex: Samentrekken van de ventrikels.
- T-top: ontspannen van de hartspier.
Weet hoe de harttonen ontstaan en wat de term hartruis betekent;
- Eerste harttoon: de mitraalklep en de triucspidaalklep slaan dicht -> ook wel AV-kleppen.
- Tweede harttoon: de aortaklep en de pulmonalisklep slaan dicht.
- Hartruis: geluid dat ontstaat als de bloedstroom weerstand ondervindt. Meest voorkomende
oorzaak is hartklepaandoening.
Weet wat bedoeld wordt met de hartcapaciteit en het hartminuutvolume;
- Hartcapaciteit: vermogen van een ventrikel om een bepaalde hoeveelheid bloed per
tijdseenheid weg te pompen.
- Hartminuutvolume: hoeveelheid bloed dat het hart per minuut wegpompt.
Kent de verschillende bloedsomlopen, hun functie en de route die deze aflegt.
- Grote bloedsomloop: lichaamscirculatie, pompt het bloed van het hart naar alle delen van
het lichaam. Belangrijkste functie -> het brengen van zuurstof naar alle weefsels en organen
van het lichaam en afvoeren afvalstoffen.
- Kleine bloedsomloop: longcirculatie, loopt van het hart naar de longen. Belangrijkste functie -
> CO2 afgeven aan de longen en zuurstof opnemen uit de longen.
Is bekend met de term “dubbele bloedsomloop”
- Dubbele bloedsomloop: grote en kleine bloedsomloop.
, Week 2
De student kent de etiologie, pathofysiologie, symptomen, diagnostiek, behandeling,
complicaties en preventie van het acute myocardinfarct.
- Etiologie: roken, hoge bloeddruk, hoog cholesterolgehalte, diabetes, leeftijd en erfelijkheid.
- Pathofysiologie: door slagaderverkalking kan er een bloedpropje in de vernauwing blijven
steken waardoor het bloedvat wordt afgesloten. Wanneer dit in een kransslagader gebeurt,
kan er geen zuurstof en voedingstoffen naar het hart toe worden vervoerd. Een deel van het
hart kan dan afsterven.
- Symptomen: zweten, misselijkheid, onrustig gevoel, duizeligheid of kortademigheid.
- Diagnostiek:
o Anamnese: er wordt gekeken naar pijnklachten en risicofactoren.
o Lichamelijk onderzoek
o ECG: de ECG zal er abnormaal uitzien.
o Bloedonderzoek: bij een hartinfarct komen er stoffen vrij zoals troponine en CK-MB.
- Behandeling:
o Dotterbehandeling: het bloedvat wordt geopend door middel van het opblazen van
een klein ballonnetje.
o Stentbehandeling: vaak wordt er een stent geplaatst om te voorkomen dat het
bloedvat weer dicht gaat zitten.
o Bypassoperatie: er wordt een omleiding gemaakt door middel van een ader uit het
been, de arm of uit de borst te halen. Dit gaat via een openhartoperatie waarbij de
patiënt aan een hartlongmachine wordt gelegd.
o Medicatie: er kunnen verschillende medicijnen worden toegediend. Vaak worden
antistollingsmedicijnen (vermindert stolling van het bloed), bètablokkers (verlaagt de
hartslag en bloeddruk) en cholesterolverlagers (verlaagt het cholesterolgehalte in het
bloed en beschermen de vaatwand) gegeven.
- Complicaties:
o Hartfalen
o Klepstoornis
o Hartritmestoornis
o Agina pectoris
o Scheuren van de hartspier
o Scheur tussen linker- en rechterharthelft
o Ontsteking van het hartzakje
- Preventie: gezonde levensstijl aanhouden
De student kent de etiologie, pathofysiologie, symptomen, diagnostiek, behandeling,
complicaties en preventie van shock. De student kent de verschillende vormen van shock
en de verschillende ontstaanswijzen en behandelingen.
- Soorten shock:
o Cardiale shock: verminderde pompfunctie van het hart.
o Distributieve shock: verkeerde verdeling van het bloed doordat bloedvaten te veel
open gaan staan. Hieronder vallen vier soorten:
Anafylactische shock: ontstaat bij een allergische reactie.
Neurogene shock: treedt op bij ruggenmerg- of hersenletsel.
Septische shock: ontstaat door infecties, de schadelijke stoffen veroorzaken
de shock.
Toxische shock: veroorzaakt door vergiftiging.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sanne432. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.