100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcollegedictaat week 2 Personenschade $3.25   Add to cart

Class notes

Hoorcollegedictaat week 2 Personenschade

1 review
 47 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Hoorcollegedictaat van het tweede hoorcollege van het vak Personenschade: theorie en praktijk. Alle powerpointslides zijn in het document verwerkt en alles is (bijna) letterlijk meegetypt.

Preview 4 out of 38  pages

  • February 18, 2021
  • 38
  • 2020/2021
  • Class notes
  • A. kolder
  • All classes

1  review

review-writer-avatar

By: dijlesimsek • 3 year ago

avatar-seller
Week 2: Causaliteit en letselschade

‘Het leerstuk van het causaal verband behoort ongetwijfeld tot het lastigste
onderdeel van het aansprakelijkheidsrecht’
Conclusie A-G Spier voor HR 21 december 2012, NJ 2013/237 (Deloitte/Hassink)

We gaan vandaag praten over een heel ander onderwerp dan de vorige keer. Deze week
over causaliteit, causaal verband, causaliteitsperikelen. Dan gaan we van start,
hoorcollege 2.

Maak je borst maar nat. Causaliteit is toch een van de lastigste leerstukken van het
aansprakelijkheidsrecht. Het lastigste onderdeel van het aansprakelijkheidsrecht.
Daar gaan wij ons vandaag doorheen zien te ploeteren. Aan de andere kant, het is ook
wel weer leuk en jullie zullen aan de hand van allerlei praktijkvoorbeelden het duidelijk
maken. Maar het is niet gemakkelijk, dus wees voorbereid.

Het leerstuk van het causaal verband
› Csqn-verband (art. 6:74 en 6:162 BW)
› Toerekening (art. 6:98 BW)
› Situatie zónder ongeval (art. 6:105 BW)
› Onzeker causaal verband (csqn-verband)
- omkeringsregel
- kansschade
- proportionele aansprakelijkheid

Om er wat grip op te krijgen, waar hebben we het dan over? Het causaal verband kan
zich in verschillende gedaanten voordoen als we het hebben over het
aansprakelijkheidsrecht en aansprakelijkheid voor letsel en overlijdensschade. Ik ga al
deze varianten, gedaanten waarin het causaal verband zich kan voordoen, langslopen.

Ten eerste hebben we het conditio sine qua non-verband. Ik kom daar dadelijk nader
over te spreken. Daarna causaal verband in de vorm van de toerekeningsvraag. Ik ga
ook nog wat vertellen over de hypothetische situatie zonder ongeval. Degene die het
introductiefilmpje heeft gezien die heeft daar ook al wel eens wat over gehoord. We
gaan praten over zaken waarin sprake is van onzeker causaal verband. Als je te maken
hebt met onzeker causaal verband, dan zijn er drie manieren om daar mee om te gaan.
Ten eerste de omkeringsregel, het leerstuk van de kansschade en het leerstuk van de
proportionele aansprakelijkheid.

Dit is de blauwdruk voor wat we gaan bespreken. Ik heb het al vaker gezegd; op het
tentamen krijg je casusposities. De kans is groot dat daar ook een vraag bij zit over het
causaal verband. Dan is het aan jullie om te ontcijferen of het nu gaat om de
toerekeningsvraag, gaat het om de situatie waarin sprake is van onzeker causaal
verband, moet ik dan iets met kansschade of proportionele aansprakelijkheid. Dat zal
een beetje zijn hoe het eraan toe gaat.

Rb. Den Haag 9 maart 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:13168 (Trampoline-ongeval)
“Zo heeft de rechtbank geconstateerd dat er meermaals meer personen tegelijkertijd
op één trampoline sprongen, dat sommige personen zaten of lagen op een trampoline,
dat er werd gerend op de looppaden (...). De aanwezige toezichthouders hebben
daartegen niet opgetreden. In zoverre hebben verzoekers dus terecht gesteld dat


1

,Jump One geen toezicht heeft gehouden op de naleving van haar eigen
veiligheidsregels.”
“De niet-naleving heeft immers niet tot het uiteindelijke ongeval geleid. Er is in dit
geval sprake van pure “pech”, in die zin dat [de minderjarige] en [X] precies op
hetzelfde moment op dezelfde (nog niet in gebruik zijnde) trampoline
stapten/sprongen. In verband met het ontbreken van het zowel voor artikel 6:74 BW
als voor artikel 6:162 BW vereiste causaal verband kan Jump One niet aansprakelijk
worden gehouden voor het ongeval en de daaruit voortvloeiende schade.”

Zover is het nog niet dat tentamen, eerst maar eens even de theorie aan de hand van
allerlei praktijkvoorbeelden.

Eerst deze zaak, rechtbank Den Haag. Het ging hier om een minderjarig kind dat op
trampolineles zit bij de jumbo Jump One. En eigenlijk gaat het daar fout terwijl het
daar een beetje een janboel is. Wat gebeurt er nu? De kinderen die, voorafgaand aan
de trampolineles, lopen door elkaar en er is geen toezicht. Dan is er een jongetje die
springt op een vrije trampoline, maar ook net een meisje tegelijkertijd op dezelfde vrije
trampoline en dan botsen ze midden op die trampoline tegen elkaar aan en die jongen
loopt dan een hele nare dubbele beenbreuk op. Hij heeft zijn kuitbeen gebroken en zijn
scheenbeen. Daar word je niet vrolijk van. Dan wordt geprobeerd om bij die organisatie
een schadevergoeding te krijgen van Jump One, de organisator van de les.

Dan constateert de rechtbank van alles. De rechtbank constateert dat eigenlijk de boel
niet goed op orde was. Er waren meer mensen tegelijk op een trampoline, terwijl de
huisregels voorschrijven dat dat niet mag, mensen lagen en zaten op de trampolines,
dat mocht ook niet volgens de huisregels. Er werd gerend. Het was een beetje een
zooitje en de toezichthouders hebben niet opgetreden. Vast komt te staan dat de
toezichthouders de norm hebben geschonden, die hebben onzorgvuldig gehandeld.
Dan denk je, dan heb je de normschending te pakken en de aansprakelijkheid te
pakken.

Uiteindelijk loopt het toch anders af. Wat zegt de rechtbank? Ik kijk ook naar het
vereiste van de causaliteit. Er is een norm geschonden, onvoldoende toezicht. Maar de
rechtbank zegt: stel je nu voor dat ze wel aan die norm hadden voldaan, dan was het
ongeluk ook gebeurt. Het was eigenlijk stomme pech, er was een vrije trampoline en
net op hetzelfde moment springen ze op die vrije trampoline en botsen ze ongelukkig
tegen elkaar aan. Dus onderin op de slide: de rechtbank oordeelt: de norm is wel
geschonden, maar het ongeluk is niet door de normschending ontstaan. Het is dus
niet zo bijvoorbeeld dat het ongeluk gebeurde terwijl ze met zijn tweeën op een
trampoline aan het springen waren en dan tegen elkaar aan botsen. Want de huisregels
schreven voor: je mag maar met een tegelijk op de trampoline. Die norm was niet
geschonden bijvoorbeeld, dat ze beter hadden moeten toezien op niet twee mensen
tegelijk. Het gleed er eigenlijk net tussen door deze casus.

Vinden jullie dit nu een redelijke uitkomst of niet? Zou je je nu ook nog kunnen
bedenken van wacht eens even dat causaal verband zoals de rechtbank hem niet ziet,
is dat niet te kort door de bocht? Want ik vraag mij dan af: als het daar zo’n zooitje is,
om het maar even zo te zeggen, dan gebeurt het ook eerder dat daar wat misgaat. Als
je heel strak toezicht houdt en je zet daar voldoende mensen neer en mensen worden
aangesproken wanneer zij zich niet goed gedragen, misschien was het ongeluk dan wel
niet gebeurd. Want nu waren er twee mensen die tegelijkertijd op een trampoline


2

,gesprongen, misschien als daar een toezichthouder was geweest dan was het misschien
niet gebeurd.

Vinden jullie dit een terechte uitspraak? De rechtbank zegt dan de normschending
heeft niet tot het ongeval geleid. De meerderheid zegt geen terechte uitkomst. Het voelt
niet helemaal goed dat het zo’n zooitje is eigenlijk en het gaat mis en dat je er dan mee
wegkomt als organisatie. Maar goed, de rechtbank wil niet aan het causaal verband.
Maar docent zou zich kunnen voorstellen dat je zegt dat als alles daar tip top op orde
was geweest, dan was het ongeluk misschien toch niet gebeurt. Maar punt van dit
verhaal is: causaliteitsvereiste onderschat dat niet. Iemand kan best foutief handelen,
maar dat betekent niet automatisch dat dan ook die aansprakelijkheid gegeven is.

Rb. Amsterdam 2 oktober 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:6893 (Vuurwerkongeval)
- onrechtmatige daad: verstrekken illegaal vuurwerk aan 11-jarige
- verweer: causaal verband met de schade ontbreekt
-> het verstrekken van het vuurwerk niet de oorzaak, maar de onjuiste wijze van
afsteken
-> de schade staat, vanwege wijze van afsteken, in te ver verwijderd verband met het
verstrekken van het vuurwerk

Ander voorbeeld. Dit is een ouder iemand, volwassen tussen de 20 en 30 jaar. Die
jongen geeft vuurwerk aan een 11-jarig jongetje. Ze kennen elkaar van de
kinderboerderij. Hij werkte daar als vrijwilliger en dat jongetje kwam daar dan om naar
de dieren te kijken. Die volwassene geeft dan een Cobra aan het 11-jarige jongetje. Dat
11-jarige jongetje neemt dat mee naar huis en die gaat dan ergens thuis in zijn eentje
ermee knoeien en uiteindelijk steekt hij hem aan en ontploft dat ding in zijn hand en
dan is zo’n jongetje van 11 nagenoeg zijn hele hand kwijt. Dat is zeer ernstig letsel.

Dan wordt geprobeerd om schadevergoeding te claimen en de volwassen man wordt
aangesproken. Die verweert zich, hij zegt het was fout van mij ik heb een onrechtmatige
daad gepleegd, ik had nooit dat vuurwerk aan die jongen moeten verstrekken, de fout
die is er wel. Maar, er is geen causaal verband zegt de volwassen man, geen causaal
verband tussen mijn fout en de schade. Want, ik heb hem weliswaar dat vuurwerk
verstrekt, maar dat is niet de oorzaak van de schade. De oorzaak is het geklungel van
die jongen later thuis in zijn eentje, dat kun je niet meer op mijn bordje leggen. En hij
zegt ook: al met al is het een te ver verwijderd verband. We gaan straks bij de
toerekeningsvraag wel zien wanneer je iemand iets kan toerekenen. ‘Ik heb hem
weliswaar dat vuurwerk gegeven, maar die jongen is er zelf in de weer geweest en
eigenlijk is het dan toch helemaal aan hem zelf te wijten.’

Wat vinden jullie hiervan? Vinden jullie nou dat die volwassene die hem een stuk
vuurwerk geeft, draait die nu op voor de schade voor die jongen die een hand moet
missen of zeggen jullie van nee, het is toch iets wat voor eigen rekening van die 11-jarige
moet blijven. Wel of geen aansprakelijkheid? Duidelijk is wel, de overgrote
meerderheid zegt ja hier moet aansprakelijkheid zijn voor die volwassene. Ik kom hier
nog op terug, ik ben het eens met de meerderheid dat hier aansprakelijkheid aan de
orde is. Waarom dan en hoe dan, dat komt later aan bod. Houd deze maar even vast,
hij komt nog terug.

Csqn-verband



3

, › Alleen die schade vergoeden die dóór de gebeurtenis waarvoor aansprakelijkheid
bestaat, is veroorzaakt
› Art. 6:162 BW
‘Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt (...) is verplicht de schade die
de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.’
› Art. 6:74 BW
‘Iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis verplicht de schuldenaar de
schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden (...).’
› Vestigingsfase (is er aansprakelijkheid?) › ‘Minimumvoorwaarde’

Beginnen met het conditio sine qua non-verband. Dat is het eerste gedaante waarin je
het causaal verband kan tegenkomen. Wat is nou de strekking van het vereiste van het
causaal verband, het csqn-verband. Je hebt de normschending en je bent alleen
aansprakelijk voor de schade die daardoor is veroorzaakt. Dus alleen de schade betalen
die ook door jouw normschending komt.

6:162 BW kennen we allemaal, het woordje ‘dientengevolge’. En in een contractuele
relatie, denk bijvoorbeeld je gaat naar de dierentuin of naar de Efteling of naar een
kartcentrum en je krijgt daar een ongeluk, dat is een contractuele band, 6:74 BW, de
wanprestatie. Ook dan komt het neer op de vraag is er dan een zorgplicht geschonden
ja of nee, Kelderluikfactoren. Maar daar wordt het bepaald door het woordje
‘daardoor’.

Onthoud goed, csqn-verband, dat is de vestigingsfase. Ik ga nog wel wat voorbeelden
geven straks, maar je hebt op zijn minst het csqn-verband nodig om aansprakelijkheid
te kunnen vestigen. Als je eenmaal de aansprakelijkheid gevestigd hebt, dan zegt het
nog niets over de omvang van die aansprakelijkheid.

Denk bijvoorbeeld aan een whiplashongeluk. Daar krijgen jullie ook nog wel college
over. Iemand wordt van achteren aangereden en heeft hoofdpijn, nekpijn,
concentratieproblemen. Dan zeg je oke, zonder het ongeluk waren die klachten er niet
geweest. Dus het csqn-verband is er wel, de aansprakelijkheid treedt in. Vervolgens
moet je nog wel kijken wat is nou de achterliggende schade, wat is de omvang van die
schade? Iemand was bijvoorbeeld student en die kan niet meer studeren en geen
bijbaan meer. Die was anders advocaat of rechter geworden en dat gaat niet meer, het
huishouden gaat niet meer. Noem maar op. Dus daar zit nog een hele wereld achter
qua omvang van de schade. Maar het csqn-verband is eigenlijk het minimumvereiste
om überhaupt te kunnen spreken van is er aansprakelijkheid, dus de vestigingsfase.

Zou de schade ook zijn ontstaan indien de onrechtmatige daad niet zou zijn
gepleegd?
-> zo ja, dan ontbreekt het csqn-verband
‘Een redelijke mate van waarschijnlijkheid’ -> geen 100% zekerheid
› Rb. Utrecht 7 oktober 2009, ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ9584 (Mishandeling en
studievertraging)
› Rb. Noord-Holland 22 december 2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:11387 (Ontbreken
leuning)

De toets is, is het csqn-verband aanwezig ja of nee? Een wegdenkoefening. Zou de
schade ook zijn ontstaan, met de fout weggedacht. Als zonder fout de schade ook zou
zijn ontstaan, dan is er geen csqn-verband en dan komt de schade niet door de


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wendelaoudkerkpool. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79223 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25
  • (1)
  Add to cart