100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Tentamenstof Sociale Pedagogiek $5.81
Add to cart

Exam (elaborations)

Tentamenstof Sociale Pedagogiek

 218 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

De tentamenstof voor het vak Sociale Pedagogiek 'kort' samengevat.

Preview 2 out of 14  pages

  • August 29, 2014
  • 14
  • 2010/2011
  • Exam (elaborations)
  • Unknown
avatar-seller
Sociale Pedagogiek 2010-2011

Tentamen 1

De 3 C’s
- context
o sociale omgevingen (dichtbij en klein), zoals gezin en school
o sociale structuren (verder en groot), zoals de wereld of
Europa
- comparison
o verschillende groepen, bijv. peers
o verschillende samenlevingen, bijv. westers en oosters
- change
o transities (overgangen) in het leven, bijv. naar de basisschool
o historische transities, bijv. voor/na kernramp

Bronfenbrenner: omgevingen bestaan op verschillende niveaus
- micro: familie, peers, klas, religie
- exo: gemeenschap, school, zorg, media, werk, ouders
- macro: politiek systeem, nationaliteit, cultuur
- meso: als microsystemen elkaar raken, bijv. ouders spreken met de
juf
- chrono: dingen veranderen in de tijd

Theorieën/sociologische perspectieven
- functionalisme (Davis)
o samenwerken, zonder conflicten  niet haalbaar
o samenleving geproduceerd door socialisatie-processen
o functie-denken
 functie van een kind = volwassene in wording
 functie kindertijd = voorbereiding (passief)
 wie bepaalt de functie?
- Conflicttheorie (Marx/Weber)
o Machtloze kind?  age stratification: leidt tot
onrechtvaardigheid in gezin en samenleving
o Generatie-conflict, ouder/kind conflict
- Exchange theorie
o Kind = rationeel, vergroten hun sociaal kapitaal op een
actieve manier
o Kind doet mee aan economische activiteiten (ruilen,
onderhandelen)
- Interactionisme
o Samenleving dicteert het individu niet, vormt het wel
o Kind creëert zichzelf en zijn sociale omgeving door interactie
o Kind speelt zijn eigen spel, beïnvloed door de omgeving
- Sociaal-constructivisme
o Kindertijd = specifiek component van vele samenlevingen, er
is geen 1 kindertijd (comparison)
o Kind en kindertijd zijn uniek (dus vereisen aparte studie)
o Kind is actief bij de constructie van het eigen sociale leven
o Als onderzoeker moet je objectief zijn als je naar de kindertijd
kijkt

, - Ook:
o Psychologisch perspectief: Piaget, Bronfenbrenner (invloed
van omgeving)
o Biosociale/genetische perspectieven: nature-nurture discussie
o Historische perspectieven: bijv. in de 17e eeuw kenden ze wel
kinderen, maar benoemden ze geen kindertijd

Corsaro’s idee: om over kinderen te leren moet je ván ze leren  Corsaro’s
rule

Voordat je een onderzoek start:
- wat is de onderzoeksvraag?
- Wat is mijn visie op het kind?
- Hoe pak ik het onderzoek aan?
o Kwantitatief/kwalitatief
o Experiment/vragenlijst/multimethod….
o ‘adult ideological bias’: gegevens over kinderen vanuit een
volwassene interpreteren  kan fout gaan
 dus: kindperspectief altijd vergelijken met
volwasseneperspectief
o etische verantwoording

Kwantitatief onderzoek: geografische data, surveys, statistieken
- vaak: naturalistische observaties, lab, gestandaardiseerd interview,
experiment (sterk gecontroleerd)
- doelen: statistische weergave, patronen/trends ontdekken,
generalisatie
- voordelen: generalisatie is mogelijk, theoretische hypotheses testen
- nadelen: theorie-/onderzoeksbias, algemeen beeld, alleen nummers
(niet erg veelzeggend over de praktijk)

Kwalitatief onderzoek: beschrijvingen over bepaalde personen,
naturalistische observaties, open-vragen interview (niet gestructureerd),
ethnografie (dezelfde groepen kinderen, natuurlijke omgeving, lange tijd,
verschillende kwalitatieve methoden)
- voordelen: rijke beschrijvingen, meer toevoeging aan het leven van
kinderen, stimuleert nieuwe ideeën/aanpal
- nadelen: theorie-/onderzoeksbias, generalisatie niet mogelijk,
weinig invloed op beleid/praktijk op grote schaal

In veel culturen: ‘knip’ tussen jeugd-volwassenheid
- overgangsrituelen, ‘rites de passage’
- in Nederland: meer geleidelijke overgangen

Judith Rich Harris: vooral peers maken hoe iemand is, ouders hebben hier
niet zoveel invloed op.
- maar: ouders kiezen de omgeving van een kind en dus indirect ook
de peers….

Definitie gezin = “samenlevingsverband waarvan minstens 1 persoon
minderjarig is”

3 gezinsrevoluties in de afgelopen 100 jaar:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellenklaver1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.81  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added