100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bijeenkomst 2 Europees Nationaal Constitutioneel Recht $11.29   Add to cart

Summary

Samenvatting Bijeenkomst 2 Europees Nationaal Constitutioneel Recht

 33 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitwerking van bijeenkomst 2

Preview 2 out of 11  pages

  • Yes
  • February 18, 2021
  • 11
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Week 2 - Nationaal parlement en de Europees Unie: wie doet wat,
waarom en hoe?
In week 1 is de invloed van Europese rechtsnormen op nationale rechtsnormen en hun onderlinge
interactie aan de orde gekomen. Deze week staat in het teken van de vraag hoe nationale organen –
met name parlementen – invloed kunnen uitoefenen op EU-besluitvorming. Soms zijn deze
parlementaire beïnvloedingsmogelijkheden in het Europese besluitvormingsproces ingebakken
(bijvoorbeeld via de ‘gele kaart’-procedure). In andere gevallen zijn parlementen aangewezen op het
op dusdanige wijze beïnvloeden van hun eigen regeringen dat deze hun opstelling in Europese gremia
(zoals de Raad) hierop aanpassen.

Bekend wordt verondersteld:
Algemene kennis over de totstandkoming van Europese regelgeving en de betrokkenheid van
de verschillende principale organen (Commissie, Raad, Parlement) daarin
De toepasselijke wetgevingsprocedure is afhankelijk van het te regelen onderwerp 
attributiebeginsel (art. 5 VEU): de Unie heeft alleen die bevoegdheden die haar zijn overgedragen bij
verdrag
De gewone wetgevingsprocedure
- Voor veruit de meeste beleidsterreinen en onderwerpen schrijft het Verdrag de toepassing van
de gewone wetgevingsprocedure voor (zie art. 294 VWEU)
- Er zijn drie lezingen (drie ‘rondes’) die worden doorlopen
 Indien de instellingen het in de eerste lezing al met elkaar eens zijn, kan de
wetgevingshandeling in dat stadium reeds worden aangenomen
- Kernelementen: EP kan het voorstel tot een wetgevingshandeling amenderen en heeft het
vetorecht. Het EP kan geen wetgeving afdwingen tegen de wil van de Raad.
De procedure:
- De eerste lezing:
 Commissie dient een wetsvoorstel in bij het Europees Parlement en de Raad
 Het EP stelt zijn standpunt vast en communiceert dit aan de Raad. Als de Raad het
niet eens is kan het een afwijkend standpunt innemen (‘standpunt in eerste
lezing’)
- Dit luidt de tweede lezing in.
Het EP oordeelt over het afwijkende standpunt van de Raad:
1. Het EP neemt het afwijkend standpunt over: de wetgevingsafdeling wordt
aangenomen conform het standpunt van de Raad
2. Het EP verwerpt het standpunt: de procedure eindigt en er komt geen
wetgeving tot stand
3. Het EP amendeert het standpunt: als de Raad het niet eens is met alle
amendementen, komt er een bemiddelingscomité.1 Doel is het bereiken van
overeenstemming bij gekwalificeerde meerderheid2 van de Raadsleden en bij
meerderheid van het EP over een gemeenschappelijke ontwerptekst. 3
o Als het bemiddelingscomité slaagt en tot gezamenlijke wettekst komt,
volgt de derde lezing
1
Zo’n bemiddelingscomité is een bekend fenomeen bij tweekamerstelsels waarbij elke kamer recht van amendement heeft (zie Duitsland,
VS en Frankrijk). In Nederland is het echter niet nodig, aangezien de EK geen recht van amendement heeft en alleen kan goedkeuren of
afwijzen.
2
Art. 16 VEU – Een gekwalificeerde meerderheid is een meerderheid die in een stemprocedure pas doorslaggevend is wanneer ze voldoet
aan aanvullende voorwaarden.
3
Bij instelling bemiddelingscomité vervalt de regel dat de Raad alleen bij unanimiteit van het voorstel van de Commissie kan afwijken: de
grotere rol van het EP gaat aldus ten koste van die van de Commissie.

, - De derde lezing:
 Het EP en de Raad moeten allebei de ontwerptekst van het bemiddelingscomité
goedkeuren
 Slaagt het comité niet in zijn opdracht, of vindt er geen goedkeuring plaats, dan komt er
geen wetgeving tot stand
De bijzondere wetgevingsprocedure
- Er bestaat geen algemene procedure voor de bijzondere wetgevingsprocedures. Ze zijn terug te
vinden in de specifieke verdragsbepalingen die de bevoegdheid tot regelgeving toekennen.
 Art. 289 lid 2 VWEU geeft wel een algemene omschrijving van de verschillende soorten
bijzondere wetgevingsprocedures
- De meeste verdragen die de bijzondere wetgevingsprocedure voorschrijven, verklaren de Raad
zelfstandig (d.w.z.: zonder EP) beslissingsbevoegd. Er zijn dan twee rollen mogelijk voor het
EP:
1. De goedkeuring van het EP is vereist
2. De raadpleging van het EP door de Raad is vereist  De Raad treedt dan zelfstandig op
als wetgevende instantie, hij is niet verplicht om het advies van het Parlement over te
nemen (Roquette Frères: de Raad moet wachten met besluiten totdat EP is geconsulteerd)

Algemene kennis over de werking van het Nederlandse parlementaire stelsel en de werking
van ministeriële verantwoordelijkheid
Ministeriële verantwoordelijkheid
De ministers geven leiding aan een ministerie; zij leggen daarover desgevraagd verantwoording af aan
de Staten-Generaal. Zij kunnen in dat verband geroepen worden inlichtingen te geven (art. 68 Gw). Dit
artikel omvat ook het vragenrecht, dat onderdeel is van de rechten van de TK om controle op het
regeringsbeleid te controleren.
Ministers zijn dus aan de TK verantwoording verschuldigd voor het door hen gevoerde beleid (art. 42
Grondwet). Zij worden geacht het vertrouwen te hebben, tenzij het tegendeel bewezen is. De ultieme
sanctie is het impliciet/expliciet opzeggen van het vertrouwen. De vertrouwensregel is als zodanig niet
in de Grondwet expressis verbis neergelegd en wordt beschouwd als een regel van staatsrechtelijk
gewoonterecht.
Wanneer de minister/het kabinet niet het vertrouwen heeft van het parlement, dient hij af te treden. Dit
kan blijken uit: 1) motie van wantrouwen, 2) een aanvaarde motie, dan wel aanvaard amendement
waarvan de minister heeft aangegeven zulks als wantrouwen op te vatten (‘onaanvaardbaar’
verklaren), 3) een optreden van de Kamer waarin de bewindspersoon reden ziet om te concluderen tot
een afwezigheid van vertrouwensbasis.

Taak 1 – Gele kaart-procedure
a. Leg uit hoe de gele (en oranje) kaart-procedure werkt.
Het Verdrag van Lissabon introduceerde een nieuw fenomeen in het wetgevingsproces: de directe rol
voor nationale parlementen. Deze komt bovenop hun indirecte rol, namelijk die via de eigen lidstaat
(door middel van controle op de regering die in de Raad vertegenwoordigd is). Zij kunnen een 'gele' of
'oranje kaart' trekken als zij vinden dat voorgestelde Europese wetgeving niet in overeenstemming is
met het subsidiariteitsbeginsel.4 Geïntroduceerd werden:
- ‘Protocol 1 betreffende de rol van nationale parlementen in de EU’ ziet op de
informatievoorziening aan nationale parlementen en de samenwerking tussen de parlementen.

4
Art. 12 VEU: de nationale parlementen zien erop toe dat het beginsel van subsidiariteit wordt geëerbiedigd overeenkomstig de procedures
bedoeld in het Protocol betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller robinUM. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.29
  • (0)
  Add to cart