1.1 Voorwaarden van het strafbare feit
In het Nederlandse strafrecht wordt er van een strafbaar feit gesproken indien het om een
menselijke gedraging gaat, die valt binnen een delictsomschrijving en die wederrechtelijk en aan
schuld te wijten is. Dus de voorwaarden die er moeten zijn om te spreken van een strafbaar feit zijn:
- Het gaat om een menselijke gedraging
- De gedraging valt binnen een delictsomschrijving
- De gedraging is wederrechtelijk
- De gedraging is aan schuld te wijten
1.1.1 Een menselijke gedraging
Met een menselijke gedraging wordt bedoeld dat een persoon een gedraging heeft verricht. Volgens
de wetgever van het Wetboek van Strafrecht betekent dit dat een persoon een gewilde
spierbeweging heeft uitgeoefend. De gedraging kan ook bestaan uit een doen of een nalaten.
Je zou verwachten dat met de menselijke gedraging wordt bedoeld dat alleen natuurlijke personen
een gedraging kunnen verrichten. Dat is niet helemaal waar, ook rechtspersonen kunnen een
strafbaar feit plegen. We noemen dat een functioneel daderschap
1.1.2 De gedraging valt binnen een delictsomschrijving
Om van een strafbare gedraging te kunnen spreken, dient de menselijke gedraging te vallen binnen
een delictsomschrijving. In een delictsomschrijving staat welke gedragingen strafbaat zijn. De
wetgever schrijft in een delictsomschrijving op welke gedragingen volgens de wet verboden zijn.
Een delictsomschrijving moet altijd wettelijk zijn vastgelegd. Dit volgt uit art. 1 Sr. Dit artikel bepaalt
namelijk dat een feit pas strafbaar is als er voorafgaand aan de gedraging een wettelijke strafbepaling
is geformuleerd. (Legaliteitsbeginsel).
Om te beoordelen of een menselijke gedraging valt onder een delictsomschrijving, moet de wet
geïnterpreteerd worden. Er moet immers een juridisch etiket op het menselijk gedrag geplakt
worden en dat kan alleen door de wet te interpreteren. Als de menselijke gedraging niet onder een
delictsomschrijving is te brengen, kan er nooit sprake zijn van een strafbaar feit.
1.1.3 Een wederrechtelijke gedraging
De menselijke gedraging moet niet alleen binnen een delictsomschrijving vallen, zij moest ook nog
eens wederrechtelijk zijn. Met wederrechtelijk bedoelen we: in strijd met het recht.
In het algemeen kun je zeggen dat wanneer de verdachte met zijn menselijke gedraging een
delictsomschrijving vervult, hij automatisch in strijd met het recht handelt. Hier zijn uitzonderingen
op. Bijvoorbeeld noodweer.
1.1.4 Aan schuld te wijten
De laatste voorwaarde om van een strafbaar feit te spreken, is schuld. De verdachte moet aan schuld
te wijten zijn. Aan de verdachte moet een verwijt kunnen worden gemaakt. De gedraging moet hem,
met andere woorden, kunnen worden toegerekend. Er is sprake van verwijtbaarheid als de verdachte
anders had kunnen handelen, maar dit niet heeft gedaan.
1.2 Bestanddelen en elementen
De onderdelen waaruit een delictsomschrijving bestaat noemen we de bestanddelen.
De elementen zijn ongeschreven voorwaarden om iemand te kunnen straffen.
, 1.3 Verschillende strafbare feiten
Elk strafbaar feit is onder te verdelen in een type delict. Delicten vindt je in allerlei verschillende wet-
en regelgeving.
1.3.1 Misdrijven en overtredingen
Een eerste onderscheid in delicten dat gemaakt kan worden is het verschil tussen misdrijven en
overtredingen. Misdrijven vindt je in boek 2 Wetboek van Strafrecht, overtredingen in boek 3.
Het verschil tussen misdrijven en overtredingen zit in de strafbedreiging. Misdrijven zijn delicten
waarvan de wetgever vindt dat de overtreder zwaarder gestraft moet worden. Op misdrijven staat
dan ook altijd gevangenisstraf. Overtredingen zijn delicten waarvan de wetgever heeft gemeend dat
de strafbedreiging wat minder mag zijn. Voor overtredingen krijgt de dader alleen een geldboete of
een hechtenis.
Een belangrijke rede waarom de wetgever een onderscheid heeft gemaakt tussen misdrijven en
overtredingen, is een procesrechtelijke. Overtredingen horen namelijk tot de bevoegdheid van de
kantonrechter, terwijl misdrijven tot de bevoegdheid van de rechter behoren.
1.3.2 Formele en materiele delicten
Zowel misdrijven als overtredingen zijn onder te verdelen in formele en materiele delicten. Het
verschil tussen formele en materiele delicten zit hem in de wijze waarop de wetgever het delict in de
wet heeft omschreven.
Formele delicten zijn delicten die een bepaald handelen strafbaar stellen. Het gaat hierbij om de
handeling en niet het gevolg. De activiteit wordt strafbaar gesteld.
Materiele delicten stellen het intreden van een bepaald gevolg juist strafbaar. De manier waarop het
gevolg intreedt, is niet van belang: het gaat om het gevolg. De wetgever heeft niet omschreven hoe
iemand van het leven moet worden beroofd, maar het gaat om het feit dat het gevolg is dat iemand
van zijn leven is beroofd.
Sommige delicten hebben geen duidelijk kenmerk of het formeel of materieel is.
1.3.3 Commissie- en omissiedelicten
Delicten kunnen ook worden opgedeeld in handelen en nalaten. Wanneer we spreken over delicten
die een bepaald handelen strafbaar stelt, hebben we het over commissiedelicten. Wanneer je juist
iets nalaat wat strafbaar is (zoals aangifte geboorte, nalaten hulpverlening aan iemand die in
levensgevaar is) spreek je van een omissiedelict.
1.3.4 Gronddelicten, gekwalificeerde delicten en geprivilegieerde delicten
In het strafrecht wordt regelmatig onderscheid gemaakt tussen gronddelicten, gekwalificeerde
delicten en geprivilegieerde delicten. Uitgangspunt is dat een bepaalde gedraging strafbaar is
gesteld, is het een gronddelict. Als we spreken over een gekwalificeerd delict, dan is dat delict
ernstiger dan het gronddelict. Het gaat om eenzelfde delict als een gronddelict alleen met een extra
bestanddeel. Bijvoorbeeld iemand van het leven beroven is een gronddelict, maar iemand opzettelijk
met voorbedachten rade van het leven beroven is een gekwalificeerd delict.
Een geprivilegieerd delict is eigenlijk het tegenovergestelde van een gekwalificeerd delict. Ten
opzichte van het gronddelict is het juist een lichtere variant met een lagere strafbedreiging.
2.1 Wederrechtelijkheid: element en bestanddeel
In sommige delictsomschrijvingen is het bestanddeel wederrechtelijk al opgenomen. De wetgever
heeft hier bewust voor gekozen. In sommige gevallen heeft het bestanddeel wederrechtelijk namelijk
een andere betekenis dan het element. Hiermee wordt overigens ook voorkomen dat volkomen
rechtmatig gedrag zou vallen onder de strafwet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maaikefrieling97. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.72. You're not tied to anything after your purchase.