Volledig uitgewerkte hoorcollege aantekeningen van het vak ontwikkelingspsychologie. De colleges bevatten alle theorieën die zijn uitgewerkt met handige plaatjes en is daarbij een fijne aanvulling voor het studeren. De aantekeningen horen bij het boek: Experience Human Development (13th edition), ...
Overview of fetal development from conception to birth
Psychological research methods
Psychological perspectives in human and lifespan development
All for this textbook (8)
Written for
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Psychologie
Ontwikkelingspsychologie (PSBA107)
All documents for this subject (32)
Seller
Follow
lisaveldhuis64
Reviews received
Content preview
Ontwikkelingspsychologie HC 1 – H1/2
Doelstellingen van de cursus
- Herkomst van theorieën en hoofdstromingen in de ontwikkelingspsychologie.
- Inzicht in veranderingsprocessen op terrein van fysieke, cognitieve en psychosociale
ontwikkeling.
- Inzicht in levensloop en samenhang tussen verschillende fasen.
- Ontwikkeling als complex proces.
Levensloop als sociale constructie, niet als een natuur gegeven dat we noodzakelijkerwijs moeten
volgen. Maar ook hoe we nadenken over ontwikkelingen. Ideeën over levensloop al eeuwen oud.
17e eeuw, trap der ouderdom -> trap gaan van laag naar hoog en dan
weer naar laag. Man en vrouw van middelbare leeftijd staan het hoogst
op de ladder, hebben op dat moment de meeste touwtjes in handen en
zijn het meeste waard. Wat opviel is dat er eeuwen geleden al vanuit
werd gegaan dat de laatste trede zo rond 90/100 jaar was terwijl mensen
in die tijd nog niet zo oud werden.
- Levensloop niet als biologisch gegeven zien, maar als sociale
constructie die door allerlei maatschappelijke invloeden is ingevuld
trap des ouderdom.
De menselijke ontwikkeling
Ontwikkelingspsychologie: de wetenschap die zich bezighoudt met het in kaart brengen van de
veranderingen die optreden in de levensloop en het leren begrijpen hoe die veranderingen zich
voltrekken (welke mechanismen die veranderingen sturen).
Het proces van de ontwikkeling ( 2 benaderingen):
- Ontwikkeling is een stapsgewijs proces: stadia of fasen (kwalitatieve verandering)
- Ontwikkeling is een geleidelijk proces: vloeiend (kwantitatieve verandering)
De oorzaken van ontwikkeling:
- Biologisch bepaald (nature)
- Omgevingsinvloeden (nurture)
- Complex samenspel tussen nature en nurture (vroeger dacht men dat het ging om een van de
twee, tegenwoordig wordt het meer gezien als een samenspel tussen beide).
Benaderingen van ontwikkeling:
- Beschrijven – wat – gedragsbeschrijving, ethologie (tak van de biologie die kijkt naar het
diergedrag door te observeren, bv. Biologen die kijken naar gedraag van vogels en daar structuur
in aan brengen), observatie.
- Verklaren – waarom – experimenteel, natuurwetenschappelijk
- Voorspellen – waar gaat de ontwikkeling naartoe. Bv. Wat zegt de IQ score van een 10-jarige
over zijn/haar (school) succes later
- Interventie – hoe kunnen we ingrijpen in de ontwikkeling. Bv. Kind blijft achter op schoolgebied,
hoe kunnen we hem/haar laten meekomen?
,Algemene ontwikkeling vs. individuele verschillen
Bijv. veel boeken schrijven over de algemene ontwikkeling, ouders zeggen vaak van dit past niet bij
mijn kind; kinderen verschillen ook. Interessegebied: hoe verschillen broertjes en zusjes terwijl ze
zelfde genen en omgeving hebben?
Van kinderpsychologie naar levenslooppsychologie
Niet alleen kinderen, tegenwoordig wordt er ook steeds meer gekeken naar ontwikkeling op latere
leeftijd.
Timing van invloeden
- Imprinting (Lorenz): bv. eendjes die achter moeder aanzwemmen. Zorgt ervoor dat pasgeboren
mechanismen onmiddellijk hun belangrijkste verzorgen kennen en daarbij blijven. Werkt dat ook
bij mensen? Is gebleken van niet. Maar heeft wel observatiegebied bij mensen aangewakkerd. Zo
kwam men achter: (zie kritische periode)
- Kritische periode: periode waarin een bepaalde gebeurtenis (of de afwezigheid daarvan) zijn
ontwikkelingseffect heeft. Bijvoorbeeld het aanleren van taal. Moet in een bepaalde periode
gebeuren. Kritische leeftijd is 12 jaar voor taal. Leer je hierna taal, dan is een volledige
taalontwikkeling eigenlijk niet meer mogelijk.
- Sensitieve periode: periode waarin de gevoeligheid voor bepaalde ervaringen groot/groter is
Bijvoorbeeld in periode dat je taal goed kan aanleren kunnen kinderen vaak makkelijker
tweetalig worden opgevoed dan later. Geld bijvoorbeeld ook voor muziek. Hoe eerder je begint,
hoe meer gevoeligheid op allerlei aspecten, waardoor je het beter leert en er later beter in bent.
- Genie: kinderen die bijvoorbeeld in isolement zijn opgegroeid. Zo ook het meisje Genie. Tot haar
twaalfde vastgeketend aan bed op donkere zolder. Heeft nooit taal geleerd. Meisje wordt
gevonden. Wat opviel: ze liep vreemd, praatte niet en maakte geen geluid (werd geslagen als ze
geluid maakte). Ze was voorbij kritische grens waardoor ze daarna niet meer dingen kon leren
(zoals praten).
Invloedenmodel van de ontwikkeling (Baltes et al.)
- Basisdeterminanten: biologische (interactie) omgeving
Drie invloeden op ontwikkeling:
- Normatief leeftijdsgebonden: ontwikkelingen die voor iedereen hetzelfde zijn, ontwikkelingen
die we allemaal doorlopen, deze gelden voor iedereen.
- Normatief historisch: we moeten nagaan hoe de historische context waarin iemand opgroeit
door ontwikkeld in de ontwikkeling. Bijv. kinderen die opgegroeid zijn in hongerwinter laten
andere verschijnselen zien die andere groepen niet hebben. Bv. Hogere cortisol levels (door
maatschappelijk stressvolle periode) en ervaren daardoor meer stress, als gevolg meer
psychische problematiek. Ook gevoeliger voor overgewicht omdat ze eerst heel weinig eten
hadden en dat daarna allemaal gingen inhalen. Toegevoegd aan normatief leeftijdsgebonden,
(cohort: tijdsgenoten delen ervaringen uit die tijd)
- Niet-normatief: invloeden op ontwikkeling die niet voor
iedereen gelden. Idiografisch (het eigen beschrijvend).
Unieke gebeurtenissen in iemand eigen leven die een
eigen effect hebben op ontwikkeling. Specifieke aspecten
die voor een persoon gelden (bijvoorbeeld een specifieke
ervaringen)
,Baltes’ levensloopbenadering
Ontwikkeling is:
- Levenslang
- Multidimensioneel: allerlei verschillende dimensies spelen een rol in ontwikkeling
- Multidirectioneel: niet iedereen gaat dezelfde kant op, er zijn verschillende richtingen mogelijk
- Verschuiving van relatieve invloed biologie en cultuur: Baltes zegt dat het begin van de
ontwikkeling gevoelig is voor biologische processen. Later zijn we in toenemende mate
afhankelijk van aspecten van de cultuur.
- Verandering van bronnen: eerst biologisch, later cultureel
- Plasticiteit: ontwikkeling verloopt niet star en dat het dan nooit meer veranderen kan. Er is veel
flexibiliteit in ontwikkeling. Er zijn wel kritieke fases (Genie), maar we kunnen wel allemaal
schade oplopen (het liefst jong, brein kan dan nog compenseren) en alsnog ontwikkelen.
- Onder invloed van historische en culturele context: ontwikkeling staat altijd onder invloed van
historische en culturele invloed.
Basismodellen van ontwikkeling:
John Locke vs. Jean-Jacques Rousseau
- Education (onderwijs en opvoeding) - Schreef als eerste over ontwikkeling
- Kinderen moesten zo snel mogelijk in stadia
als rationele wezens worden - Kinderen benaderen als kleine
opgevoed volwassen
- Tabula rasa - Kind heeft eigen manier van denken
- Empirist en ervaring van werkelijkheid
- Rationalist - Kind opvoeden in natuur
- Accent op omgevingsinvloed - Tegen intellectualistische opvoeding
(nurture)
John Locke vs. Jean-Jacques Rousseau:
John Locke: filosoof die als eerste nadacht over hoe opvoeding eruit zou moeten zien. Hoe ga je
met kinderen om? Hoe benader je ze? Het kind is een ongeschreven blad. Wij worden als blanke
lei geboren en dat moet beschreven worden met kennis en vaardigheden dat voornamelijk voor
omgeving wordt aangeboden. Mechanistische benadering, continue ontwikkeling en kwantitatief.
Jean-Jacques: tegenhanger Locke. Kinderen al geboren met specifieke eigenschappen. Zoals het
kind ter wereld komt is het als goed geschapen, wat wereld er later mee doet is het verknoeien.
Eerste denker geweest die in fasen van ontwikkeling dacht. Organisch model en discontinue
ontwikkeling, kwalitatieve verandering
Je zou kunnen zeggen dat hun theorieën fungeren als rode draad in veel ontwikkelingstheorieën
Mechanistisch vs. organismisch model
Continue vs. discontinue ontwikkeling
Kwantitatieve vs. kwalitatieve verandering
Theoretische perspectieven
Freuds psychoanalyse
- Psychoseksuele ontwikkeling (fasen): oraal, anaal, fallisch, latentie, genitaal. Beschrijft
ontwikkeling in fasen (valt daarmee in Rousseau). Beschrijft vijf ontwikkelingsfasen: oraal, anaal,
fallisch, latent en genitaal).
- Fixatie: gaat ervan uit dat we in de loop van de ontwikkeling gefixeerd raken op bepaald aspect in
die ontwikkeling. Bijv. orale fixatie vroeger (later verslaafd aan roken). We blijven steken op een
bepaald niveau.
- Oedipuscomplex
- Onbewuste processen
, Erikson
- 20e eeuw vooral belangrijk dat mensen zich sociaal ontwikkelen. Die psychoseksuele
ontwikkeling van de 19e eeuw snappen we nu wel. Dus nu sociale aspect is het belangrijkste. Ook
zegt hij dat bij Freud vooral focus ligt op kindertijd en bij Erikson ook focus op latere leeftijd. Hij
had dan ook eerste levensloopmodel.
- Psychosociale ontwikkeling in levensloop
Pavlov’s leertheorie (geconditioneerde reflexen): Hij zegt ons gedrag is resultaat van allerlei
geleerde gedragingen/omgevingsmechanismen. Klassieke conditionering.
Behaviorisme
- John B. Watson (behaviorisme)
- Skinner - shaping: niet elk gedrag is direct gekoppeld aan één signaal. Het is complexer dan dat.
Dit complexe gedrag is product van operante conditionering. Belonen van aspecten van gedrag
waardoor dat gedrag zich gaat ontwikkelen. Je kunt gedrag sturen door steeds beloningspatroon
aan te passen op gedrag. Gedrag dat je niet wil zien ga je straffen.
Sociale leertheorie – Albert Bandura
- Bouwde voort op leertheorie. We vergeten dan alleen wel dat kinderen niet zomaar van alles
doen maar ook veel doen omdat het een belangrijke relatie heeft met anderen. We doen niet
alleen wat voor beloning maar ook voor anderen. Imitatie: kinderen kopiëren gedrag van andere
belangrijke personen (ouders bijv.). Wij zijn als omgeving rolmodellen voor gedrag van kinderen.
- Ontwikkeling is bi directioneel: persoon en wereld beïnvloeden/bepalen elkaar wederzijds
- Leren door imitatie van modellen Baby doll experiment: kinderen kregen een filmpje te zien
van een volwassene die een bobo doll sloeg en schopte (3 condities). Later werden ze in een
kamer gezet en werd er gekeken of de kinderen ook de bobo doll gingen slaan.
, Jean Piaget’s – theorie van de cognitie
ontwikkeling: laat zien hoe cognitie in
fasen beschreven kan worden. Valt in
Rousseau kant, kwalitatieve benadering
(sensomotorisch, pre operationeel,
concreet operationeel, formeel
operationeel.)
Information-processing benadering: houdt zich ook met cognitie tegen. Voldoet meer in de
Locke kant. Kijkt vooral kwantitatief. Volwassenen kunnen wat meer van hetzelfde maar het is bij
kinderen al aanwezig.
Lev Vygotsky’s socioculturele theorie: wij ondersteunen kinderen bij ontwikkelingsstappen die
ze moeten maken (hand vasthouden bij lopen) = scaffolding. We werken met zone van de naaste
ontwikkeling: het verschil tussen wat het kind met en zonder hulp kan.
- Scaffolding: tijdelijke ondersteuning om het kind te helpen een taak te beheersen
- Zone van de naaste ontwikkeling (ZPD): het verschil tussen wat het kind met en zonder hulp kan
Contextueel perspectief - Bronfenbrenner
Evolutionair/ sociolbiologische perspectief
- Ethologie: hechtingstheorie
- Van Lorenz naar Bowlby
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisaveldhuis64. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.