Samenvatting van alle hoofdstukken welke als stof dienen voor het tentamen Belastingrecht van de studie Accountancy van de Nyenrode Business Universiteit. Daarnaast zit achterin de samenvatting ook een korte omschrijving van alle jurisprudentie die je moet kennen voor het tentamen.
Hoofdstuk 1, 2, 10, 12, 13a, 13b en een klein stukje van 14.
February 19, 2021
26
2020/2021
Summary
Subjects
belastingrecht 1
accountancy
nyenrode
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Nyenrode Business Universiteit (Nyenrode)
Bachelor Of Science In Accountancy
Belastingrecht 1 (BELRE1)
All documents for this subject (2)
2
reviews
By: selmaroos • 2 year ago
By: ikramekandoussi5224 • 3 year ago
Seller
Follow
CFOvanEnron
Reviews received
Content preview
Belastingrecht 1
Hoofdstuk 1: Algemene inleiding
Geheven belasting kan een budgettaire en regulerende functie hebben. De overheid heeft 4
mogelijkheden om haar uitgaven te dekken:
1. Belastingen -> een verplichte bijdrage zonder dat hier een speci eke tegenprestatie tegenover
staat.
2. Retributies -> vergoedingen voor een bepaalde dienst van de overheid, er staat hier dus wel
een directe tegenprestatie tegenover
3. Sociale premies -> welke bestaan uit volksverzekeringen (betalen van uitkeringen) en
werknemersverzekeringen (welke ten laste van de werkgever komen)
4. Overige inkomsten -> o.a. gasbaten
Belastingrecht is onderdeel van het publiekrecht en komt in alle drie de andere categorieën ook
voor:
- Staatsrecht (art. 104 GW geeft dat er alleen belasting geheven mag worden indien daar een
wettelijke basis voor is).
- Bestuursrecht (onder andere de Awr en Awb zijn hierop van toepassing)
- Strafrecht (sommige vergrijpen zijn naast een belastingvergrijp ook een normaal vergrijp, denk
aan witwassen)
Zoals bij alle wetten zijn er materiële belastingwetten (zoals Wet Vpb, Wet IB en Wet OB) welke
over de inhoud van de regels gaan en formele belastingwetten, waarbij het gaat om de uitvoering
van het recht en vooral de verhouding belasting - belastingplichtige centraal staat. Directe
belasting wordt geheven bij degene die deze direct in zijn portemonnee voelt, indirecte belasting
wordt daarentegen doorbelast zoals bij omzetbelasting. Daarnaast wordt tijdvakbelasting geheven
over een periode, en wordt tijdstipbelasting geheven over één speci eke gebeurtenis.
Het verschil tussen een aanslag- of aangiftebelasting zit hem in het moment wanneer de betaling
dient te worden verricht. Bij een aanslagbelasting doet de belastingplichtige aangifte waarna de
belastingdienst deze verwerkt en daarna een aanslag oplegt. Pas als deze aanslag ontvangen is
dient de betaling te worden voldaan. Bij een aangiftebelasting moet tijdens de aangifte ook al
meteen op basis van de cijfers van de belastingplichtige zelf. Later kan dit nog verrekend worden.
Of een belasting een aangifte of aanslag is staat altijd vermeld.
Een subjectieve belasting hangt af van het “subject” (= de persoon) over wie belasting geheven
wordt. Bij een objectieve belasting is dit onafhankelijk van het subject.
Er zijn 4 grondbeginselen in het belastingrecht.
- Draagkrachtbeginsel -> sterkste schouders dragen de grootste lasten
- Pro jtbeginsel -> iedere Nederlander heeft pro jt bij de geheven belasting
- Beginsel van de minste pijn -> Belasting wordt geprobeerd te he en op de manier dat het het
minst vervelend is
- Beginsel van de bevoorrechte verkrijging -> bij nanciële meevaller kan er belasting geheven
worden zonder dat de persoon dit in zijn maandinkomen voelt
Belastingrecht kan gevonden worden in de onderstaande bronnen:
- Wetgeving: deze dient ter bescherming van de grondrechten. Verticale werking van de
grondrechten is vaak te handhaven, horizontale werking moeilijker want dan botsen
verschillende grondrechten met elkaar.
- Uitvoeringsregelingen en besluiten: AMvB = uitvoeringsbesluit en Ministeriële regeling =
uitvoeringsregeling
- Europese richtlijnen: deze hebben rechtstreekse werking
- Besluiten: extra uitleg van de staatssecretaris van Financiën, ook wel pseudo-wetgeving
- Algemene beginselen van behoorlijk bestuur: de twee belangrijkste zijn het
vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel
fi fifi fiff fi
,- Jurisprudentie: als een belastingplichtige het niet eens is met de Belastingdienst kan hij een
bezwaar maken, wat weer kan leiden tot een rechtszaak. De rechter kan vervolgens uitleg over
de wet geven, waar voortaan ook aan gehouden dient te worden, deze uitleg kan op de
volgende manieren;
- Grammaticale uitleg -> hoe moet de tekst gelezen worden
- Historische uitleg -> wat is er gezegd bij het tot stand komen van de wet
- Systematische uitleg -> hoe zit de systematiek in elkaar
- Teleologische uitleg -> wat was de bedoeling
- Anticiperende uitleg -> wat zijn de maatschappelijke ontwikkelingen
De belangrijkste partijen binnen het belastingrecht zijn de wetgever, de belastingdienst, de
belastingplichtige, de belastingadviseur en de belastingrechter. De Tweede Kamer dient
wetsvoorstellen in en stemt hierover. Nadat het door de Tweede Kamer is gekomen stemt de
Eerste Kamer er ook over. Daarna wordt een wet aangenomen.
De Belastingdienst het uitvoerende orgaan voor de scale regelgeving in Nederland. Het
hoofddoel is “compliance”, ofwel dat de belastingplichtige zo veel mogelijk uit zichzelf de
regelgeving naleeft. Een voorbeeld van de uitvoering hiervan is horizontaal toezicht, waarbij de
belastingadviseur relevante zaken vooraf met de belastingdienst bespreekt. Daarnaast keert de
organisatie ook toeslagen uit en houdt het het inkomen voor iedere belastingplichtige bij in het
BRI (BasisRegistratie Inkomen).
De Belastingplichtige wordt genoemd aan het begin van iedere wet (subject). Belastingplichtigen
kunnen hulp krijgen van een belastingadviseur, of van de HUBA (hulp bij aangifte) van de overheid
zelf. Tot slot is er nog de belastingrechter, welke na het niet tegemoetkomen van een bezwaar
rechtspreekt.
Doordat er veel verschillende internationale belastingverdragen zijn afgesloten is dit echt een
specialisatie. Het Internationaal belastingrecht heeft betrekking op transacties die over meerdere
landsgrenzen plaatsvinden.
fi
, Hoofdstuk 2: Loonbelasting
De loonhe ngen bestaan uit; de loonbelasting; de premie volksverzekeringen; de premies
werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. De
loonbelasting is in beginsel een voorhe ng op de inkomstenbelasting, gezien voor de meeste
mensen loon = inkomen. Loonbelasting wordt periodiek ingehouden door de werkgever op het
loon van zijn medewerkers en op het moment van uitkeren van loon afgedragen aan de
belastingdienst. De loonbelasting is daardoor een aangifte-belasting.
Een werknemer wordt gede nieerd als een natuurlijke persoon welke uit een bestaande of
vroegere dienstbetrekking loon geniet, dit kan ook uit de dienstbetrekking van een ander zijn. Een
publiekrechtelijke dienstbetrekking berust op een benoeming of aanstelling, denk aan een
burgermeester. Bij een privaatrechtelijke dienstbetrekking wordt gekeken naar de
arbeidsovereenkomst uit het Burgerlijk Wetboek. Hiervoor gelden 3 vereisten:
1. Gezagsverhouding -> de werknemer is ondergeschikt
2. Persoonlijk verrichten van arbeid
3. Loon -> kan in de vorm van geld, verstrekkingen en aanspraken
Bij sommige situaties waar volgens de bovenstaande vereisten geen sprake is van een
dienstbetrekking, heeft de wetgever besloten dat het toch wenselijk is dat deze onder de
loonbelasting vallen. Dit zijn “ ctieve dienstbetrekkingen”. Er zijn in totaal 14 soorten, waarvan de
belangrijkste hieronder genoemd zijn:
- Aanneming van werk: de aannemer komt met de opdrachtgever “sto elijk” werk overeen. Dit
geldt niet als een ctieve dienstbetrekking als de werkzaamheden ten behoeve van
“persoonlijke doeleinden” zijn. (je huis laten schilderen)
- Stagiairs: leerlingen met als doel om vakbekwaamheid te verkrijgen (alleen indien ook een
stagevergoeding wordt uitgekeerd).
- Meewerkende kinderen: als de arbeidsvoorwaarden niet conform die van de overige
werknemers zijn, is er sprake van, indien 15+
- Aanmerkelijkbelanghouder: een aanmerkelijk belang is een aandelenbelang van 5%, als hierbij
ook diensten worden verricht maar geen loon wordt betaald is er sprake van ctief loon
waarover loonbelasting wordt geheven.
- Gelijkgesteldenregeling: indien sommigen onder geen enkele andere ctieve dienstbetrekking
vallen en minimaal 2 dagen in de week en 40% van het minimumloon persoonlijk verdienen.
Hierop zijn uitzonderingen in het uitvoeringsbesluit loonbelasting opgenomen.
- Opting-in: een pseudo-werknemer ontstaan als hij daar vrijwillig voor kiest. Hierbij kan de
werknemer geen ondernemer zijn en het moet gemeld worden voor de eerste loonbetaling.
Ten slotte is er nog een oneigenlijke dienstbetrekking, waarbij uitkeringen en verstrekkingen ook
als loon worden gezien, om zo de loonbelasting te vergemakkelijken. Voor huispersoneel geldt er
geen dienstbetrekking als deze werkzaamheden voornamelijk huishoudelijke diensten zijn en dit
minder dan 4 dagen in de week verricht wordt. Het verschil tussen loon uit tegenwoordige
dienstbetrekking (waar een directe tegenprestatie voor geleverd wordt) en loon uit vroegere
dienstbetrekking (een uitwerking van vroegere tegenprestatie) is belangrijk voor arbeidskortingen
e.d.
De inhoudingsplichtige houdt de loonbelasting in op de lonen van haar werknemers. Hiervoor
dient deze natuurlijke persoon/ rechtspersoon of samenwerkingsverband wel in Nederland te
zitten. Er zijn 3 soorten:
1. Waar personen in dienstbetrekking staan
2. Waar personen loon uit een vroegere dienstbetrekking krijgen
3. Waar personen een uitkering of verstrekking ontvangen die niet tot loon behoren -> deze
bepaling geldt uitsluitend voor het UWV
Sinds de wet DBA kan het risico op een nahe ng doordat een overeenkomst toch een
dienstbetrekking blijkt te zijn ondervangen worden door een modelovereenkomst van de
Belastingdienst te gebruiken. Tot en met 1 januari 2021 geldt een transitieperiode waarin nog niet
gehandhaafd wordt tenzij er sprake is van kwaadwillendheid. Tevens kunnen inhoudingsplichtigen
die samen onderdeel uitmaken van een concern een verzoek doen om als 1 gezien te worden.
( scale eenheid).
fi
ffi fi fi fi ffi ffi fffi fi
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller CFOvanEnron. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.