Week 1
Kan de verschillende indelingen van het recht benoemen en kan deze hanteren;
Nationaal, internationaal en supranationaal recht
- Nationaal recht: alle wetten en andere rechtsregels die Nederland heeft vastgesteld en die
binnen de Nederlandse landsgrenzen gelden.
- Internationaal recht:
o Internationaal publiekrecht: recht tussen staten onderling, een verdrag.
- Supranationaal recht: recht dat afkomstig is van organisaties die van lidstaten een eigen
regelgevende bevoegdheid hebben gekregen, de EU.
Publiek vs. Privaatrecht
- Publiek recht: Regelt de verhoudingen tussen de overheid en de burgers en tussen de
overheidsorganen onderling. Staatsrecht, bestuursrecht, strafrecht en internationaal recht.
- Privaatrecht: Regelt de verhoudingen tussen de burgers onderling. Familierecht, erfrecht,
handelsrecht, enz.
Materieel vs. Formeel recht
- Materieel recht: de regels die bevoegdheden geven aan en verplichtingen opleggen op
deelnemers aan het rechtsverkeer.
- Formeel recht: de regels die bij het gerechtelijk procederen in acht genomen moeten
worden.
Dwingend vs. Regelend recht
- Dwingend recht: regels waarvan niet mag worden afgeweken (partijen mogen geen
andersluidende afspraken maken)
- Regelend recht: regels waarvan kan worden afgeweken of die door partijen buiten
toepassing kunnen worden gelaten door zelf een andere regeling te treffen.
Objectief vs. Subjectief recht
- Objectief recht: geheel van regels en voorschriften dat vanuit een gemeenschap met een
dwingend karakter aan de samenlevingsgenoten is opgelegd
- Subjectief recht: bevoegdheid of aanspraak die iemand in een gegeven situatie in
redelijkheid heeft ten opzichte van een ander
- (Positief recht: het objectieve recht dat op een bepaald tijd in een bepaalde gemeenschap
geldt.)
Kan de verschillende rechtsbronnen benoemen;
Wetgeving = het maken van wetten op verschillende niveaus
Verdrag = internationale overeenkomst tussen landen
Jurisprudentie = rechterrecht
Kan beschrijven hoe wetgeving in Nederland tot stand komt; Het ministerie stelt een beoogde wet
op, dit gaat naar de ministerraad. Na akkoordbevinding dient de ministerraad het voorstel in. Voor
indiening bij de tweede kamer gaat het naar de raad van staten die advies geeft. Dan gaat het dus
weer terug naar de ministerraar en dan naar de tweede kamer. Daarna gaat het naar de eerste
kamer. Als dan de wet helemaal in orde is zet de koning zijn handtekening eronder, dan naar de
minister van justitie en dan naar vakminister en dan naar het staatsblad.
Kan uitleggen wat grondrechten zijn; Grondrechten zijn fundamentele rechten oftewel
mensenrechten. Ze staan vastgelegd in de grondwet. Je hebt drie verschillende soorten:
gelijkheidsbeginsel (verbod op discriminatie), klassieke grondrechten (vrijheid) en sociale
grondrechten (participatie rechten).
Heeft kennis van de organisatie van de rechtspleging in Nederland. De mensen die rechtspreken zijn
onafhankelijk. De rechtspraak is verdeeld in 3 lagen, rechtbanken, gerechtshof en Hoge Raad. Een
rechtbank bestaat uit vier sectoren: kanton, civiel, strafrecht en bestuursrecht. Bij eenvoudige zaken
is er 1 rechter, bij complexere zijn er drie. Hun uitspraak heet vonnis. Ook het gerechtshof is verdeeld
in verschillende afdelingen. In hoger beroep wordt een zaak opnieuw behandeld, dus onderzoeken
, wat de feiten zijn en het recht daarop toepassen. Er zijn meerdere rechtsheren, hun uitspraak heet
arrest. De Hoge Raad is het hoogste rechtscollege in strafzaken, civiele zaken en belastingzaken. De
Hoge Raad is belast met cassatierechtspraak, beroep tot vernietiging van een eerdere rechtelijke
uitspraak. Hij behandelt niet opnieuw de feiten, hij ijkt alleen of ze op de juiste wijze hebben het
recht hebben toegepast. Dit gebeurt door 3 tot 5 rechters. Uitspraken van de Hoge Raad vormen een
belangrijke bron van jurisprudentie. Het geheel van uitspraken van rechters noemen we
jurisprudentie.
Week 2
Kan een omschrijving geven van het gezondheidsrecht; Het geheel van rechtsregels dat betrekking
heeft op de zorg voor de gezondheid en de toepassing van de overig burgerlijk, bestuurs- en
strafrecht in dat verband.
Kent de verschillende functies van het gezondheidsrecht; Het gezondheidsrecht heeft twee functies:
het recht is om de maatschappij te ordenen en regels op te stellen voor het geval er conflicten
ontstaan tussen mensen, rechtspersonen en overheid. En om de kwetsbare mensen in de
samenleving te beschermen tegen de overheid en tegen anderen. Dus het beschermen van personen
en het ordenen van de zorg.
Kent de bronnen van het gezondheidsrecht;
Kan het belang van grondrechten voor het gezondheidsrecht aangeven; Grondrechten zijn
fundamentele rechten voor de burger, die de overheid alleen maar in bijzondere gevallen aan de
kant mag schuiven. En zijn de belangrijkste bouwstenen van het recht en het gezondheidsrecht.
Kent de rechtspleging in het gezondheidsrecht. Het geheel van regels met betrekking tot de
organisatie van de rechtspraak en de wijze waarop een proces verloopt. Naast de normale rechter
heb je de regionale/centrale tuchtcolleges, geschillencommissie, klachtencommissie en
scheidsgerecht gezondheidsrecht.
Week 3
Kent de drie soorten aansprakelijkheid; De drie soorten aansprakelijkheid zijn: Civielrechtelijke
aansprakelijkheid, strafrechtelijke aansprakelijkheid en tuchtelijke aansprakelijkheid (in relatie tussen
beroepspersonen).
Weet wat civielrechtelijke aansprakelijkheid inhoudt; Als de ene burger de andere burger aan
spreekt, relatie tussen de schade en de gebeurtenis waar de schuldenaar aansprakelijk voor is
(causaal verband). Voor verpleegkundige is het als de verpleegster een handeling verkeerd heeft
uitgevoerd dat zorgt voor pin bij de patiënt. ……..
Weet welke gronden er zijn voor materiële en immateriële schadevergoeding; Materiele schade is
ook wel vermogensschade, dus met geld. Hierbij kan je kijken naar geleden schade, derfde inkomsten
en onkosten. Immateriële schade heet ook wel smartengeld, het heeft te maken met je lichaam.
Zoals lichamelijk letsel, aantasting van eer en goede naam en in zijn persoon aangetast. Meestal is de
vergoeding een geldbedrag. Er zijn twee gronden, het niet nakomen van een verbintenis uit
overeenkomst en de onrechtmatige daad.
Weet hoe de aansprakelijkheid van ziekenhuizen geregeld is; Je kan het ziekenhuis aansprakelijk
stellen als je niet weet wie precies de fout heeft begaan bij je behandeling. Daarom is er de centrale
aansprakelijkheid voor het ziekenhuis. De WGBO bepaalt dat ten aanzien van alle verrichtingen die
voor de uitvoering van een behandelingsovereenkomst in het ziekenhuis plaatsvinden, het
desbetreffende ziekenhuis voor tekortkomingen medeaansprakelijk is, als ware het zelf bij de
overeenkomst partij.
Weet wat strafrechtelijke aansprakelijkheid inhoudt; De strafrechtelijke aansprakelijkheid speelt in
de verhouding tussen de burgers en de staat. Hier speelt de aansprakelijkheid zodra een schending
van een strafrechtelijk gesanctioneerde bepaling voorligt en moet er bijgevolg geen schade
berokkend zijn. Het strafrecht heeft immers geen vergoedend karakter zoals het burgerlijk recht,
maar streeft ernaar om de overtreder van strafrechtelijk gesanctioneerde normen te straffen. Dat
een misdaad hebt begaan en daarvoor een straf krijgt als een boete of een gevangenisstraf.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ivyverschure. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.53. You're not tied to anything after your purchase.