Uitgebreide hoorcollege-aantekeningen van het vak Media Narratieven Analyse (Collegejaar ). Meegetypt met de hoorcolleges. Het kijken van de colleges is in principe niet meer nodig met deze aantekeningen. Dezelfde bewoordingen als Van Gemert gebruikt worden in dit document ook gebruikt. Het bevat d...
Centrale gedachte hele vak: welk verhaal wordt verteld, wat is de betekenis ervan en hoe wordt
die betekenis bepaald? Dit wordt niet in één keer duidelijk, maar door de loop van de hoorcolleges
kunnen we hier invulling aan geven.
QAnon
Q = letter waar een waarheid achter schuilgaat die nogal dominant aanwezig is geweest de laatste
maanden, vooral in Amerikaanse politiek.
• Wat wordt erover gezegd? ‘’Het is onderdeel van de levensstijl van de elite om kinderen te
misbruiken", zegt een betoger op het Museumplein in Amsterdam. Deze zinnen spreken
mensen werkelijk uit en geloven hierin. Deze gedachtegoed krijgt steeds meer aanhang.
• QAnon-aanhangers hebben gemeen dat ze institutionele kennis verwerpen. Ze denken dat
alle berichtgeving van de media, regeringen en academische instellingen vervalst is en
daarom niet te vertrouwen is
• Een voorbeeld van een complottheorie en complotdenken.
Waarheid en Wetenschap
• Wat is waarheid en hoe verhoudt de wetenschap zich daartoe?
• Het draait om de waarheid. Wetenschap zou dat wat waar is moeten zijn, dat is waar we
naartoe streven. Maar er is een andere kant van de wereld die niet per se hard te vatten is,
maar wel gaat over mensen van vlees en bloed die geen machines zijn.
• De feiten zijn bepalend
• Harde wetenschap, cijfers
• Mensen van vlees en bloed zijn geen machines
In dit vak staan twee stromingen van criminologie centraal:
• Culturele Criminologie (CC): betekenis is afhankelijk van context. Wat is de cultuur en
structuur van de samenleving en hoe komen daarbinnen betekenissen tot stand?
• Narratieve Criminologie (NC): mensen vertellen verhalen en handelen daarnaar. Gaat vooral
in op wat mensen elkaar vertellen, de verhalen die ze gebruiken en hoe het komt dat
mensen hiernaar handelen. Op welke manier beïnvloeden verhalen het gedrag van mensen?
• Kwalitatieve Analyse Voortzetting B2
• Kwalitatieve Methoden en Technieken van Criminologisch Onderzoek
• Bachelor tweede jaar
• Dit vak legde de nadruk op: Interviewen en Observeren
• MNA legt de nadruk op: Documenten, teksten, beelden. Die kwamen weinig ter sprake bij
Kwalitatieve Methode.
• Kwalitatieve Analyse, hoe gaat dat?
,Leerdoelen MNA
• Studenten dienen na afloop:
• in staat te zijn om de rol van media in relatie tot criminaliteit op kritische wijze te
beschouwen.
• bekend te zijn met de uitgangspunten van de stromingen van culturele criminologie (CC) en
narratieve criminologie (NC).
• in staat zijn deze uitgangspunten toe te passen op specifieke daders en (eigentijdse) vormen
van criminaliteit en bestrijding.
• in staat zijn de relevantie van deze stromingen voor de huidige maatschappij te benoemen
en ze te kunnen koppelen aan actuele ontwikkelingen.
• teksten te kunnen coderen en op kwalitatieve wijze analyseren met gebruik van het
programma Atlas.ti.
Verbinding Methode en Theorie
• Het (oefenen met) coderen en analyseren van te verzamelen teksten
• De te verzamelen teksten houden verband met thema’s die worden aangereikt in de vorm
van enkele wetenschappelijke artikelen
• De vraagstelling voor het analyseren moet voortkomen uit de theorie van Culturele
Criminologie en/of Narratieve Criminologie
• Korte introductie kwalitatieve methode (voor een deel herhaling van vorig jaar)
• Accent op beeld, woord, boodschap … in de media
• Koppeling naar theorie: functies, rollen, verwachtingen
• - Basale sociologische concepten
• - basale sociologische concepten zijn belangrijk fundament CC en NC
• - zijn ook mechanismen in de media
Kwalitatief
• Wat voor soort onderzoek is dat?
• Hoe voer je dat uit?
Deductie > Dit leidt tot een lineair onderzoek.
• Vanuit een bestaande theorie vertrekken en methode en analyse daarop baseren.
Hypothesen kunnen dienstdoen als analytisch kader om data te categoriseren. Onderzoek is
goed te koppelen aan bestaande literatuur, omdat het hier regelrecht uit vootr komt.
• De werkelijkheid past niet altijd in de theorie. Soms kan het anders in elkaar zitten dan je
zou verwachten op basis van de theorie. Zaken kunnen daarom worden uitgesloten, ze
, worden geacht er niet te zijn, maar je loopt er toch tegenaan. De werkelijkheid is niet altijd
beschreven.
• Andere vraag die hiermee samenhangt: Sluiten theoretische constructies wel aan bij wat
‘gewone mensen’ zeggen, doen en denken? Kun je die uitgangspunten wel zo toepassen bij
wat je vind als je de straat op gaat?
Inductie > hierbij staat niet de literatuur centraal, maar je gaat vanuit data een theorie opbouwen.
Dit leidt tot de cyclus van kwalitatief onderzoek.
• Vanuit de data een theorie opbouwen
• Kan lastiger zijn, je hebt geen houvast > er is niet al een theoretische basis waaruit je kan
vertrekken.
• Dit vergt wel een goede voorbereiding
• Niet theorie als leidraad, maar zoeken naar betekenis in gegevens die je gaat verzamelen.
• Je hebt een idee, er gebeurt iets en je gaat kijken: wat kun je hierover aan de weet komen.
• Ideeën van populatie binnen maatschappelijke context zijn leidend.
• Dit is niet a-theoretisch. Bevindingen moeten worden gepresenteerd in hun verhouding tot
bestaande literatuur. Nog steeds ben je een wetenschapper om bij te dragen aan het grote
raamwerk van theorieën.
Cyclus van kwalitatief onderzoek. > Dit is herhaling van vorig jaar. Tijdens het onderzoek en
analyseren kun je je cyclus bijstellen. Dit leidt uiteindelijk tot zoveel data dat jij op een goede manier
je onderzoeksvraag kan beantwoorden. Dan ga je rapporteren.
• Kwalitatief onderzoek biedt een manier om een verschijnsel te onderzoeken vanuit het
perspectief van de betrokkenen > je doet veldwerk. Je kijkt: wat vinden de mensen die ik
centraal wil stellen van dit probleem?
• Werkelijkheid zien en begrijpen zoals zij dat doen
• Verstehen (Max Weber) > emphatisch aanvoelen, de wereld bekijken zoals zij dat doen.
• Nabijheid > je moet voor verstehen dichtbij komen. Anders kun je die data niet verzamelen.
• Van binnenuit/Emic.
Kwalitatief, niet makkelijk
, • Anders dan bij kwantitatief onderzoek is het steeds de onderzoeker die zelf ‘in het veld’ de
data verzamelt
• Persoonlijk contact. >Het veld is niet vanzelfsprekend een plek waar jij je makkelijk in kunt
bewegen. Hier moet je zelf stappen voornemen.
• Je bent niet de baas.> Het onderzoek verloopt niet altijd zoals jij dit van tevoren bedenkt.
• Je moet flexibel zijn > je moet je kunnen aanpassen.
• Achter je bureau vandaan > je gaat veldwerk doen.
• ‘Binnen’ komen
Sterke punten Kwalitatief
• ‘Thick Description’ > het is noodzakelijk dat datgene wat jij ziet in al zijn facetten beschreven
wordt. Het is geen oppervlakkige scan waarbij je een aantal aspecten uitlicht, maar een
brede beschrijving met de hele context erbij.
• Verstehen (Weber) > vanuit hun optiek kijken en proberen te beleven wat er gaande is.
• Emic perspectief
• Mensen van vlees en bloed zichtbaar maken > het zijn geen getallen, maar we voelen wat zij
beleven.
• Wat de mensen beleven krijgt context binnen de structuur en cultuur
• Dus de structuur en cultuur als context van handelen. Hoe kijken mensen naar de structuur?
Wat vinden zij hierbinnen belangrijk?
• Inzichtelijk maken van betekenisgeving. Betekenis komt steeds terug binnen dit vak.
MNA…. Analyse… Tekst
• We gebruiken tekst. Nadruk ligt op tekst.
• Tekst kan een bron zijn: documenten, boeken, dossier, …
• Tekst is de manier waarop data zijn vastgelegd: getranscribeerde interviews, fieldnotes,
documenten
• Tekst is de standaard vorm van data in (kwalitatief) onderzoek
• Daarnaast bestaan ook visuele en online analyses. Die blijven in hun specifieke vorm in dit
vak buiten beschouwing
Als we verdergaan naar media, wat de werkelijkheid is en hoe die wordt voorgesteld, komen we
bij: Beeld, Woord, Boodschap
Wat wij zien en nodig hebben om met anderen te kunnen interacteren heeft te maken met het
zenden en ontvangen van boodschappen.
• Interactionisme > kijkt naar hoe mensen met elkaar omgaan. Welke patronen zijn daarin te
ontdekken?
• Hoe interacteren mensen, welke patronen
• Met wie, hoe vaak, wanneer tref je iemand? Wat doen jullie dan? Waarom? Als je daar
langer naar kijkt, welke patronen komen aan het licht?
• Welke netwerken, knooppunten, verkeer (interessant voor politie) komen aan het licht?
• Dit is eigenlijk het sec analyseren van bewegingen. Maar als je ook de boodschap erbij
betrekt van: waarover gaat dat? Hoe belangrijk vinden ze dat? Welke accenten leggen ze
hierbinnen? Dan krijg je een bijzondere vorm die voor een gedeelte wordt blootgelegd met
het symbolisch interactionisme.
,Sheet met foto’s man op de man: In 1966 stonden er foto’s van de eerste man op de maan in de
krant. Iedereen kent deze foto’s. Ze leggen iets bloot wat destijds de gebeurtenis van de eeuw was.
Sheet met foto bom in de Vietnamoorlog. Dit heeft ook de publieke opinie beïnvloed, omdat het het
leed blootlegt van gewone mensen.
Beeld
• Wij denken bij ‘beeld’ bijna als vanzelfsprekend aan ‘een afbeelding van’
• Tegenwoordig zijn dat vaak foto’s
• Maar je kunt ook een beeld als meer statisch begrip zien, een letterlijke invulling zien van
wat belangrijk is. In die zin is er bijvoorbeeld de beeldenstorm geweest:
Beeldenstorm 1566
• Vernieling van heiligenbeelden in katholieke kerken door protestanten in de Lage Landen
Beeldenstorm 2020, omdat heiligenbeelden ten onrechte een verheerlijking van personen
zouden betekenen.
• Interessant: een actuele variant in 2020. Beeldenstorm 2020. Beelden die verwijzen naar
koloniaal verleden worden verwijderd, relatie met sociale beweging #BlackLivesMatter. Dit
naar aanleiding van de blacklivesmatter-discussie. Waarom hebben wij een erfenis die wij
uitdrukken als verheerlijking in onze steden, terwijl dit eigenlijk een schandvlek is op de
geschiedenis?
Beeld
• Beeld is een beeld, maar kan ook zijn:
• Verbeelding > iets wat je je voorstelt
• Representatie > in de zin van dat het lijkt op, maar nog een keer wordt voorgesteld
• Symbool
• Associatie
• Verwijzing naar.
• Een beeld is een woord wat verbeelding oproept, waarbij we breder gaan denken en voelen
naar aanleiding van een bepaald onderwerp
• Het gaat dus om de Betekenis die het beeld oproept. Een beeld roept een betekenis op.
Sheet met 9/11 foto. Op deze gebeurtenis zijn later veel gevolgen gekomen.
Aanloop en vervolg van 9/11
• Wat we zagen op vorige sheet was 11 september 2001
• Dit begon eigenlijk toen in 1990 Irak binnenviel bij buurland Koeweit. Dit was een daad van
agressie.
• Hier werd op gereageerd door de Westerse wereld. Internationale coalitie viel Irak aan.
Sadam Hoessein werd van zijn stoel geduwd.
• Golfoorlog I was het gevolg van de internationale coalitie.
• Toen kwam de reactie vanuit het MiddenOosten, de bewegingen die daardoor ontstonden
waarbij de eer vanuit de moslimwereld werd rechtgezet, althans vanuit de groepering die
daarachter zaten. De vraag was: wie steunt dit? waar komt dit vandaan? Hoe moeten we dit
interpreteren? Wat is de betekenis ervan? Toen was 11 september 2001 > 9/11
• 2003 internationale coalitie viel Irak binnen op zoek naar massavernietigingswapens
, • De Golfoorlog II was een voortdurende discussie die nog steeds gaande is. In hoeverre is dit
nou een Islamtische reactie? Deze discussie zitten we nog steeds middenin. Het heeft
moslims over de hele wereld enorm veel schade berokkend, omdat zij verantwoordelijk
geacht werden op een of andere manier voor deze daad en alles wat erop volgde.
Dat is de context van de foto van 9/11, wat eraan voorafging en wat erachteraan kwam.
Een gedeelte wat nog later gebeurde, bij de tweede golfoorlog: 2003 internationale coalitie viel Irak
binnen op zoek naar massavernietigingswapens. Ze hadden van alles verwacht van de Moslimwereld
en dachten dat deze massavernietigingswapens er waren.
• In 2004 zat de internationale coalitie wederom in Irak. Men ging het gevaar
‘onschadelijkmaken/ontmaskeren’ en deed dit door heel veel mensen vast te zetten in
gevangenissen. Zie plaatje hieronder.
,
,Deze beelden zijn op internet te vinden geweest en zijn allemaal van één plek. Je ziet de dreiging,
ziet de angst en ziet wie de bedreigden zijn en je ziet van wie de bedreiging komt. Ondervraging,
stroomstoten en regelrechte vernedering. Ondervragingstechnieken met groot verschil tussen
macht en onmacht. Deze foto’s zijn afkomstig rond of rechtstreeks uit de Abu Graib gevangenis in
Iran.
Abu Graib 2004
• Gevangenis in Irak in gebruik door Amerikaanse leger
• Foto’s zijn gemaakt in de context van het werk van het Amerikaanse leger
• Wat je hier ziet is:
• Marteling
• Vernedering
• Van de mensen die in Irak werden aangehouden en van wie onderzocht werd of zij te maken
hadden met die wapens of massdestruction. Deze zijn overigens nooit gevonden.
• Achteraf kun je zeggen: is die Golfoorlog II nodig geweest? Deze vraag blijft hangen. De
reactie erop blijft echter niet hangen.
,Mensen zien, niet alleen in de Westerse wereld, maar ook ter plekke wat er is gebeurd. Deze
beelden/foto’s ervan circuleren op het internet en staan in de krant. Als je hier woont en je ziet dit
gebeuren, dan is de vernedering en aantasting van de eer enorm. Ook volgende generatie wordt
hiermee opgezadeld. Dat is voer voor een volgende reactie. Die hebben we voor een groot deel
kunnen zien in de oprichting van het Kalifaat van de IS. De vernedering smeekte om een reactie.
Voor een groot gedeelte is dit de brandstof waar de IS op heeft kunnen varen.
, Vervolg
• 2014 Kalifaat IS
Aje deze foto’s ziet, zie je dat er een grote vergelijkenis is met de eerdere foto’s waarin de rollen
omgedraaid waren. Alleen is dit niet alleen marteling, maar ook executeren. Vermoorden door IS-
strijders van Westerse journalisten etc.
Het is een zekere herhaling en Omkering
• Je ziet zowel in eerste foto’s als laatste foto’s een Oranje overall.
• Zelfde soort afbeeldingen, zelfde symbolen
• Verschillende ontvangers > zitten aan de andere kant
• - je vertelt dus een verhaal met beelden, maar die beelden kun je op verschillende manieren
gebruiken. Dan komen we terug bij deze vraag:
• Welk verhaal wordt verteld, wat is de betekenis ervan en hoe wordt die betekenis bepaald?
• Dat gebeurt met behulp van beelden
Betekenis
• Betekenis en een feit/gebeurtenis en het beeld dat ervan naar buiten wordt gebracht zijn
met elkaar verbonden. Ondanks je erop verschillende manieren naar kunt kijken. Het beeld
en waar het voor staat kun je bijna niet uit elkaar rafelen.
• ‘Vorm en inhoud zijn niet te scheiden’ (college 3)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jolijndewaard. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.02. You're not tied to anything after your purchase.