2.1 Verdragen
Een verdrag kan worden gesloten tussen twee of meer dan twee staten. Ook kan dit tussen een staat
en een internationale organisatie.
Multilateraal verdrag = een verdrag dat tussen meer dan twee staten is gesloten.
Bilateraal verdrag = als twee staten afspraken met elkaar maken en dit schriftelijk vastleggen.
Schriftelijke overeenkomst tussen staten ook wel: statuut, protocol, conventie, covenant of akkoord.
Een verdrag komt tot stand na diplomatieke lobby door groeperingen of partijen die een bepaald
onderwerp een warm hart toedraagt. Na de lobby starten de onderhandelingen over de tekst van het
verdrag. Dit kan best moeizaam gaan als partijen zich bij hun standpunt houden en geen concessies
willen doen. Hiervoor kan een voorbehoud helpen: staten zijn dan niet gebonden aan het artikel in
het verdrag waar een voorbehoud is gemaakt.
Als dit proces is doorlopen dan wordt het verdrag ondertekend door een bevoegd
vertegenwoordiger van de staat. Hierna wordt het verdrag bekrachtigd via een akte van
bekrachtiging bij de depositaris of de beheerder van het betreffende verdrag.
Taak beheerder: het voeren van een administratie van alle ratificaties zo weet iedereen wanneer
het verdrag in werking treedt.
Comité: evalueert de rapporten van de staten en maakt zogenoemde general comments. Dit zijn ook
uitwerkingen van een verdragsbepaling en een bron van rechtsregels.
Volgens art. 91 Gw moet het parlement eerst zijn goedkeuring verlenen aan verdragen. Deze
goedkeuring vindt plaats via de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking van verdragen (Rgbv).
Ratificatie = een nationale procedure waarbij verdragen worden goedgekeurd. Hierna treedt het
verdrag in werking. Deze wordt dan gepubliceerd in het Tractatenblad (Trb).
2.2 Rechterlijke beslissingen en doctrine
Jurisprudentie = alle geschreven uitspraken van rechters van internationale organen.
Internationaal Gerechtshof (IGH) is gevestigd in Den Haag. Daar wordt uitspraak gedaan over
internationale conflicten tussen staten. IGH is het voornaamste gerechtelijke orgaan van de VN en
heeft als taak het slechten van geschillen tussen staten.
De rechtelijke beslissingen hebben een gezaghebbende werking, omdat elk lid van de VN zich
verbindt om de beslissing van het IGH na te leven in iedere zaak waarbij het partij is.
Ook kan het IGH advies geven.
Doctrine, of de opvattingen van de meest bevoegde schrijvers kunnen een hulpmiddel zijn voor het
bepalen van een rechtsregel. Wetenschappelijke academici bestuderen het internationaal echt en
kunnen daarbij vanuit verschillende invalshoeken het recht benaderen.
2.3 Besluiten van internationale organisaties
Internationale organisaties zijn opgericht door staten. Deze nemen via hun organen besluiten die van
invloed kunnen zijn op de nationale rechtsorde van een staat. zo kan bijv. de Veiligheidsraad van de
VN via resoluties besluiten tot militair ingrijpen op grond van art. 42 VN-Handvest.
Vaak hebben internationale organisaties hun eigen rechtsprekende organen: het IGH van de VN, het
Hof van Justitie van de EU of het EHRM van de Raad van Europa.
Besluiten van internationale organisaties zijn niet als rechtsbron in art. 38 Statuut IGH genoemd,
maar toch worden deze besluiten door de internationale gemeenschap en rechtsgeleerden wel als
bron van rechtsregels gezien.
, 2.4 Gewoonterecht
Veel regels die later zijn geschreven in verdragen hebben zich eerst ontwikkeld als gewoonterecht.
Later zijn staten overeengekomen om dit te beschrijven en vast te leggen in verdragen. Het
gewoonterecht wordt ingegeven als uiting van wat staten op dat moment belangrijk vinden. Vaak
vinden rechtsregels hun oorsprong in het gewoonterecht.
Volgens art. 38 Statuut IGH is het gewoonterecht ‘internationaal gebruik, als blijk van een als recht
aanvaarde algemene gewoonte’. Het gewoonterecht bestaat uit twee elementen:
1. Het internationale gebruik = materiële element.
Het constateren van een gewoonterechtelijke regel dat een bepaalde tijd waarneembaar is.
2. De als recht aanvaarde algemene gewoonte = de opinio iuris sive necessitatis.
De overtuiging van staten om een regel toe te passen omdat dit zo hoort.
Gewoonterecht kan zowel regionaal als wereldwijd voorkomen.
Voor het vaststellen van een regel van gewoonterecht moet voldaan zijn aan het materiële element,
een constante, extensieve en uniforme praktijk.
Als een staat het niet eens is met een gewoonterechtelijke regel kan hij hiertegen protesteren.
Hierdoor wordt het duidelijk dat een staat het met een gewoonterechtelijke regel niet eens is.
Maar als een staat het er wel mee eens is kunnen zij over deze regel zwijgen, als teken dat ze het
ermee eens zijn.
2.6 Dwingende internationale normen
Er leven in het internationale recht opvattingen waarvan staten overtuigd zijn dat hiervan niet mag
worden afgeweken. Denk hierbij aan genocide of slavernij en piraterij. Dit zijn regels van dwingend
recht, ook wel ius cogens genoemd.
Art. 63 WVV: in geval van een nieuwe dwingende norm van algemeen volkenrecht wordt lek
bestaand verdrag dat in strijd is met deze norm nietig verklaard en dus automatisch geëindigd.
2.7 Eenzijdige handelingen
Eenzijdige handelingen zijn feitelijke handelingen of rechtshandelingen die gericht zijn op een
bepaald rechtsgevolg. Ze kunnen in geschreven en ongeschreven vorm voorkomen.
De ongeschreven vorm kunnen verklaringen zijn van een staatshoofd waarin een bepaald standpunt
naar voren komt. Dit kan zelfs leiden tot de vorming van gewoonterecht.
Eenzijdige handelingen komen voor als een staat een situatie aanvaardt, waaruit rechten en plichten
kunnen voortvloeien. Alles wat een staat doet heeft gevolgen. Door te protesteren laat een staat de
internationale gemeenschap weten dat hij het niet eens is met bijvoorbeeld de erkenning van een
andere staat.
2.8 Samenloop
Als ongeschreven recht geschreven recht wordt noem je dat een samenloop van rechtsbronnen. Het
gewoonterecht kan opgenomen worden in het geschreven recht. Wel blijft het gewoonterecht naast
de verdragsbepaling bestaan. Immers, als staten geen partij worden bij het verdrag, kunnen ze
alsnog gebonden zijn door het gewoonterecht.
Er zijn geen gronden dat wanneer gewoonterecht is opgenomen in een verdrag, het verdrag
voorrang heeft boven het gewoonterecht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mandyvarkevisser. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.