Soevereiniteit
Andere staten kunnen niet bepalen hoe een staat zijn regelgeving vormgeeft.
Kan op twee manieren worden beperkt:
1. Soevereiniteit overdragen
De staat kan niet meer zelf alle egels stellen, maar accepteert dat een organisatie
hoger en gezaghebbender is dan de staat zelf.
2. Soevereiniteit onvrijwillig beperkt
Als een staat wordt binnengevallen door een ander land en dat andere land
neemt alle macht over.
Internationale organisaties
- Gouvernementele organisatie
Een samenwerkingsverband tussen staten. De oprichting gebeurt bij verdrag.
- Intergouvernementele organisatie
Opgericht door een groep personen, is onafhankelijk van staten en heeft vaak een
ideële doelstelling. Hij hoeft niet internationaal te zijn.
Intergouvernementele organisatie: staten staan geen beslissingsbevoegdheid af aan de
organisatie.
Supranationale organisatie: staten staan beslissingsbevoegdheid af aan de organisatie. Deze
organisatie staat boven de lidstaten.
Europese Unie
Doelstellingen
1. Vrede en welzijn
Lidstaten zijn economisch afhankelijk van elkaar en je maakt geen ruzie met je
handelspartner.
2. Vrijheid en veiligheid
Er is een vrij verkeer van personen.
3. Interne markt
Er wordt steeds meer gehandeld tussen bedrijven die in de lidstaten zijn gevestigd, er
gaan steeds meer personen over de grens werken en iedereen kan overal in de EU
investeren.
De nationale markten moeten steeds meer geïntegreerd worden tot één interne
markt.
4. Monetaire Unie
Een gemeenschappelijke munt brengt de lidstaten nog dichter bij elkaar.
Interne markt
- Vrij verkeer: de handelsstroom tussen lidstaten mag niet belemmerd worden.
- Staatssteun
- Mededinging: bijvoorbeeld prijsafspraken maken.
, Voordelen
Het welvaartsniveau zal stijgen (geen belemmeringen gemakkelijker over de grens
handel drijven afzetmarkt groter meer economische activiteit).
Uitbreiding van de keuzemogelijkheden.
Zorgt voor prijsdalingen (concurrentie).
Nadelen
Verplaatsen van productie naar lidstaten met een lager lonenniveau. De Nederlandse
werknemers worden ontslagen omdat de fabriek goedkoper kan produceren in
bijvoorbeeld Bulgarije.
Specialisatie: productie vindt daar plaats waar de lonen het laagst zijn. Nederland
ontwikkelt zich tot een kenniseconomie. Als er ooit problemen zijn in de EU is
Nederland geheel afhankelijk van ander landen voor de productie.
Meer concurrentie is slecht voor een bedrijf. Lagere lonen landen kunnen goedkoper
produceren, waardoor het product goedkoper is en de lidstaten dus daar de
producten kopen in plaats van in Nederland.
Basisbeginselen EU
Loyale samenwerking
Lidstaten doen niets wat strijdig is met het verdrag en voeren trouw alle verplichtingen uit
die uit Europees recht voortvloeien.
Art. 4 lid 3 VEU
Voorbeeld: NL mag geen wet aannemen die het vrij verkeer van goederen belemmert.
Attributiebeginsel
De EU is alleen bevoegd als daarvoor een grondslag bestaat in het verdrag.
Art. 5 lid 2 VEU.
Voorbeeld: art. 38 VwEU geeft de EU de mogelijkheid om beleid op het gebied van
landbouw te ontwikkelen.
Subsidiariteitsbeginsel
De lidstaten bepalen zo veel mogelijk zelf. Pas als het beter gezamenlijk geregeld kan
worden, is de EU bevoegd.
Art. 5 lid 3 VEU.
Voorbeeld: het effect van regels tegen luchtverontreiniging is groter als de EU deze
opstelt, dan als alleen Nederland dit doet.
Evenredigheidsbeginsel
Altijd het minst belemmerende alternatief moet worden gebruikt om het doel te bereiken.
Art. 5 lid 4 VEU
Als toegestaan is om onderscheid te maken, dan mag dit alleen als daarmee een belangrijk
doel wordt bereikt. De maatregel moet evenredig zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mandyvarkevisser. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.