Samenvatting van de slides + eigen notities + handboek. Ik had 18/20 voor het examen, dus het is zeker volledig.
Prof Jacobs gebruikt de slides als kapstok en gaat ervan uit dat je het handboek zelfstandig verwerkt. De samenvatting vertrekt dus vanuit de slides met een volledige samenvatting van ...
Kwalitatieve onderzoeksmethoden
1. Wat is kwalitatief onderzoek? (HOC 2)
1.1 Definitie
Als we het hebben over kwal oz, dan verwijzen we naar:
➢ Soort gegevens waarmee men werkt: niet-cijfermatig en woorden (<> cijfers = kwant)
➢ Schaal van onderzoek: eerder kleinschalig (<> grootschalig = kwant)
➢ Bepaalde technieken van dataverzameling: diepte-i.v., focusgroep, participatieve observatie
etc (<> vragenlijst = kwant)
MAAR: is eigenlijk onvolledig. Verschil tssn kwal en kwant oz zit niet enkel in HOE je zaken onderzoekt,
ook WAT je onderzoekt. Kwal data is idd eerder gericht op tekst en minder data, maar je mag data niet
achterwege laten. Je mist een groot aspect dan.
Oz-er gaat op interpretatieve manier naar de wereld kijken en meerdere methodes gebruiken om
aan oz te doen. De natuurlijke, dagdagelijkse omgeving staat centraal en oz-er zoekt naar
processen v betekenisgeving daarin.
Later staat ook hele kwal veld centraal: de plaats vd oz-er id soc realiteit bestudeert hij én geeft hij
vorm. Dus enerzijds vaste ozlijnen & methodologieën, anderzijds is oz-er zich sterk bewust v eigen
rol, achtergrond, waarden etc die invloed hebben op ozveld.
1.2 Kenmerken van kwalitatief onderzoek
Kwal oz definiëren door een opsomming v kenmerken te geven die vaak in kwal oz aanwezig zijn (maar
niet noodzakelijk altijd terug te vinden zijn in dergelijk oz) = holistische benadering. De aard v kwal oz
zie je op vijf domeinen/kenmerken:
1. Vraagstelling en doel 4. Analyse
2. Onderzoeksdesign 5. Rapportering
3. Dataverzamelingsmethode*
*kwal oz wordt vaak onterecht teruggeleid naar enkel dit kenmerk
1) VRAAGSTELLING EN DOEL
Vraagstellingen gaan over complexe thema’s of sociale processen: Je gaat niet op zoek naar causaal
verband, hoe vaak iets voorkomt of hoe sterk een verband is. Stelt wel de vraag: hoe zijn soc
processen? Waarom geven we die betekenis eraan?
De dagelijkse werkelijkheid vd onderzochten staat centraal: Je vertrekt niet vanuit eigen wereldbeeld,
maar dat v je respondent = emic-benadering. Als onderzoeker ben je outsider/etic en onderzochte is
insider/emic. Belangrijk: Je moet balans zoeken tussen die 2 perspectieven, want jouw
perspectief/wereldbeeld (paradigma) speelt ook mee.
Mortelmans heeft het over transcendentale realisten: soc fenomenen bestaan in ons brein en
daarbuiten, dus een wetenschapper kan wetmatige en stabiele relaties in de objectieve wereld
1
,ontdekken. Maakt het dus ook mogelijk om concepten/theorieën te ontwikkelen die inzicht geven in
onderliggende processen id soc werkelijkheid. Daarmee heeft hij een andere visie dan a) positivisten:
onderzoek de wereld los vh individu en betekenisgeving ih brein en b) constructivisten: echte realiteit
bestaat niet, is enkel constructie in onze gedachten
2) ONDERZOEKSDESIGN
Onderzoeksdesign is manier waarop onderzoeker vooraf een oz uitdenkt en organiseert, “werkplan”.
Het moet aan 3 criteria voldoen. Het is…:
1. Flexibel: je maakt plan op voorhand, maar kan het gemakkelijk veranderen/aanpassen in
verloop vh onderzoek.
2. Gericht op natuurlijke omgeving: er is continu interactie tussen je onderzoek en context en er
gebeuren altijd onverwachte dingen. Die context mag je niet proberen onder controle te
houden of beïnvloeden. Respondenten moeten zich op hun gemak voelen en naturel. Daarom
open context creëren.
3. Holistisch: ozdesign is in staat zijn om onderzoeksonderwerp op een systematische,
alomvattende en geïntegreerde manier te benaderen.
3) DATAVERZAMELINGSMETHODE
Kenmerken van de methoden
➔ Gebruik niet 1 dataverzamelingsmethode, maar uitgebreid gamma
➔ Gebruik methoden flexibel: soms overschakelen in loop v onderzoek omdat setting dat vereist:
gebeurt vaak en is niet erg.
➔ Gebruik meerdere methoden, maar vaak is 1 methode dominant (bv. diepte-i.v.s afnemen).
Kenmerken van de relatie onderzoeker-respondent
➔ Oz-er heeft langdurig en intens contact met ozveld: gaan soms dagen, maanden, jaren over
om diepgaand inzicht te verwerven.
➔ Dat maakt dat oz-er balans moet vinden tssn betrokkenheid en afstand nemen: oz-er moet
zich daarvan bewust zijn, anders blijft die niet meer neutraal. Moeilijk.
➔ Oz-er moet regelmatig data verzamelen en analyseren: om zo te kijken waar gaten zitten en
zijn vragen/respondenten aan te passen obv eerdere gegevens.
4) ANALYSE
Kwal oz is (eerder) obv tekstuele gegevens zoals transcripts v i.v.s, of nota’s v visueel materiaal. Maar:
cijfers kunnen wel ondersteunen. Ze helpen bij schetsen vd context v ozprobleem en ook tijdens
analyse kan het nuttig zijn.
Doel v kwal oz is betekenis achterhalen en inzicht verwerven in soc processen. Ih achterhoofd vraag
je je af: wat willen die woorden/uitspraken/handelingen zeggen? Dwz dat het proces centraal staat,
want die betekenisgeving kan veranderen in loop v onderzoek (bv tijdens focusgroep zie je dat
2
,respondent v opinie verandert). Dat betekent ook dat je id diepte moet graven en op het onbewuste
moet focussen. Niet gewoon beschrijven, maar
In kwal oz geen statistische procedures dus, maar wel zoeken naar inzicht in betekenisgeving.
Stap 1: mbv de verstehende methode v Weber verplaats je je id positie vd respondent. (role
taking)
Stap 2: verder gaan dan inner perspective op de soc werkelijkheid door verbanden,
categorieën, patronen te zoeken. Vaak met software.
5) RAPPORTERING
Het accent bij kwal oz ligt op toegankelijk en leesbaar weergeven wat resultaten zijn v onderzoek, maar
de manier v schrijven verschilt altijd. Komt ook omdat invloed vd onderzoeker meespeelt: leg dus je
achtergrond, wereldbeeld etc uit.
Je geeft uitgebreide beschrijving vh materiaal dat je verzamelde. Doel is niet om resultaten compact
voor te stellen, maar wel om rijke context mee te geven en materiaal te laten “spreken”.
Tenslotte ook altijd respondenten betrekken bij rapportering. Vraag hen naar feedback over
resultaten. Is een vorm v kwaliteitscontrole, want zo kan je zien of jouw analyse overeenstemt met
wat respondenten zelf aanvoelen.
1.3 De methodenstrijd
Er is geen hiërarchie tussen kwal en kwant oz, ze gaan hand in hand. De ozbenadering is afhankelijk v
de kwestie en wat je wil onderzoeken. Kwal oz is dus niet per se diepgaander en beter, maar wel
oppassen om alles te reduceren tot cijfers en obv een aanbeveling uit te schrijven. Kwal oz krijgt 4
klassieke verwijten:
1. Niet wetenschappelijk (“journalistiek”)
Positivistische benadering/paradigma om werkelijkheid te onderzoeken: goede
wetenschap = exacte wetenschap (studieresultaten repliceren of representatief zijn voor
grote populatie) → idd niet wetenschappelijk
Andere benadering/paradigma om werkelijkheid te onderzoeken: kwal oz probeert te
begrijpen en door te dringen id leefwereld v mensen. Doet dat op systematische manier
en er is kennis nodig om het goed uit te voeren → wél wetenschappelijk
2. Enkel obv persoonlijke opinies v onderzoeker of respondenten
De opinies EN gedrag vd onderzochten staan centraal. Oz-er is geen spons die letterlijke
interpretaties v mensen overneemt, maar een actief wezen dat zelf interpreteert en
beïnvloedt. Als hij dus oz uitvoert, moet hij eigen achtergrond toelichten + oz-er effecten
uitschakelen + controles inbouwen. Door systematische analyseprocedures maken dat de
resultaten geen snelle, persoonlijke opinies zijn vd oz-er.
3. “soft”
Soft verwijst naar onnauwkeurigheid en onzorgvuldigheid en dus geen ‘exact’ cijfer, maar
is incorrect. Je onderzoekt gewoon andere aard v data en informatie die je niet kan
uitdrukken in cijfers.
3
, 4. Kleine en niet gerandomiseerde steekproef, dus onbetrouwbaar
Etiket onbetrouwbaar is onterecht: klopt dat kwal oz niet generaliseerbaar is naar
populatie/statistiek, en er dus maar een kleine steekproef wordt bevraagd (= theoretische
steekproef). Is ook niet nodig, want tussentijdse analyse tot saturatie zorgt ervoor dat je
alle categorieën aanspreekt. Je moet dus wel procedures en regels volgen, maar die wijken
af v kant oz. Kwal oz is wél generaliseerbaar naar theoretische kaders.
3. Paradigma’s in het kwalitatief onderzoek (HOC 2)
3.1 De klassieke tweedeling: positivisme of interpretivisme
Paradigma’s binnen oz kan je zien als een boom met uitwaaierende kruin. De twee hoofdstammen zijn:
1. Positivistische stam (kwant oz)
Denkers: Comte, Durkheim.
Kenmerk 1: lineaire vooruitgangsdenken = ontwikkeling vh menselijk denken is een overgang
v teleologische (wereld verklaren mbv bovennatuurlijke krachten) naar metafysische (wereld
verklaren mbv abstracte filosofische concepten) naar positieve fase (wereld verklaren mbv
wetensch methodes).
Kenmerk 2: organistische visie op SL = organisch wezen analyseren mbv ‘sociale fysica’
Kenmerk 3: sociale feiten zijn ‘dingen’ die exteren & dwingende invloed op ons uitoefenen.
Valt te verklaren adhv andere sociale feiten.
2. Interpretatieve stam (kwal oz)
Denkers: Dilthey, Weber
Kenmerk 1: enige wat we objectief kunnen vaststellen, zijn individuen binnen sociale relaties.
Algemene wetten in de soc wet zijn onmogelijk
Kenmerk 2: hermeneutiek = vertrekken vanuit menselijk handelen + betekenisgeving bij
sociale actoren verklaren door de zin te begrijpen vh menselijk handelen.
3.2 De 3 centrale wetenschapsconcepten
Bij elke stroming/paradigma volgende 3 vragen stellen. Op die manier kan je ze onderscheiden v elkaar
& nuances zien.
1. Ontologische vraag
= wat is de realiteit?
2. Epistemologische vraag
= hoe is kennis over die realiteit mogelijk? Hoe weten we wat we weten en wat telt als kennis?
= wat is aard vd relatie tssn oz-er zn zijn ozobject?
3. Methodologische vraag
= hoe kan oz-er iets te weten komen over die realiteit?
= antw op vorige vragen meenemen, want niet elke methodolgie is mogelijk obv die antw
4
, 3.3 De belangrijkste strekkingen voor kwalitatief onderzoek
HET POSITIVISME
Lange tijd dominante wetenschapsopvatting in exacte & soc wet. Nu heeft het geen betekenis meer in
kwal oz.
➔ Ontologisch: er is een realiteit en die is onderhevig aan natuurwetten en mechanismen.
Kritiek: reductionistisch (want reduceert wereld tot wiskundige wetmatigheden) +
deterministisch (weinig ook voor ontwikkeling & evolutie id wereld)
➔ Epistemologisch: dualistische & objectivistische visie = oz-er en object zijn onafhankelijke
entiteiten. Oz-er oefent geen invloed uit op object & wordt niet zelf beïnvloed.
➔ Methode: hypotheses formuleren + empirisch testen. Testen gebeurt met controleerbare &
repliceerbare (dus kwantificerende) methoden.
Id exacte wetenschappen: oz-er onderzoekt DNA-structuren in een labo.
Id soc wet: in welke mate wordt nachtrust aangetast ve vader? Vb pg 67 HB
HET POSTPOSITIVISME
Dominante wetenschapsopvatting id exacte & grotendeels soc wet. Oz-ers die geloofden in
objectivistische benadering zijn geëvolueerd naar pos positivistische benadering.
➔ Ontologisch: realiteit bestaat, maar is slechts gedeeltelijk kenbaar door imperfecte menselijke
waarnemingsinstrumenten + ongrijpbare aard vd realiteit
➔ Epistemologisch: aangepast dualisme & objectivisme. Geen strikte scheiding meer tssn oz-er
& object, maar wel nog externe objectiviteitsbewakers en opiniemakers.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fienl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.28. You're not tied to anything after your purchase.