100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Nederlands in de bovenbouw / Taal in de bovenbouw $5.89
Add to cart

Summary

Samenvatting Nederlands in de bovenbouw / Taal in de bovenbouw

22 reviews
 687 views  193 purchases
  • Course
  • Institution

In deze samenvatting worden de volgende boeken besproken: * Portaal: H4.1, 4.2, 4.3 & 4.6, H5.1, 5.2, 5.3 & 5,.6, H6.1, 6.2, 6.3, 6.6 & 6.7, H9.1, 9.2, 9.3, 9.4 & 9.6 * Spelling: H4, H5, H6, H7 & H10 * Aanvankelijk en technisch lezen: H2.5, H4.1.2 & 4.3, H5.3, 5.4 & 5.5, H6.1, 6.2.2, 6.2.3, 6.2....

[Show more]

Preview 4 out of 45  pages

  • February 22, 2021
  • 45
  • 2020/2021
  • Summary

22  reviews

review-writer-avatar

By: katiba81 • 4 days ago

Translated by Google

well written.

review-writer-avatar

By: sannevisser2004 • 7 months ago

Translated by Google

Great summary. I got a pass with this

review-writer-avatar

By: samlens2002 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: jgriffima • 1 year ago

review-writer-avatar

By: cjchaas • 2 year ago

review-writer-avatar

By: markvanleeuwerden • 2 year ago

review-writer-avatar

By: merelvdijk • 2 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Kennis taal in de bovenbouw
Portaal, Spelling & Aanvankelijk en technisch lezen



Portaal: H4.1, 4.2, 4.3 & 4.6, H5.1, 5.2, 5.3 & 5,.6, H6.1, 6.2, 6.3, 6.6 & 6.7, H9.1, 9.2, 9.3, 9.4
& 9.6


H4 Mondelinge taalvaardigheid
4.1 Achtergronden

Mondelinge vaardigheden zijn van cruciaal belang om in onze samenleving te functioneren.
- Via mondelinge taalvaardigheden communiceer je met jezelf (intrapersoonlijke communicatie) en met
anderen (interpersoonlijke communicatie).
- Je bent in staat om nieuwe informatie en kennis op te doen en te delen met anderen.
- Mondelinge vaardigheden stellen je in staat om expressie te geven aan wat je denkt en voelt.

4.1.1 Mondelinge taalvaardigheid: luisteren, spreken, gesprekken voeren
Luistervaardigheid
We spreken van luistervaardigheid wanneer de luisteraar in staat is wat hij hoort te begrijpen, te interpreteren
en te integreren in de eigen kennis of om te zetten in handelingen.

Luisteren is een complexe vaardigheid. Dat komt doordat we niet alles kunnen onthouden wat we zojuist
gehoord hebben. Ons werkgeheugen kan dat niet aan. Daarom leren we om te focussen, hoofdzaken van
bijzaken te scheiden, gericht te luisteren en tussen de regels door te luisteren. Al deze aspecten maken deel uit
van luistervaardigheid en worden daarom deelvaardigheden van luisteren genoemd.

Actief en passief luisteren
Er zijn twee manieren van luisteren:
- Passief luisteren: de luisteraar luistert en hoeft geen rekening te houden met de ander.
- Actief luisteren: de luisteraar laat op actieve wijze merken dat hij luistert, bijvoorbeeld door te
knikken, te hummen, de spreken aan te kijken en vragen te stellen.

Spreekvaardigheid
Spreken bestaat uit meerdere elementen:
 Je moet de juiste klank kunnen produceren. Hierbij gaat het om de spreektechniek: een goede
uitspraak, een duidelijke articulatie en een begrijpelijke intonatie.
 Je moet weten welke klankenreeks bij welke betekenis hoort. Je moet woorden kennen om via spraak
iets duidelijk te kunnen maken.
 Je moet de woorden in logische zinnen kunnen plaatsen.

Gespreksvaardigheid
Een belangrijke factor in de gespreksvaardigheid is de mate waarin de spreker non-verbale communicatie
gebruikt en de luisteraar die correct interpreteert. Deze non-verbale vaardigheden worden ook wel tonen en
kijken genoemd. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat de non-verbale aspecten in een gesprek minstens zo
belangrijk zijn als de verbale aspecten, zo niet nog belangrijker.
De complexe vaardigheid om een gesprek te voeren, beheersen de meeste kinderen al in meerdere of mindere
mate als ze op school komen.
Op school krijgen kinderen te maken met meer formele gesprekssituaties. Daarin is het doel van het gesprek
diverser en de inhoud vaak complexer dan in alledaagse gesprekken en worden gespreksregels expliciet aan de
orde gesteld.

4.1.2 De rol van de school bij mondelinge taalontwikkeling

,Onderwijs in mondelinge taalvaardigheid is gericht op enerzijds het uitbreiden, verfijnen en verbeteren van de
dagelijkse taalvaardigheid van leerlingen en anderzijds het verwerven van schoolse taalvaardigheden. Dat
gebeurt in een rijke taalomgeving, waarin leerlingen de kans krijgen veel taal te gebruiken en daardoor hun
taalvaardigheid kunnen uitbreiden, en waarin leerkracht en leerlingen reageren op wat zij zeggen.

Thuistaal versus schooltaal (CAT en DAT)
Mondelinge taal is vluchtiger, minder afgewogen dan schriftelijke taak. Zo worden in een gesprek zinnen vaak
niet afgemaakt, zonder dat dit invloed heeft op het begrip van gespreksdeelnemers. De reden is dat alledaagse
mondelinge taal vaak wordt ondersteund door de mimiek en de houding van de spreker en luisteraar. We
spreken in dit verband ook wel van omgangstaal of thuistaal.
Op school komen vaker dan thuissituaties aan bod waarbij de context abstracter is of zich buiten de eigen
leefomgeving van het kind bevindt. Dit wordt ook wel Cognitief Algemeen Taalgebruik (CAT) genoemd in
tegenstelling tot Dagelijks Algemeen Taalgebruik (DAT).

Aan de motivatie van leerlingen om goed te leren spreken en luisteren kan de school veel doen:
 Leerlingen de ruimte geven om te communiceren;
 Bevorderen dat leerlingen zich veilig voelen binnen de groep en de school, zodat zij geen angst hebben
om te spreken;
 Aansluiten bij het niveau van de leerlingen en proberen hen steeds verder te brengen in hun
ontwikkeling door aandacht te besteden aan onderwijs in spreken, luisteren en gesprekken voeren.

4.2 Visies

Leerkrachten gaan in hun onderwijs in mondelinge taalvaardigheid impliciet of expliciet uit van een visie op wat
goed onderwijs in mondelinge vaardigheden is.
- Het is van belang dat een leerkracht doelgericht aandacht besteedt aan mondelinge taal. Ook wanneer
hij taal als middel gebruikt, moet hij zich ervan bewust zijn wat dit betekent voor de taalontwikkeling
van leerlingen.
- De leerkracht moet mondelinge taal betekenisvol en functioneel maken in een rijke, sprankelende
taalomgeving.
- Door gerichte, constructieve feedback krijgen leerlingen de kans hun taal te ontwikkelen in
interactieve situaties waarin niet ventraal staat wat zij nog niet kunnen, maar hoe ze hun
vaardigheden kunnen uitbreiden. Dit kan in een omgeving waarin alle leerlingen zich veilig voelen om
zich te uiten.

4.3 Doelen en inhouden

4.3.1 Kerndoelen
In de kerndoelen staat vermeld welk aanbod scholen moeten inleveren om het leerlingen mogelijk te maken
een goed niveau te bereiken. Drie kerndoelen gaan specifiek over onderwijs in mondelinge taalvaardigheid.
Je zou kunnen zeggen dat de kerndoelen gaan over luisteren (kerndoel 1), spreken (kerndoel 2), gesprekken
voeren (kerndoel 3) en strategieën (kerndoel 10).

4.3.2 Referentieniveaus
Kerndoelen zeggen nog niets over het niveau dat leerlingen aan het eind van de basisschool bereikt moeten
hebben. Dat doet het Referentiekader wel.
De referentieniveaus geven elke basisschool krachtige bouwstenen om het onderwijs in mondelinge
taalvaardigheid in te richten. Als leerlingen aan het einde van groep 8 deze doelen bereikt hebben, dan is het
fundamentele niveau (1F) bereikt. Natuurlijk mag een school leerlingen nog meer uitdagen en verbredende en
verdiepende doelen toevoegen tot kinderen het streefniveau (1S) bereikt hebben.

4.3.3 Leerlijnen
De meeste basisscholen werken met een taalmethode of andere methodische materialen. Hierin zijn de
minimale einddoelen in leerlijnen uitgewerkt.

Tussendoelen mondelinge communicatie

,Deze ‘tussendoelen mondelinge communicatie’ bestaan uit acht leerlijnen met elk verschillende subdoelen
voor onder-, midden- en bovenbouw:
 Deelname aan gesprekken
 Interactief leren
 Mondeling taalgebruik
 Woordenschat
 Begrijpend luisteren
 Vertellen en presenteren
 Reflectie op communicatie
 Reflectie op taal

Leerlingen leren bij mondelinge taalvaardigheden:
 Omgaan met diverse mondelinge taaltaken gericht op communiceren, conceptualiseren en expressie
geven;
 Verschillende interactieve vaardigheden voor gespreksvoering;
 Verschillende monologische vaardigheden om te vertellen en te presenteren;
 Verschillende receptieve vaardigheden om doelgericht te luisteren en te kijken hoe ze kunnen
reflecteren op (het) communicatie(proces).

4.6 Praktijk: het oudere kind

4.6.1 Inhouden
De inhouden van het onderwijs in mondelinge taalvaardigheid aan oude kinderen zijn terug te brengen tot de
eerdergenoemde taaltaken. We volstaan hier met een schema met specifieke doelen voor oudere kinderen. Zie
blz. 142 voor het schema.

4.6.2 Didactiek
De taalvisie bepaalt natuurlijk welke didactiek een leerkracht volgt. Een aantal belangrijke uitgangspunten voor
de didactiek van onderwijs in mondelinge taal:
 Zorg voor verbinding.
 Neem alle leerlingen serieus.
 Streef heldere doelen na.
 Zet de taalgroeimiddelen bewust in.
 Gebruik spelsituaties om in gesprek te gaan met leerlingen.
 Gebruik materialen.
 Stimuleer alle leerlingen.
 Stimuleer het taalgebruiksbewustzijn.
 Geef positieve feedback.
 Houd rekening met verschillen in taalgebruik.
 Wees je ervan bewust dat jij een model bent voor leerlingen.
 Evalueer systematisch.

We voegen hier een aantal uitgangspunten voor oudere kinderen aan toe.
 Werk doelgericht aan de taaltaken en vaardigheden.
 Gebruik een duidelijke kapstok. Bij lezen en schrijven is de tekstsoort een handige kapstok. Bij
mondelinge taalvaardigheid zou dat de ‘praatsoort’ kunnen zijn. Praatsoorten is een verzamelterm
voor gesprekssoorten en verschillende soorten mondelinge presentaties.
 Hanteer een herkenbaar lesmodel. Veel leerlingen (en leerkrachten) hebben baat bij een herkenbare
structuur van de les.
 Bied strategieën aan. Je kunt verschillende mondelinge strategieën inzetten:
o Het luister- en spreekproces opdelen in fasen en bij elke fase strategische hulp bieden;
o Leerlingen duidelijk maken wat ze gaan leren, hoe ze dat gaan doen en wat ze hiervoor nodig
hebben en ze hierop laten reflecteren;
o Leerlingen bewust maken van praatsoortspecifieke vaardigheden en bij elke vaardigheid
strategische hulp bieden in de vorm van didactische aanwijzingen.
 Benoem de luister- en kijkdoelen. Voorbeelden van kijkdoelen:
o Zintuiglijk kijken: benoemen wat je letterlijk waarneemt met je zintuigen;

, o Evaluatief kijken: concluderen wat je waargenomen hebt;
o Interpretatief kijken: je eigen invulling geven aan wat je ziet.
 Verrijk met coöperatieve werkvormen.
 Gebruik metacommunicatie. De manier waarop feedback wordt gegeven, heeft invloed op het
leerproces van een leerling. Een leerkracht kan feedback geven op de spreektechniek, maar ook op het
taalgebruik in de specifieke taalgebruikssituatie.
 Reflecteer op bedoeling, proces en effect.
 Evalueer systematisch.
 Stimuleer het taalgebruiksbewustzijn.

4.6.3 Praktijkvoorbeelden
Taalontwikkeling
De taalgroeimiddelen die we bij jonge kinderen al genoemd hebben, zijn ook voor oudere kinderen nog
belangrijke ingrediënten. Het gaat dan om:
 Taalaanbod;
 Taalruimte;
 Feedback;
 Taalstimulering.

Mondelinge taalvaardigheid als doel
In de groepen 4 tot en met 8 krijgen oudere kinderen meestal te maken met lessen mondelinge taalvaardigheid
uit een taalmethode. In veel taalmethoden heet dit domein ‘spreken en luisteren’.

Improvisatie en voordracht
Het doel van een voordracht is vooral de luisteraar te vermaken. Bij het voordragen van een gedicht gebruikt
de spreker de woorden van de dichter, maar hij brengt ze op zijn eigen manier.

Mondelinge taalvaardigheid als middel
Bij het vak techniek krijgen leerlingen regelmatig te maken met allerlei apparaten en gereedschappen. Ze
leggen elkaar dan uit hoe een apparaat of een stuk gereedschap werkt.

4.6.4 Leerkrachtvaardigheden
Het begeleiden van de mondelinge taalvaardigheden van leerlingen vraagt nogal wat van een leerkracht.
Allereerst doet dit taaldomein een groot beroep op je eigen mondelinge vaardigheden. Daarnaast spelen de
volgende didactische leerkrachtcompetenties een belangrijke rol:
 Verbinding maken met alle leerlingen, zodat vertrouwen en veiligheid ontstaan, waardoor leerlingen
durven te spreken in de klas;
 Congruent communiceren zodat je een voorbeeld kunt zijn voor leerlingen;
 Taalaanbod bieden dat rijk, correct en begrijpelijk is, zodat leerlingen in contact komen met veel en
verschillend taalgebruik;
 Taalruimte creëren, zodat er voldoende beurtruimte voor leerlingen is om in een veilige omgeving te
oefenen met taal;
 Taalontwikkelingsgerichte feedback geven op de inhoud en de vorm;
 Interactiefeedback geven op de interactiepatronen van leerlingen die met elkaar in gesprek zijn, zodat
leerlingen nadenken over gespreksregels en de effecten van hun communicatie;
 Gerichte vragen stellen, zodat je leerlingen op betekenisvolle wijze uitnodigt om deel te nemen aan
gesprekken en hun gedachten te verwoorden;
 (Complexe) cognitieve taalfuncties stimuleren, zodat leerlingen allerlei taaldenkrelaties leren
gebruiken;
 In gesprekken beurten verdelen;
 Taalontwikkelingsgericht observeren, zodat je kunt inschatten hoe de taalontwikkeling van leerlingen
verloopt;
 Praatsoorten gebruiken als kapstok om van daaruit gericht te werken aan mondelinge
taalvaardigheden;
 Leerlingen ondersteunen met spreek-, luister- en gespreksstrategieën;
 Luister- en spreekdoelen concreet benoemen voor leerlingen;
 Met leerlingen reflecteren op bedoeling, proces en effect;

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisannespabo. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

61231 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.89  193x  sold
  • (22)
Add to cart
Added