Een uitwerking van alle lesdoelen met voorbeelden en begrippen, samen met een samenvattend lijstje met begrippen en alle filosofen die aan bod komen. Cijfer gehaald: 8,6.
Hoofdstuk 2: Ethiek - begrippen, filosofen en uitgewerkte leerdoelen
Hoofdstuk 4: Cultuurfilosofie - begrippen, filosofen en u...
Hoofdstuk 2: ethiek. hoofdstuk 4: cultuurfilosofie komt uit de verouderde versie.
February 22, 2021
17
2020/2021
Summary
Subjects
ethiek
cultuurfilosofie
marx
karl marx
nietzsche
aristoteles
bentham
kant
john stuart mill
moreel
moraal
cultuur
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Secondary school
VWO / Gymnasium
Filosofie
5
All documents for this subject (387)
Seller
Follow
stuviastudente0
Reviews received
Content preview
ALLE LESDOELEN ETHIEK EN CULTUURFILOSOFIE 1 EN 2
Hoofdstuk 2 Ethiek
Samenvatting Ethiek:
Begrippen:
Plichtethiek (deontologie)
o Normen die universeel gelden waarna juist gehandeld dient te worden
o Moet je willen dat het een universele regel wordt waarna jij handelt?
Categorische imperatief – Handelen volgens maximen en een ander nooit
alleen als middel gebruiken.
Gevolgenethiek (consequentialisme – utilisme)
o Wat zijn de gevolgen van de handelingen?
o Je bent verplicht de handeling te kiezen wat het grootste geluk brengt
o Alleen intrinsieke waarde telt
Bezwaren tegen het utilisme:
o Eigen ambities altijd minder belangrijk dan het geluk voor de grote
groep
o Soms moet je iets doen wat niet juist is
o De minderheid is altijd de dupe van wat geluk is voor de meerderheid
o Verwachte gevolgen (van geluk) zijn niet altijd te voorzien
o Geluk is moeilijk meetbaar
Deugdethiek
o Ontwikkel deugden om het goede te doen en zou eudaimonia te
bereiken
o Kardinale deugden – matigheid, dapperheid, bedachtzaamheid en
rechtvaardigheid
o Vind het juiste midden – gematigd
Eudaimonia – voortreffelijk gelukt als mens, je doet steeds het goede en je
hebt geluk
Moraal relativisme – of morele achtingen juist zijn hangt af van
omstandigheden, geen rationele manier om meningsverschil over moraliteit op
te lossen
Anti-relativisme/universalisme – morele stellingen zijn altijd en voor
iedereen juist en waar
Herenmoraal – op eigen kracht te vertrouwen en is sterk, dominant en sterk
Slavenmoraal – medelijden en goedkeuring nodig om staande te lijven, naïef
en braaf
Übermensch – schept eigen waarden op kracht en vitaliteit, laat zich niet
bepalen door de heersende moraal en volgt die niet blind, verwerpt de
slavenmoraal.
,Filosofen:
Jeremy Bentham – consequentialisme en utilisme
o Afwezigheid pijn, aanwezigheid geluk
o Hedonistische calculus (kracht x duur plezier – kracht x duur pijn)
o 7 criteria: intensiteit, duur, zekerheid, nabijheid, productiviteit,
zuiverheid en reikwijdte
John Stuart Mill – consequentialisme en utilisme
o Hoger/duurzamer/beter en lager/makkelijker/minder geluk
Welke ‘regel’ brengt het grootste geluk op lange termijn
o Genot van hogere soort – je ontwikkelt jezelf ermee
Immanuel Kant – plichtethiek
o De mens is rationeel en denkt volgens de Rede
o Elk mens denkt op dezelfde manier rationeel
o Handel volgens maximen (principen) waarvan je kunt willen dat het een
universele regel wordt
o Behandel een ander nooit alleen als middel, maar ook als doel
Erken een anders intrinsieke waarde
Friedrich Nietzsche – deugdethiek
o De filosoof met de hamer – kritiek op traditionele en religieuze
gewoonten
o Heren- en slavenmoraal
De Übermensch als voortreffelijk mens met herenmoraal
Socrates – deugdethiek
o Eudaimonia – elk mens streeft naar geluk
Als je weet wat je moet doen om gelukkig te zijn, dan doe je dat
ook
Als je toch verkeerd handelt, gebeurt dit uit onwetendheid
o Hoe kun je zo deugdzaam mogelijk zijn?
Vroom, rechtvaardig, wijs en moedig
Plato – deugdethiek
o Ideeënleer en anamnese van de ziel
o Universele ethische waarden
Aristoteles – deugdethiek
o Teleologisch wereldbeeld – alles heeft een doel
o Wat is de beste handelswijze en houding in deze situatie?
o Het juiste midden van de kardinale deugden:
Gematigdheid, rechtvaardig, wijs, moedig
o Arrète (voortreffelijkheid) bij de best ontwikkelde deugden
,UITGEWERKTE LEERDOELEN:
Paragraaf 2.1.1
Je kunt het begrip ethiek uitleggen en in een voorbeeld herkennen en
toepassen.
Ethiek is een manier om vast te stellen of een handeling wel of niet gerechtvaardigd
kan worden in de omgang met onszelf en anderen door middel van de moraal:
normen en waarden. De ethiek achterhaalt wat juist is om te doen volgens de
moraal. Het ontwikkelt argumenten die voor iedereen aanvaardbaar zijn.
Je kunt de begrippen waarde en norm uitleggen en in een voorbeeld
herkennen en toepassen.
Een waarde is iets wat een mens belangrijk vindt: rechtvaardigheid
De norm is de regel die daarbij hoort: iedereen dient hetzelfde worden behandelt etc.
Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen descriptief en normatief
(prescriptief) en in een voorbeeld herkennen en toepassen.
Descriptief: beschrijving morele opvatting van een groep/samenleving
Normatief: theorieën over hoe mensen moreel juist moet handelen
Je beschrijft wat de normen in een samenleving zijn en wat die zouden moeten zijn.
Je kunt uitleggen wat een moreel dilemma is en in een voorbeeld herkennen
en toepassen.
Een moreel dilemma is een keuze waarin je moet kiezen tussen twee waarden die je
belangrijk vindt. Twee waarden botsen hier met elkaar en het kiezen voor de ene
waarde gaat ten koste van de andere waarde.
Stel jij vind stelen iets slechts en je waarde is: diefstal is slecht, maar vervolgens zie
jij iemand medicijnen voor zijn doodzieke moeder stelen die geen geld hebben om ze
te kopen. Hierbij hoort de waarde: iedere zieke heeft recht op medicijnen.
Ook in ziekenhuizen en de drukte (denk aan drukte op IC) daar kunnen tot morele
dilemma’s zorgen. Hiervoor is een draaiboek gemaakt die gevolgd dient te worden.
Paragraaf 2.1.2
Je kunt het standpunt van het moreel relativisme uitleggen en vergelijken met
het standpunt van de anti-relativisten of universalisten. (Dit onderwerp wordt
ook behandeld in H8 Cultuurfilosofie: cultuur als en norm en cultuur als
verschil en met name in paragraaf 8.6.3)
Het moreel relativisme stelt dat morele achtingen juist of onjuist zijn op
verschillende plekken, tijdstippen en omstandigheden. Mensen kunnen verschillende
meningen hebben over wat moreel juist of onjuist is. De ene mening is niet meer
waard dan de andere. Er is geen rationele manier om een meningsverschil over de
moreel op te lossen.
De anti-relativisten, of universalisten zeggen dat morele stellingen overal te allen
tijde en onder elk denkbare omstandigheden hetzelfde geldt. Ook zijn ze hetzelfde
, voor iedereen en wie dat niet vind kan rationeel beredeneerd worden. Het is een
morele waarheid en voor iedereen juist (of onjuist).
Paragraaf 2.2.1 – 2.2.2
Je kunt uitleggen dat de morele wet volgens Kant gebaseerd is op de rede en
altijd en voor iedereen geldt.
De rede is het logisch denken en redeneren op basis van empirisch en logisch bewijs
en het rationalisme. De mens is een rationeel wezen en het verstand is logisch
denkend. Dit/de rede is hetzelfde voor ieder mens. Je handelt alleen volgens
maximen (principen) waarvan je kunt willen dat het een algemene regel wordt voor
alle mensen (universeel). Dit is dan ook je plicht: als jij het oké vindt om een keer uit
te slapen ipv naar school te gaan vind je dat iedereen dat mag doen.
Je kunt Kant plaatsen in de Verlichting en aangeven wat de waardigheid van
de mens is.
De mens is logisch, rationeel en redelijk en heeft de rede, dit deel je met alle
mensen. Mensen denken allemaal op dezelfde manier rationeel. Het meest redelijke
is handelen volgens de goede wil. Goede wil = wat moet ik doen? Wat het allerbeste
is. Op deze manier dachten mensen in de Verlichting. Tijdens de Verlichting was
rationaliteit belangrijk, Kant zag de mens ook als rationeel wezen.
Je kunt uitleggen dat de categorische imperatief de regel is waarop je je
handelen moet baseren wil je voldoen aan de morele wet.
Wat moet ik doen in deze situatie? Wat is mijn plicht? Hier kom je achter door te
denken volgens de twee regels van de categorische imperatief:
1. Handel alleen volgens maximen waarvan je kunt willen dat het algemene regel
wordt voor iedereen
2. Behandel een ander nooit alleen als middel maar ook als doel.
Zo houd je je aan de morele wet die universeel is. De gehele plichtethiek zou
wereldwijd moeten gelden.
Je kunt de twee versies van de categorische imperatief herkennen, uitleggen
en in een nieuwe context toepassen.
1. Handel alleen volgens maximen waarvan je kunt willen dat het algemene regel
wordt voor iedereen. Als jij het oké vindt om een ochtend te spijbelen moet je
ook willen dat dit universeel voor iedereen geldt.
2. Behandel een ander nooit alleen als middel maar ook als doel. Als jij wilt dat je
een goed toets cijfer haalt en bij een ander gaat afkijken gebruik je hem als
middel. Je moet hem ook als doel gebruiken door samen te leren of (niet
helemaal moreel juist) diegene ook bij jou te laten afkijken. Je moet iemand in
zijn intrinsieke waarde erkennen en niet alleen gebruiken.
Je kunt de voordelen en de nadelen van het volgen van de plicht, de morele
wet, bespreken en tegen elkaar kritisch afwegen.
Voordelen: rechtvaardig en moreel juist leven brengt een goed leven. Liegen kan
niet meer.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stuviastudente0. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.69. You're not tied to anything after your purchase.