Radiologie
1. Röntgenologie
Röntgenstraling
Röntgenstralen -> elektromagnetische stralen of golven. Planten zich voort met golflengte van ca. 0,5
– 0,001 nm.
Golflengte: afstand tussen 2 punten waarin golf zich voortbeweegt.
Licht: golflengte tussen 760 – 400 nm.
Door dezelfde snelheid straling makkelijker doordringen in verschillende stoffen dan licht ->
doordringbaar vermogen.
Quanten/fotonen -> energiepakketjes uitgestraald door elektronenbuis/elektromagnetische straling.
Vermogen om bij botsing met atomen op metalen plaat straling vrij te laten komen in vorm
van schieten van elektronen -> atomen krijgen elektrische lading -> gammastraling of
röntgenstraling (afhankelijk van energie) -> ioniserende straling.
Quanten/fotonen botsen tegen atomen -> elektronen komen los -> atomen worden elektrisch
geladen -> ioniserende straling.
Het opwekken van röntgenstraling
Röntgenbuis -> kathode en anode tegenover elkaar.
Kathode: bestaat uit wolfram, soort spiraaldraad.
Als er stroom door gaat, gloeit de draag en zendt het elektronen en licht uit -> elektronen
door buis richting anode -> want anode is positief geladen.
Anode: bestaat uit wolfram.
Spanningsverschil veroorzaakt tussen anode en kathode -> elektronen met hoge snelheid richting
anode en botsen tegen wolfram -> ontstaat röntgenstraling (1%) en warmte (99%).
Draaiende anode -> steeds ander stuk van wolframdraad geraakt -> hoeveelheid warmte laag
houden.
Röntgenapparaten hoge capaciteit door draaiende anode.
Eigenschappen
3 eigenschappen:
- Doordringend vermogen
- Werking fotografische plaat
- Vermogen van ioniserende straling om te luminisceren (uitzenden van licht)
De eigenschappen van röntgenstralen
Zowel positieve als negatieve eigenschappen.
, Het doordringend vermogen
Röntgenstraling kan door een object heen stralen. Het is afhankelijk van eigenschappen van materie:
- Dikte van object of weefsel
o Hoe dunner -> hoe minder straling/absorptie
- Atoomnummer van materie waaruit object of weefsel bestaat
o Hoe hoger -> hoe meer straling er geabsorbeerd kan worden
- De dichtheid van materie
o Hoe hoger -> hoe meer straling geabsorbeerd kan worden
- Hoe zwaarder materie, hoe minder doorlaatbaar
Het deel dat doorgelaten wordt, komt terecht op lichtgevoelige plaat. Het deel dat niet doorgelaten
worden (geabsorbeerd wordt), komt niet of minder op de plaat -> er ontstaat een afbeelding.
Bot -> hoger atoomgetal dan weke delen -> absorbeert meer straling.
Longen -> gelijk atoomgetal, maar lagere dichtheid dan bot -> laten meer straling door.
Harde straling: Hoe meer energie-inhoud van straling, hoe korter golflengte, hoe minder straling er
geabsorbeerd wordt door weefsels.
Zachte straling: Hoe minder energie-inhoud van straling, hoe langer golflengte, hoe meer straling er
geabsorbeerd wordt door weefsels.
Naast straling die op weefsels komt, heb je straling die het weefsel niet raakt, het kan door botsing
met andere materie van richting veranderen -> strooistraling.
Hiertegen moet je je beschermen. Het is zwakker dan oorspronkelijke straling.
Divergerende stralenbundel
Röntgenstralen verlaten röntgenbuis via venster als divergerende stralenbundel (uiteenlopende). De
stralenbundel wordt niet afgebogen.
De stralenbundel die de tafel raakt is daarom veel wijder.
Schadelijke effecten: o.a. groeibelemmering van weefsel, verwoesting van epitheel, opwekken van
ontsteking en beschadigen van genen. Vooral weefsels met veel celdeling worden getroffen.
Conventionele radiologie
Röntgenapparatuur
Basisprincipes van opwekken van röntgenstraling hetzelfde.
De röntgenbuis
Een kathode en anode tegenover elkaar. Wolfram -> negatief geladen en lage stroomspanning (ca. 18
V). Als er stroom door wordt geleid, gloeit de draad -> zendt elektronen en licht uit.
KNAP: kathode negatief, anode positief
Elektronen: kleine deeltjes met negatieve lading. Worden aangetrokken door anode. Er ontstaat een
groot spanningsverschil (50.000 – 125.000 V).
Op glaswand van röntgenbuis laag olie -> warmte afvoeren. Olie ook door afkoeling als elektrische
isolatie.
Bij draaiende anode -> minder warmte, daardoor hoger vermogen.
Rondom röntgenbuis dikke laag lood -> hoog atoomnummer en grote dichtheid. Loodlaag van 2 mm
kan röntgenstraling tegenhouden. Op plek waar deze laag ontbreekt zoekt straling uitweg.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marchaslagter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.18. You're not tied to anything after your purchase.