Hoofdstuk 2
Vluchtelingen en asielzoekers
Geldige reden voor onderdak van vluchtelingen: Oorlogsgeweld of vervolging. Voldoet de
vluchteling hier niet aan, dan wordt die bij de grens weer weggestuurd. Wanneer er niet
zeker is of de situatie voldoende bedreigend is wordt een lange onderzoeksprocedure
gestart, de vluchteling krijgt de stempel asielzoeker en wordt opgevangen in een
asielzoekerscentra.
Inburgering
Sinds 1998 is het verplicht een inburgeringscursus te doen, waarom?
- Nederlandse taal kunnen spreken
- Kennis hebben van het functioneren van onze maatschappij
- Op de hoogte zijn van de rechten en plichten die zij hebben
Er is grote onduidelijkheid over de verantwoordelijkheid en financiering van de cursus en de
wachtlijsten zijn lang. 1/5 verlaat de cursus voortijdig, slechts een klein deel van de
deelnemers haalt het beoogde niveau.
Leeftijdsopbouw en geboorten
Het lijkt alsof er bij niet-westerse allochtonen meel geboortes zijn;
- Er komt er in westerse landen veel vergrijzing voor (vruchtbaarheid neemt af)
- Het aantal geboortes daalt snel door welvaartsverhoging en aanpassing aan westerse
cultuur
De arbeidsmarkt
In de jaren ’80 was er grote werkloosheid in Nederland, vooral voor de allochtone
minderheid omdat veel productiewerk verdween, waarin de meeste allochtonen werkten.
Het zoekgedrag van allochtonen is anders;
- Vragen eerder rond in eigen kringen
- Hebben een grote onderwijsachterstand
- Discriminatie op de arbeidsmarkt
Opleidingsniveau
Het lage opleidingsniveau van allochtonen aan de hand van een aantal sociale factoren;
- Groot verschil in woordenschat tussen de lage en hoge opleidingsniveaus.
- Groot verschil in leerstimulering.
- Bij sprake van thuiswerk kan het verschil in huisvesting een rol spelen
- Normen en waarden in een school zijn voornamelijk die van hoge sociale milieus.
Daarom is het voor kinderen uit de lage sociale milieus moeilijk aanpassen.
Zwarte en witte scholen
De concentratie van allochtonen binnen ‘zwarte’ scholen wordt versterkt door ‘witte vlucht’.
Autochtone ouders halen hun kinderen van ‘zwarte’ scholen af omdat ze bang zijn voor
verlaging van het onderwijsniveau door de hoge concentratie van allochtonen.
, Nieuwe nieuwkomers
Het gaat om tientallen nationaliteiten en culturele achtergronden, waarvan een groot deel
relatief hoog opgeleid is en er sprake is van een spreiding over Nederland. Wel hebben zij
gemeenschappelijk dat zij de taal niet spreken en geen kennis hebben van de Nederlandse
samenleving.
Integratie als maatschappelijke noodzaak
Wanneer zich in een samenleving een onderlaag dreigt te vormen, kan de samenleving in
een vicieuze cirkel terechtkomen:
Achterstand arbeidsmarkt achterstand woonomgeving afwijkende levensstijlen
criminaliteit en demoralisering afgrensbare en relatief stabiele sociale onderlaag.
Het ontbreekt aan mogelijkheden om te stijgen op de sociale ladder, hangt dit samen met
een bepaalde de groep, dan kan er een negatieve associatie ontstaan vooroordelen en
discriminatie.
Hoofdstuk 3
Sociale categorisatie
Ons brein vormt categorieën waar indrukken in soorten worden ondergebracht.
Generaliseren = Specifieke, gemeenschappelijke kenmerken benadrukt en individuele
kenmerken genegeerd.
Inferentie = Eenmaal geplaatst in een bepaalde categorie, zijn wij geneigd alle
andere kenmerken horende bij die categorie toe te kennen aan dat
object of die persoon.
Inductieve inferentie Wanneer we op basis van een beperkt aantal waarnemingen
generaliserend gaan denken. Informatie referentie
Deductieve inferentieWanneer we al een oordeel hebben gevormd voordat we de personen
ontmoeten. Referentie vooroordeel
Stereotypen
Oordelen over eigenschappen of gedragingen van leden van groepen die niet of
onvoldoende op feiten zijn gebaseerd. Dit kan ons gedrag beïnvloeden. Stereotypen zijn
cultureel bepaald en zijn dus aan veranderingen onderhevig.
Het Pygmalion-effect
Wanneer je bepaald gedrag van anderen verwacht, beïnvloedt dit je eigen gedrag,
onbewust, zodanig, dat het voorspelde gedrag van die anderen daarom wordt opgeroepen.
Wanneer een leraar positieve of negatieve ontwikkelingen bij een leerling verwacht, gaat de
leraar zich op een bepaalde manier gedragen waardoor die ontwikkeling bij de leerling ook
daadwerkelijk plaats gaat vinden.
Vooroordelen
Wanneer wij negatieve ervaringen hebben met enkele personen en wij plaatsen hen bij een
bepaalde groep, kan dit leiden tot afkeer tegen de hele groep, deze afkeer kan ook
overgedragen zijn in de familie, of van horen zeggen. Wanneer de afkeer gekoppeld is aan
een generaliserend denkbeeld over een categorie mensen, spreken we van een vooroordeel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller CosetteUnique. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.42. You're not tied to anything after your purchase.