Antwoorden en toelichting van de Examenbundel Opgaven (los en in een bundel te vinden op mijn profiel).
Inhoud:
Atoombouw en Chemische Binding, Reactievergelijkingen, Rekenen in de Chemie, Evenwichten, Reactiesnelheid en Reactiemechanismen, Reactiewarmte, Zuren en Basen, Koolstofchemie, Koolstofc...
,Uitwerkingenbundel vwo scheikunde
Copyright 2016 – Dr. J. Marcus
Kijk voor meer informatie op: www.aljevragen.nl
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze opgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd
gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door foto-
kopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.
v18.0
,INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1
3 Atoombouw en Chemische binding
HOOFDSTUK 2
7 Reactievergelijkingen
HOOFDSTUK 3
9 Rekenen in de chemie
HOOFDSTUK 4
19 Evenwichten
HOOFDSTUK 5
27 Reactiesnelheid en Reactiemechanismen
1 Bij A: extractie Bij B: filtratie Bij C: afval (van zaden)
Bij D: destillatie Bij E: hexaan (hergebruik)
2 Eindexamen 00I
• stel de reactievergelijking op: 2 HPO42– + H2PO4– → P3Oy–x + H2O (volgt uit de opgave)
• gelijkmaken van het aantal waterstofatomen geeft: 2 HPO42– + H2PO4– → P3Oy–x + 2 H2O
• met andere woorden y = 10 en x = 5 → dus de formule is Na5P3O10
3 Eindexamen 01II
a.
• het zout is neutraal van lading → het totale aantal plusladingen moet dus gelijk zijn aan het
aantal minladingen
• 2·(1 – x) + 3·x = 2·(1) + 0,3·(1) geeft 2 + x = 2,3 → x = 0,3
b.
• 10% van alle Cl– is vervangen door WO42– → dit betekent: 0,3 × 0,1 = 0,03 → maar iedere
WO42– komt van 2 Cl– dus z = 0,03
2
= 0,015
• 90% van alle Cl– blijft als Cl– aanwezig → dit betekent: 0,3 × 0,9 = 0,27 dus y = 0,27
4 Eindexamen 97II
De lading van vanadium in V2O2P2O7 is V4+. De lading van vanadium in V2OP2O7 is V3+.
5 Eindexamen 07I
Pb3(OH)2(CO3)2
6 scheidingsmethode 1: filtratie (of bezinken en afschenken)
scheidingsmethode 2: indampen (of destilleren)
stof A: koper(II)oxide (de overmaat)
7 Eindexamen 05I
Een molecuul polyvinylalcohol kan door de aanwezigheid van OH groepen beter waterstofbruggen
met watermoleculen vormen dan een molecuul polyvinylketon. Hierdoor lost polyvinylalcohol dus
beter op in water dan polyvinylketon.
Opmerking: Ook een antwoord als: “Polyvinylalcohol is door de aanwezigheid van OH groepen meer polair
dan polyvinylketon.” is goed.
b. Een molecuul 4-hydroxybenzeencarbonzuur kan geen inwendige H-bruggen vormen en heeft
hierdoor dus meer mogelijkheden voor de vorming van H-bruggen tussen verschillende
moleculen dan een molecuul salicylzuur. De onderlinge aantrekkende krachten in
4-hydroxybenzeencarbonzuur zijn hierdoor groter. Conclusie: 4-hydroxybenzeencarbonzuur zal
een hoger smeltpunt hebben dan salicylzuur.
9 Eindexamen 11II
CH3 CH3 H
CH3 C O H O
CH3
H
O H
10 Eindexamen 92II
a.
Atoombinding
b.
Alle koolstofatomen in diamant zijn tetraëdrisch gerangschikt.
Toelichting: tetraëdrisch wil zeggen dat elk koolstofatoom door vier andere koolstofatomen is
omringd in hoeken van 109,5°.
11 Eindexamen 87I
Zwarte fosfor is opgebouwd volgens een atoomrooster. Om de P-atomen hierin los te maken, moeten
voor elk P-atoom atoombindingen met naburige P-atomen verbroken worden. Dit kost veel energie.
Witte fosfor is opgebouwd volgens een molecuulrooster. Om de P4-moleculen hierin los te maken,
hoeven slechts (zwakke) vanderwaalsbindingen tussen de P4-moleculen onderling te worden verbroken.
Het verbreken van vanderwaalsbindingen kost veel minder energie dan het verbreken van
atoombindingen. Witte fosfor zal daarom bij veel lagere temperaturen smelten dan zwarte fosfor.
a.
Het N atoom heeft 5 valentie-elektronen en het O atoom heeft 6 valentie-elektronen. In het NO
molecuul zijn 11 elektronen betrokken bij de Lewisstructuur. Omdat elektronen paarsgewijs
voorkomen, moet dus één niet-gepaard elektron voorkomen.
of
Het N atoom heeft 7 elektronen en het O atoom heeft 8 elektronen. In het NO molecuul komen 15
elektronen voor. Omdat elektronen paarsgewijs voorkomen, moet dus één niet-gepaard elektron
voorkomen.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stuviastudente0. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.63. You're not tied to anything after your purchase.