Deze samenvatting help je op weg bij het leren van de toets ontwikkelingspsychologie! Alle belangrijke informatie en begrippen zijn beschreven en omschreven.
Succes met leren!
Ontwikkelingspsychologie
Hoofdstuk 1:
Definitie van ontwikkeling = ontwikkeling wordt opgevat als een reeks progressieve
veranderingen die tot differentiatie en hogere niveaus van functioneren leiden.
Kenmerken van ontwikkeling:
Een getrapt proces waarbij elke volgende trede op een hoger niveau staat
Rijping door groei en differentiatie (van klein naar groot & van eenvoudig naar
complex)
Leren -> het verwerven van kennis en vaardigheden door ervaring
De ontwikkelingspsychologie wil ontwikkelingsprocessen beschrijven en verklaren en
houdt zich bezig met 2 fundamentele kwesties:
1. Welke psychologische toestanden doorlopen individuen tijdens hun ontwikkeling?
2. Welke mechanismen zijn verantwoordelijk voor de overgang van de ene toestand
naar de volgende?
Verschillende levensfasen:
1. Babyperiode 0-12 maanden
2. Peuterperiode 1-4 jaar
3. Kleuterperiode 4-6 jaar
4. Schoolperiode 6-12 jaar
5. Adolescentie 12-18 jaar
Babyperiode -> 0 12 maanden:
Het kind kan nog niet lopen en de motorische ontwikkeling gaat razend snel. In deze periode
ontstaat de eerste gehechtheidsrelatie.
Peuterperiode -> 1-4 jaar:
Een peuter is ondernemend en zelfbewust. Nieuwe ervaringen zorgen voor
verkenningsmogelijkheden en leerervaringen. De belangrijkste is taalontwikkeling die een
basis vormt voor sociale en communicatieve vaardigheden. Ook zijn peuters erg
egocentrisch.
Kleuterperiode -> 4-6 jaar:
Kleuters zijn meer gericht op andere kinderen dan peuters en beschikken over een rijke
fantasie.
Schoolperiode -> 6-12 jaar:
Deze periode komt overeen met de basisschoolperiode. Onderwijs speelt een belangrijke rol.
Kinderen ontmoeten in deze periode veel andere kinderen door sport- of hobbyactiviteiten.
Adolescentie -> 12-18 jaar:
Begin van de puberteit en de periode van geslachtsrijping. Het overgrote deel van de
jeugdigen in deze groep volgt voorgezet onderwijs. Een belangrijk aspect is de ontwikkeling
van seksualiteit en identiteit.
Ontwikkelingspsychologie in historisch perspectief:
Voor de 18e eeuw was men nauwelijks in kinderen en hun specifieke ontwikkeling
geïnteresseerd.
Filosoof Locke (1632-1704) -> presenteerde het tabula rasa-principe: elk kind komt als
onbeschreven blad ter wereld en wordt gevorm door zijn ervaringen. Een strikte opvoeding
zou leiden tot optimale zelfdiscipline en vorming van de geest.
,Filosoof Rousseau (1712-1778) -> zag het kind als actief en onderzoekend wezen. Het kind
zou slechts respect, ruimte ne stimulans nodig hebben en zo min mogelijk correctie voor een
optimale ontwikkeling.
Charles Darwin (1809-1882) -> deed onderzoek naar ontwikkeling van menselijk gedrag en
observeerde de eerste drie levensjaren van zijn zoontje.
De eerste onderzoekers observeerden, schreven hun waarnemingen op en voegden daar
interpretaties aan toe.
Om onderzoek wetenschappelijk te noemen moet het aan bepaalde eisen voldoen,
zoals:
1. Waarheid
2. Objectiviteit
3. Rationaliteit
De onderzoekers maken gebruik van experimenteren -> oorzaak en gevolg
Om een eigenschap te meten moet deze geoperationaliseerd worden. De meting van een
eigenschap moet betrouwbaar en valide zijn.
Betrouwbaar = de meting levert ongeacht het tijdstip en de persoon, steeds hetzelfde
resultaat.
Valide = het meetinstrument meet daadwerkelijk wat het moet meten.
Instrumenten om gegevens over kinderen te verzamelen:
1. Observatie -> vooral bij kleine kinderen van belang, zo onopvallend mogelijk. Door
video-opnamen of in een natuurlijke omgeving.
2. Interviews en vragenlijsten (gesloten of open) -> het kind moet voldoende
taalvaardigheid hebben, het kind kan onder druk komen te staan doordat het denk
dat maar één antwoord het juiste is. Ook zijn de antwoorden niet altijd objectief.
Om de ontwikkeling van kinderen te meten gebruikt men verschillende
onderzoeksmethoden:
1. Dwarsdoorsnede-onderzoek -> vergelijkt de meetresultaten van groepen kinderen
van verschillende leeftijden op een specifiek moment.
Voordeel = dit werkt kostenbesparend.
Nadeel = verschil tussen leeftijdsgenoten kan worden aangezien voor een
ontwikkelingseffect terwijl het om een generatieverschil gaat. Ook kan er niks gezegd
worden over individuele ontwikkeling.
2. Longitudinaal onderzoek -> het meten van gedrag van kinderen op een bepaald
tijdstip wordt na verloop van de tijd herhaald.
Voordeel = de individuele ontwikkeling kan worden gemeten en generatie-effecten
blijven
Nadeel = het is kostbaar en tijdrovend. De relevantie van het onderzoek en de
belangstelling voor het onderwerpt wordt achterhaald.
Cohort = een groep mensen met hetzelfde geboortejaar
Cohorteffect = invloed die specifieke tijdgebonden maatschappelijke gebeurtenissen op een
cohort kunnen hebben.
Hoofdstuk 2:
Ontwikkelingspsychologen houden zich intensief bezig met de vraag: wordt gedrag en
ontwikkeling bepaald worden door aangeboren factoren (aanleg) of door ervaringsfactoren
(omgeving).
Nature = aanleg -> nativisten
, Nurture = omgeving -> omgevingspsychologen
Nativisten Freud en Piaget zien ontwikkeling als een proces dat sprongsgewijs verloopt en
onderscheiden leeftijdsfasen of stadia.
Ook hechten nativisten meer belang aan algemene biologische processen.
De omgevingspsychologen zien ontwikkeling als een continu proces dat onder invloed van
verschillende omgevingsinvloeden juist tot individuele verschillen leidt. Het zijn geen echte
ontwikkelingstheorieën, omdat deze processen bij kinderen niet anders verlopen dan bij
volwassen.
Freud onderscheidde 3 aspecten van de menselijke geest:
1. Es = heeft als enig doel bevrediging van driften
2. Ich = ‘ego’. Wil de driften beteugelen, het vertegenwoordigt het realistische element
in de persoonlijkheid en buigt de driften om naar acceptabel gedrag.
3. Über-ich = ‘super ego’. Vertegenwoordigt onze innerlijke rechter, de morele
standaard of het geweten.
Freud onderscheidt de volgende ontwikkelingsstadia:
1. Orale fase 0-1 jaar
2. Anale fase 1-3 jaar
3. Fallische fase 3-6 jaar
4. Latentiefase 6-12 jaar
5. Genitale fase na 12 jaar
Orale fase -> 0-1 jaar:
De mond is de erogene zone. Het Es is alom aanwezig en er bestaat aan sterke orale
behoefte die de baby wil bevredigen.
Anale fase -> 1-3 jaar:
De anus is de erogene zone. Het Ich komt in actie wanneer het kind aan de wens van de
ouders om zindelijk te worden tegemoetkomt.
Fallische fase -> 3-6 jaar:
Het genitale gebied is de erogene zone. Het Über-ich komt tot ontwikkeling wanneer het kind
zich identificeert met de ouder en diens morele waarden.
Latentiefase -> 6-12 jaar:
Het heet de latentiefase, omdat het kind de seksualiteit onderdrukt of kanaliseert. Het is de
stilte voor de storm van de puberteit.
Genitale fase -> na 12 jaar:
De lichamelijke veranderingen worden een centrum van erotische genoegens. De puberteit
begint en de puber gaat op een seksuele verkenningstocht.
Cognitieve ontwikkelingsmodel van Jean Piaget = het gedrag is een weerspiegeling van
het denk- en kennisniveau.
Hij beschouwde intelligentie als levensfunctie die mensen in staat stelt zich aan te passen
aan hun omgeving. Bouwstenen zijn schema’s, ofwel cognitieve structuren.
De eerste functie van intelligentie is het organiseren van de beschikbare schema’s en
samenhangende complexere systemen of kennisgebieden.
Schema’s kunnen verwijzen naar handelingen, gedachten en zijn flexibel -> ze worden
aangepast en uitgebreid door toenemende ervaring en rijping.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller celm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.