Het strafrecht is onder te verdelen in het materieel en formeel strafrecht.
Materieel strafrecht: Welke menselijke gedraging(en) zijn strafbaar en welke sancties op
het plegen van een bepaald strafbaar gesteld gedrag dienen te volgen.
Formeel strafrecht: Bevat voorschriften die omschrijven hoe de strafrechtelijke procedure
dient plaats te vinden.
Belangrijkste bronnen: Het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering.
Deze worden ook wel het algemene straf- en procesrecht of commuun strafrecht
genoemd.
Bijzonder strafrecht: Strafrechtelijke bepalingen over specifieke onderwerpen zijn hierin
terug te vinden.
Gedragsnormen: Dergelijke normen zeggen iets over ons gedrag
Door een gedragsnorm op te schrijven wordt zij een rechtsnorm.
Gedragingen die in strijd zijn met rechtsnormen kunnen in beginsel tot strafbaar feit
verworden, hierbij gaat het om straffen dat niet in overeenstemming is met de geldende
rechtsnorm.
Schending rechtsnorm + geschreven reactie in het Wetboek van Strafrecht of in andere
strafbepaling = strafbaar feit.
De vergeldingstheorie: Gaat uit van de gedachte dat de overheid wraak moet nemen op
degene die onrecht pleegde. Wie onrecht is aangedaan, mag dit zelf vergelden en wel met
precies hetzelfde onrecht.
De absolute strafrechtstheorie houdt in dat de straf zijn grondslag vindt in het misdrijf.
De preventietheorie: De gedachte is dus dat met het straffen van personen wordt
voorkomen dat andere strafbare feiten zullen plegen. Deze preventietheorie kan worden
onderverdeeld in generale preventie en sociale preventie.
Generale preventie: De aanhangers van deze theorie willen dat anderen dan de misdadiger
zien wat er gebeurt als je een strafbaar feit pleegt.
Speciale preventie: De aanhangers beogen met het opleggen van een straf de misdadiger
zelf ervan te weerhouden in de toekomst misdaden te gaan plegen.
Absolute preventie: De dader wil door strafoplegging niet meer handelen zoals hij eerst
deed. Bijvoorbeeld een taakstraf.
Het strafrecht werkt bij speciale preventie op 3 wijzen:
1. Afschrikking voor de dader;
2. Verbetering in het gedrag van de dader;
3. De samenleving gaat erop vooruit nu de dader tijdelijk uit de samenleving is
verwijderd.
Een van de functie van het strafrecht is het voorkomen van ongecontroleerde wraak.
,Art. 113 GW: Daarin staat dat bestraffing door vrijheidsberoving van de burger exclusief is
voorbehouden aan een onpartijdige en benoemde rechter.
Ultimum remedium: Laatste oplossing, het strafrecht bestaat vanuit de gedachte dat het
pas moet worden toegepast als er geen redelijke alternatieve oplossingen kunnen worden
toegepast.
- Dient een bepaalde vorm van onrecht op strafrechtelijke wijze te worden
afgehandeld, omdat het handelen naar zijn aard als typisch misdadig of crimineel
moeten worden beoordeeld?
Het legaliteitsbeginsel: Burgers kunnen alleen in overeenstemming met neergeschreven
wetten worden gestraft.
5 nadere betekenissen:
1. Geen strafbaar feit zonder wet:
Een burger mag niet worden veroordeeld wanneer zijn gedrag niet onder een
bepaalde wettelijke strafbepaling valt.
2. Geen straf zonder wet:
Een burger mag niet worden veroordeeld wanneer zijn gedrag niet onder een
bepaalde wettelijke strafregeling valt.
3. Geen terugwerkende kracht:
Een burger kan veroordeeld voor een handeling die in strijd is met een wet die op dat
moment al in werking is getreden.
4. Geen analogische redeneringen:
Als de gedraging zelf niet uitdrukkelijk wordt gesanctioneerd in een wettelijke
bepaling, dan mogen we de gedraging niet “creatief” inlezen, omdat hij er veel op
lijkt.
5. Wetten moeten duidelijk genoeg zijn (lex certa):
Als een bepaalde gedraging schriftelijk in de wet strafbaar is gesteld, dan moet zij
ook duidelijk genoeg worden omschreven.
Hoofdstuk 2
Vier voorwaarden voor strafbaarheid:
1. Menselijke gedraging;
2. Delictsomschrijving;
3. Wederrechtelijkheid;
4. Schuld.g
De menselijke gedraging: Het moet gaan om iets wat gebeurd is en die gebeurtenis moet
ook door een menselijk individu gewild zijn. Daarbij moet het gaan om een door een mens
verrichte gedraging. Ook het niet handelen of nalaten, kan aangemerkt worden als een
gedraging.
De delictsomschrijving: Bestaat uit 2 onderdelen.
1. Bestaat uit een omschrijving van een gedraging = Delictsomschrijving
2. Uit de negatieve reactie op dit gedrag = sanctie norm
Strafbepaling = Delictsomschrijving + sanctienorm
Wederrechtelijkheid: De gedraging moet in strijd zijn met het objectieve recht.
,Aan schuld te wijten: Degene die de gedraging verricht, moet iets te verwijten zijn. Het
verwijt bestaat hieruit dat de verdachte de onwenselijke gedraging niet heeft vermeden
terwijl daartoe wel de reële mogelijkheid bestond.
Bestanddelen: Bestanddelen zijn voorwaarden voor de strafbaarheid die in de wettelijke
delictsomschrijving zijn terug te vinden.
Elementen: Elementen zijn voorwaarden voor de strafbaarheid die niet zijn opgenomen in
een wettelijke delictsomschrijving.
De elementen in het Nederlandse strafrecht zijn:
1. Wederrechtelijkheid;
2. Schuld.
Wanneer niet aan alle elementen is voldaan, kan er geen sprake zijn van een strafbaar feit.
Onderscheid tussen bestanddelen en elementen: Bewijsrecht
- De aanwezigheid van de elementen wordt in beginsel door de wetgever bij een
strafbaar feit verondersteld. Het vervullen van elementen hoeft niet bewezen te
worden, tenzij voor de rechter aannemelijk wordt gemaakt dat deze elementen niet
zouden zijn vervuld, vanwege schulduitsluitingsgronden.
Delictsvormen:
Binnen het Wetboek van Strafrecht wordt onderscheid gemaakt tussen zogenoemde formele
en materiële delicten.
Formele delicten: Bij formele delicten wordt in de delictsomschrijving de actieve handeling
ten aanzien van een bepaalde gedraging strafbaar gesteld.
Materiële delicten: Bij materiële delicten wordt in de delictsomschrijving het laten intreden
van een bepaald gevolg strafbaar gesteld.
Commissie delicten: Hierbij wordt in de delictsomschrijving een ‘handelen’ strafbaar
gesteld. Dit zijn specifieke handelingen die strafbaar zijn gesteld, omdat je iets deed wat je
niet had behoren te doen, ben je volgens deze delictsomschrijving strafbaar.
Omissiedelicten: Bij omissiedelicten wordt in de delictsomschrijving een ‘nalaten’ strafbaar
gesteld.
Onderscheid tussen:
Het delict waar de gekwalificeerde en geprivilegieerde delicten een variatie op vormen,
wordt het gronddelict genoemd.
Gekwalificeerde delict: Het overtreden van de gekwalificeerde vorm van een gronddelict
wordt de verdacht ‘extra’ aangerekend.
Geprivilegieerd delict: Bij een geprivilegieerd delict gaat het steeds om een afgezwakte
vorm van een ‘variatie’ op een bepaald recht.
In het commune strafrecht blijkt deze wetsduiding uit de plaatsing van het delict in het
wetboek. Het bestaat uit 3 boeken:
1. Het algemene doel;
2. De misdrijven;
, 3. De overtredingen.
Onderscheid tussen misdrijven en overtredingen:
- Een overtreding mag nooit gesanctioneerd worden met een gevangenisstraf.
- Daarnaast geeft het Wetboek van Strafvordering tal van bevoegdheden aan
opsporingsambtenaren indien sprake is van een misdrijf. Die bevoegdheden kunnen
dan blijkbaar niet worden uitgeoefend wanneer enkel sprake is van een overtreding.
Wetsduiding in bijzondere wetten:
De wet bepaalt of een gedraging in strijd met een delictsomschrijving als misdrijf of
overtreding moet worden gekwalificeerd.
Hoofdstuk 3
Opzet (Dolus): Dit is de 1e schuldvorm. Met opzet wordt bedoeld dat de dader zich bewust
is geweest van zijn handeling en dit ook heeft gewild.
Ingeblikte opzet: Hiermee wordt bedoeld dat in het werkwoord dat de gedraging omschrijft,
het opzet is verwerkt.
Er zijn 3 gradaties van opzet:
1. Oogmerk;
2. Opzet bij zekerheidsbewustzijn;
3. Voorwaardelijk opzet.
Oogmerk: Dit is de zwaarste vorm. Oogmerk kan worden omschreven als het uitvoeren van
een bepaalde handeling omdat men ervan is overtuigd dat een beoogd gevolg vervolgens
ook daadwerkelijk gaat intreden. De dader handelt willens en wetens om een naastgelegen
doel te bereiken. Het oogmerk houdt slechts in dat het naaste doel dient te worden bereikt.
Opzet bij zekerheidsbewustzijn: Wanneer iemand dat een zekere handeling naast zijn
oorspronkelijke bedoeling, ook andere gevolgen moet hebben en hij toch handelt, is het
weten dat dit gevolg toch intreedt, genoeg om opzet aan te nemen.
Voorwaardelijk opzet: Voorwaardelijk opzet, ook wel opzet bij mogelijkheidsbewustzijn, is
de minst zware vorm opzet. Voorwaardelijk opzet kan worden omschreven als de situatie
waarin iemand kon inzien dat het gevolg dat hij niet beoogde, wel zou kunnen intreden, en
hij desondanks toch zijn handeling voortzette.
Opzet is het strafrecht wordt ook wel eens omschreven als kleurloos opzet. Daarmee wordt
bedoeld dat het voor het bewijzen van een strafbare gedraging niet van belang is dat men
kwade intenties met de gedraging heeft gehad.
Voorwaarden:
- Het willens en wetens;
- Aanvaarden van de aanmerkelijke kans dat een bepaald gevolg intreedt en
- Een onverschillige of cynische houding ten opzichte van het gevolg.
De aanmerkelijke kans: Naast het bewust aanvaarden is de aanmerkelijke kans de andere
belangrijkste component voor voorwaardelijk opzet. Dit is afhankelijk van de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tamaragroen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.