HNE-28305 Metabolic Aspects Of Nutrition (HNE28305)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
veradewit1
Content preview
College 1 – Pathologie spijsverteringskanaal
----------------------------------------------------------------------------------
Afwijkingen in de mond
✓ Cariës → infectieziekte die leidt tot demineralisatie van tanden
▪ Suikers en voedingsresten stimuleren de groei en activiteit van de bacteriën
▪ Bacteriën in tandplaque produceren zuur
▪ Hierdoor lost calciumhydroxyapetitiet in het glazuur op
▪ Bacteriën kunnen toegang krijgen
tot dentine
▪ Cariës kan doorgaan tot de
tandzenuw
▪ Eindstadia afbraak van tanden
▪ GEVOLG: verlies van tanden &
kiezen, kiespijn door vrijkomen van
tandzenuw
✓ Parodontitis → ontsteking van het
tandvlees
▪ Gum tissue (=tandvlees)
▪ Zelfde bacteriën als bij de cariës (kunnen circulatie in gaan; hart- en vaatziekten)
▪ Zorgen voor het bloot komen te liggen van je tanden, waardoor je tanden los
kunnen komen te liggen
▪ GEVOLG: Kan een ernstig verloop hebben: kaakontsteking, coronaire
hartafwijkingen, herseninfarct en zwangerschapscomplicaties
Voedingsadvies voor mondaandoeningen: beperking van
suikerconsumptie (frequentie belangrijker dan hoeveelheid),
beperking zure voedingsmiddelen, goede gezondheid
- Enamel = tandglazuur (kalk), is bescherming laag tussen de
buitenkant en de dentine
- Dentine = bevat bloedvaten en zenuwbanen
De mond bevat 3 soorten speekselklieren:
• Parotid (bovenkant)
• Sublingual (kleinste speekselklier, onder de tong)
• Submandibular/submaxillary (onderin de kaak)
Functies speekselklieren:
- Bevochten van voedsel voor een soepele geleiding van voedsel door slokdarm
- Amylase voor eerste stap afbraak van zetmeel (klein beetje lipase voor afbraak
triglycerides)
1
, - Speeksel bevat: water (99,5), electrolyten, mucus, enzymen, antibacteriele en antivirale
compondenten → lysozym = maakt micro-organismen kapot en beschermt zo tegen
infecties door middel van IgA (vallen bacteriën aan)
Functies van de mond:
• Mechanische vertering
• Vloeibaar en glijbaar maken van het voedsel
• Begin vertering
- Vooral koolhydraten (a-amylase)
- Klein beetje vet (lingual lipase) → overgrote deel in de dunne darm!!
Aandoeningen van de maag
✓ Gastritis → ontsteking van het maagslijmvlies
▪ Symptomen: misselijk, braken, geen zin om te eten en pijn (aanwezig maagzuur
komt rechtstreeks om maagcellen)
▪ Oorzaken: veel koffie/alcohol, consumptie, roken, pijnstillers, helicobacter
▪ Oppervlakkig (niet door de maagwand heen zoals bij maagzweer), vaak meerdere
foci
✓ Maagzweer → ontstaan van een gezwel die naar binnen kan groeien en door de
muscularis mucosa heen kan gaan (gaat dus door de mucosa en submucosa)
▪ Symptomen: maagpijn, erger na het eten
▪ Oorzaken: vergelijkbaar met gastritis
Gevolgen van maagaandoeningen: anemie door bloedverlies, gewichtsverlies, tekort
vitamine B
Rugae – krinkels ontstaan voor
oppervlaktevergroting
Fundus – bovenkant (geen anatomische functie)
Caria – gebied waarbij het voedsel gelijk terecht
komt
Body – grootste gedeelte en heeft als functie
het kneden van het voedsel en enzymproductie
De maag bevat (in tegenstelling tot de darmen) 3 verschillende spieren:
✓ Circulair
✓ Longitudinaal
✓ Diagonaal
LET OP! In de maag vinden er 2 á 3 contracties plaats per minuut. In de darm vinden er tot
wel 8 contracties plaats.
2
,De wand van de dunne darm (en maag) bestaat van buiten naar binnen uit 4 lagen:
1. Serosa / adventitia = dunne bindweefsellaag met aan de buitenzijde mesotheel
(plaveiselepitheel)
2. Muscularis externa = longitudinale én circulaire spierlaag → BUITENKANT: longitudinaal,
BINNENKANT: circulair.
o Enterisch zenuwstelsel: plexus van Auerbach
3. Submucosa = dikke bindweefsellaag met bloed- en lymfevaten → bevatten individuele
en geaggregeerde lymfoïde follikels (Peyerse platen; nemen toe naar het einde van de
dunne darm door grote hoeveelheid bacteriën)
o Enterisch zenuwstelsel: plexus van Meissner
4. Mucosa = binnenste slijmvlieslaag,
microvilli. Deze geven het mucosale
oppervlak een wazige verschijning: de brush
border → bevat ‘goblet’ cellen
(slijmbekercellen, mucus) én entero-
endocriene cellen (produceren CCK en GIP)
• Muscularis mucosae = laagje
spiercellen
• Lamina propria = laagje bindweefsel
• Mucous membrane
De darmwand is sterk geplooid in villi en crypten. Deze crypten worden gastric pits genoemd
en bevatten 5 typen cellen (van boven naar beneden):
1) Pariëtele cellen → produceren en scheiden zoutzuur (HCl) uit en vitamine B
Actief transport; gebruik van ATP (enkel in de maag)
Actief Na+ uitscheiden gevolgd door K+ instroom
Cl- opname en bicarbonaatuitscheiding door splitsing in proton
- DOEL: netto H+ uitscheiding door uitwisseling met K+ → lumen maag
- Indirect actief transport = niet rechtstreeks gebruik van ATP (glucose/Na+ -
transport)
2) Chief cellen → uitscheiden pepsinogeen (enkel in de maag)
Enzym voor eiwitafbraak
Pepsinogeen wordt actief in maag en omgezet tot pepsine
3) Mucus surface cell → scheidt mucus uit (bovenkant crypt)
4) Mucus neck cell → scheidt mucus uit (onderkant crypt)
3
, 5) Hormoon-producing G cell → scheidt gastrine uit
Functies van zoutzuur:
✓ Activatie van pepsinogeen tot pepsine
✓ Denaturatie van eiwitten
✓ Losmaken van verschillende nutriënten uit organische
complexen
✓ Antibacterieel effect
✓ Productie wordt gestimuleerd door:
▪ Gastrine → door uitrekking van de maag (hormoon)
▪ Acetylcholine (dus maag is goed geïnnerveerd met
zenuwstelsel → neurotransmitter!)
▪ Histamine
Afwijking van de dunne darm
✓ Diarree → dunne, waterige ontlasting waarbij je vaak last hebt van buikpijn
▪ Acute diarree: maximaal 1-2 weken, oorzaken:
Infectie met virussen of bacteriën
Overgevoeligheid reactie (medicijnen, ander eten)
Stress
Bedorven voedsel (reizigers diarree)
Besmet water (reizigers diarree)
▪ Chronische diarree: chronisch, oorzaken:
Ontsteking
Spijsvertering stoornis (lactose intolerantie)
Infectie met wormen of bacteriën
▪ GEVOLG: vochtverlies, tekort aan nutriënten
✓ Coeliakie → gluten intolerantie; de patiënt is chronisch gevoelig voor bepaalde eiwit
ketens voorkomend in graanproducten
▪ Erfelijk of kan ontstaan tijdens de kindertijd, je groeit er niet over een
▪ GEVOLG: winderigheid, gewichtsverlies, anemie, afsterven van entrocyten en
kleine microvilli
Voedingsadvies bij diarree en coeliakie: voldoende drinken, ORS (orale
rehydratievloeistoffen)
Opbouw dunne darm:
✓ Duodenem / 12-vingerige darm – vindt nog een klein beetje vertering plaats
✓ Jejunum – kwantitatief de meeste adsorptie
✓ Ileum – heropname van galzouten
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller veradewit1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.