Ik heb deze toets vaak moeten maken, want snapte er eigenlijk vrij weinig van. Na deze samenvatting te hebben gemaakt en deze te leren, heb ik mijn toets (eindelijk) gehaald.
Ik heb de stof die we moesten leren samengevat aan de hand van de leerdoelen. Hierbij heb ik de literatuur gebruikt en de ...
Het Health concept van Lalonde is een model
om invloeden op gezondheid een plaats te
geven. In Lalonde wordt uitgegaan van
gezondheid en niet van ziekte:
- Endogene gezondheidsdeterminanten:
intern milieu.
- Gezondheidsdeterminant leefstijl en
gedrag.
- Exogene gezondheidsdeterminanten:
fysieke en maatschappelijke omgeving.
- Gezondheidsdeterminant medische zorg en
preventie.
VERWOORDEN WAT DE GEZONDHEIDSDETERMINANT LEEFSTIJL EN GEDRAG INHOUDT:
Het gezondheidsdeterminant leefstijl en gedrag omvat allerlei gedragingen die een positieve of
negatieve invloed hebben op de gezondheid en/of een gezondheidsprobleem. Deze
gezondheidsdeterminant is erg belangrijk, want veel gezondheidsproblemen zijn gerelateerd aan
leefstijl. Sommige interventies op basis van verandering van leefstijl, hebben evenveel of meer effect
dan het gebruik van medicijnen.
Denk aan gezondheidsvaardigheden, voedingsgedrag, alcohol- en drugsgebruik, rookgedrag,
bewegingsgedrag en seksueel gedrag.
Handig te onthouden door BRAVO: bewegen, roken, alcohol, voeding en ontspanning.
TOELICHTEN HOE LEEFSTIJLFACTOREN EN GEDRAGINGEN INVLOED HEBBEN OP DE
GEZONDHEID VAN DE MENS:
Het is voor de gezondheid en de aanpak van een gezondheidsprobleem belangrijk om te bekijken
welke gedragingen van invloed (kunnen) zijn en alle relevante gedragingen te inventariseren. Het is
verder van belang om te bepalen welke gedragingen een relatie hebben met gezondheid en het
gezondheidsprobleem, maar ook om te kijken of het betreffende gedrag ‘overmatig’ is, waardoor
negatieve gezondheidseffecten kunnen ontstaan.
UITLEGGEN ELKE TAAK DE VERPLEEGKUNDIGE HEEFT BIJ DE
GEZONDHEIDSDETERMINANT LEEFSTIJL EN GEDRAG:
Verpleegkundigen hebben een belangrijke taak met betrekking tot de gezondheidsdeterminant
leefstijl en gedrag. Veel preventieve en curatieve taken van de verpleegkundigen hebben te maken
met het aanzetten van patiënten tot ander, gezonder gedrag. Veel leefstijlfactoren hebben invloed
op de gezondheid en kunnen leiden tot gezondheidsproblemen. Door een verandering in deze
leefstijlfactoren zijn verbetering en bevordering van de gezondheid van patiënten te verwachten.
Gezondheidsvoorlichting en patiëntenvoorlichting hebben alles te maken met het veranderen van
gedrag dat ongewenst is, omdat het de gezondheid schaadt. Vaak gaat het hierbij om het bevorderen
van zelfmanagement van patiënten, zodat zij beter in staat zijn te leven met hun
gezondheidsprobleem. Het veranderen van leefstijlfactoren is echter een complex proces. De manier
waarop verpleegkundigen dit moeten aanpakken, is niet in een paar zinnen te beschrijven.
,2.2 ENDOGENE GEZONDHEIDSDETERMINANT EN ZELFMANAGEMENT
UITLEGGEN WAT DE ENDOGENE PERSOONSGEBONDEN GEZONDHEIDSDETERMINANT
INHOUDT:
Bij de endogene determinant gaat het om zowel fysiologische als psychische factoren die zich in de
mens afspelen en invloed hebben op gezondheid of gezondheidsproblemen. We noemen dit ook de
persoonsgebonden gezondheidsdeterminant. De endogene gezondheidsdeterminant wordt
onderverdeeld in genetische, erfelijke factoren en verworden eigenschappen:
1. Genetische factoren: afwijkingen in de genen; afwijkingen in chromosomen; multifactoriële
gezondheidsproblemen; aanleg voor gezondheidsprobleem.
o Overerving vormen:
Autosomale overerving: of je de gezonde/foute genen krijgt.
Autosomale recessief overerving: beide ouders hebben het gen met de
aandoening (dat recessief is), maar doordat ze het beide hebben, kun jij de
aandoening wel krijgen (25%). Dit gebeurt als je van beide ouders, het gen erft.
Als je van 1 van de ouders het gen erft, heb je er geen last van, maar je draagt
het wel. De kans hierop is 50%. De kans dat je ouders beide het gen niet
doorgeven, is 25%. Een voorbeeld hiervan is cystic fybrosis.
Multifactoriële overerving: wordt bepaald door meerdere factoren. Je kan
familiaire aanleg hebben, maar de genen zijn niet de enigen die een rol spelen,
andere omstandigheden ook (infecties, voeding, roken etc.). Een voorbeeld
hiervan is dementie.
Autosomale dominante overerving: dit gebeurt wanneer het foute gen dominant
is. hierdoor krijgt het kind de aandoening, maar is er 50% kans dat de kind de
ziekte daadwerkelijk krijgt. Een voorbeeld is de ziekte van Huntington.
2. Verworven eigenschappen: hoge bloeddruk; afwijking immuunsysteem; hoog cholesterolgehalte;
wisselende glucosespiegel; overgewicht en obesitas; psychische gezondheid; veroudering.
Natuurlijk zijn er niet alleen maar negatieve invloeden van de endogene gezondheidsdeterminanten.
Ze bepalen ook je uiterlijke kenmerken, persoonskenmerken en intelligentie.
UITLEGGEN ELKE TAKEN DE VERPLEEGKUNDIGE HEEFT BIJ DE ENDOGENE,
PERSOONSGEBONDEN GEZONDHEIDSDETERMINANT:
De verpleegkundige verleent zorg aan mensen met een verminderde gezondheidstoestand door
genetische factoren en/of verworven eigenschappen. De verpleegkundigen hebben de taak om
problemen te signaleren, hierbij de noodzakelijke zorg te bieden en de verergering van klachten
voorkomen. Mensen zo goed mogelijk bijstaan en te begeleiden in het leren accepteren en het leven
met een beperking / gezondheidsprobleem.
VERWOORDEN HOE DE VERPLEEGKUNDIGE ZELFMANAGEMENT KAN BEVORDEREN BIJ DE
ZORGVRAGER:
Een verpleegkundige kan 4 rollen op zich nemen, namelijk: coach, behandelaar (medicatie,
therapietrouw), leraar (informatie leveren) en poortwachter (in de gaten houden). De zorgvrager
staat hierbij centraal, dit betekent dat de verpleegkundige samen met de zorgvrager besluiten
neemt. Het is belangrijk dat de verpleegkundige een goede (professionele) relatie opbouwt met de
zorgvrager, dit bevat vertrouwen, respect, partnerschap en samen kennis delen.
,2.3 MODEL VAN GEDRAGSVERANDERING
UITLEGGEN WAT DE STAPPEN VAN HET MODEL VAN GEDRAGSVERANDERING ZIJN:
Het model van gedragsverandering bestaat uit 6 stappen en is ontwikkeld om de zelfmanagement
van de patiënt te bevorderen, deze komt uit Sassen. De 6 stappen zijn:
1. Contact leggen met de patiënt:
De eerste stap van het model is dat je positief contact legt met je patiënt. hierbij nodig je de patiënt
uit om actief te participeren en samen te werken in het zorg- en behandelproces. Benadruk dat je het
belangrijk vindt dat de patiënt uitkomt voor zijn mening en wensen, zijn mogelijkheden en
beperkingen. Vertel dat je zijn mening waardeert en respecteert. Vraag de patiënt met welk doel,
welk belang of welke reden hij naar jou toe is gekomen. Wat verwacht en wenst de patiënt en waar
wordt die blij van. Het is belangrijk aan te sluiten bij al bestaande kennis van de patiënt over het
gezondheidsprobleem en af te stemmen op de leeftijd, waarden en normen en ervaringen van de
patiënt.
2. Veranderen van de gedragsdeterminant attitudes:
Voor de volgende stap is het noodzakelijk dat de patiënt zich een kritische voorstelling van het
gewenste gedrag probeert te maken en het gedrag evalueert. Dit kan ontstaan doordat de patiënt
voor- en nadelen aan bepaald gedrag verbindt en dit op een rijtje zet. Iedere patiënt kan voor hem
persoonlijk de voordelen en nadelen noemen van zijn te veranderen leefstijl en gedrag. De
persoonlijke voordelen op de korte termijn, moeten opwegen tegen de persoonlijke nadelen op
korte termijn.
3. Subjectieve normen en sociale invloed:
Voor de volgende stap is het noodzakelijk dat de patiënt leert om te gaan met de druk die anderen
op hem uitoefenen. De patiënt moet zich gesteund voelen in het uitvoeren van het gewenste gedrag
en zich niet laten weerhouden door de negatieve invloeden. Sociale steun is gecompliceerd. Zo
hebben mannen meer behoefte aan sociale steun dan vrouwen en ontvangen mannen ook meer
sociale steun, vooral van hun echtgenote. Vrouwen krijgen minder steun dan mannen en ontvangen
deze vaker van vrienden en familie.
4. Veranderen van de gedragsdeterminant gedragscontrole en eigeneffectiviteit:
Voor de volgende stap is het belangrijk dat de patiënt de benodigde praktische vaardigheden
aanleert en dat de eigeneffectiviteit of de controle over het gedrag toereikend is. De
eigeneffectiviteit is de inschatting die de patiënt maakt van zijn mogelijkheden om bepaald gedrag te
vertonen onder specifieke omstandigheden. Er zijn vier bronnen te onderscheiden die de
waargenomen gedragscontrole of eigeneffectiviteit beïnvloeden:
- De belangrijkste invloed op de waargenomen gedragscontrole of eigeneffectiviteit hebben
persoonlijke en vergelijkbare ervaringen in het (recente) verleden met het gedrag.
- De tweede bron van invloed op de waargenomen gedragscontrole of eigeneffectiviteit is het
observeren van anderen. De patiënt observeert de vaardigheden en het gedrag van anderen en
trekt hieruit de conclusie of hij die zelf wel of niet kan vertonen.
- De derde bron van invloed is verbale overtuiging. Hierbij wordt de patiënt er door anderen toe
aangezet om de vaardigheden of het gedrag te vertonen.
- Een laatste bron van invloed op de waargenomen gedragscontrole of eigeneffectiviteit is de
‘status’ van de patiënt.
5. Gedragsverandering
Om tot een verandering van gedrag te komen, moet een patiënt een plan hebben voor de manier
waarop hij zijn gedrag gaat veranderen. Het plannen van de gedragsverandering is een volgende,
concrete stap. Patiënten willen zich vaak wel anders, gezonder gedragen, maar weten niet altijd hoe.
Door de patiënten vooraf te laten nadenken over de manier waarop hij de betreffende situatie wil
hanteren, wordt de kans op de uitvoering van het gewenste gedrag verhoogd. We noemen dit
mentaal stimuleren van de implementatie-intentie. Gewoonten en vergeten vormen een belangrijk
, breekpunt bij gedragsverandering. Gewoonten doorbreken en voorkomen dat de patiënt het vorige,
slechte gedrag vergeet, is niet eenvoudig. Beloningen kunnen een patiënt net een zetje in de rug
geven dat nodig is om de gewoonte te doorbreken.
6. Gedragsbehoud:
De volgende stap is de stabilisering van de gedragsverandering en het volhouden van het gewenste
gedrag op de lange termijn. Om tot een stabilisering van de gedragsverandering te komen en deze
gedragsverandering op lange termijn vol te houden, moet de patiënt hoog-risicosituaties herkennen
en ermee leren omgaan. Bijna iedere patiënt die een gedragsverandering gaat uitvoeren, loopt tegen
hoog-risicosituaties of barrières aan. Als de patiënt voor de belangrijkste hoog-risicosituaties een
expliciet plan formuleert, is de kans groter dat hij het gewenste gedrag gaat uitvoeren.
*Terugval
Terugval of relapse overkomt bijna iedere patiënt als gevolg van negatieve ervaringen met het
nieuwe, gewenste gezondheidsgedrag. Dit kan een obstakel vormen bij het werken aan
gedragsbehoud, maar moet vooral gezien worden als een leermoment voor de patiënt. Terugval is
geen falen en zeker geen definitief falen.
HET BELANG NOEMEN VAN HET DOORLOPEN VAN DE STAPPEN VAN HET MODEL VAN
GEDRAGSVERANDERING:
Het model van gedragsverandering is opgebouwd uit methoden. Om met een gezondheidskundige
interventie een gedragsverandering tot stand te brengen, moet je als verpleegkundige eerst contact
maken met de patiënt, zijn gedragsdeterminanten veranderen, een gedragsverandering
bewerkstellingen en zorgen dat die gedragsverandering behouden blijft.
Door al deze stappen op een eigen tempo te doorlopen, zie je langzame vooruitgang. Wanneer het te
snel gaat, kan je 2 stappen vooruit gaan en 3 stappen terug in een korte tijd. Je kunt beter deze tijd
besteden om 1 stap te bespreken, zo zakt de moed niet in de schoenen van de patiënt.
Stabilisering: het volhouden van gedrag.
Relapse prevention: voorkomen dat je terugvalt in oude gewoontes.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bentebloo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.21. You're not tied to anything after your purchase.